HFF 4.1 Socialisten en anarchisten in Rusland

Rusland wordt communistisch


4.1 Socialisten en anarchisten in Rusland
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Rusland wordt communistisch


4.1 Socialisten en anarchisten in Rusland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kan uitleggen hoe de Russische samenleving was opgebouwd, functioneerde en werd bestuurd.


Je kan uitleggen waar het anarchisme en marxisme ideologisch voor staan.


Je kan voorbeelden geven van oorzaken voor de Russische Revolutie.

 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

De Russische piramide
De Tsaar

1. Orthodoxe geestelijken
2. Bojaren (= adel)
3. Bourgeoisie, middenstanders
     boeren

De 1e en 2e stand betalen geen belastingen 

Slide 4 - Tekstslide

De Russische piramide (bojaren)
De bojaren helpen de tsaar met regeren, belasting innen en oorlog voeren.

De tsaar en bojaren werden door de kerk beschermd: verzet is daarom onmogelijk.

Houden vast aan het oude systeem. Laten hun vrouwen wel Westerse boeken en mode kopen, maar zien niks in modernisering (in de landbouw).

Slide 5 - Tekstslide

De Russische piramide (boeren)
De boeren (90% van de Russen) wonen in de mir (= dorpgemeenschap) .

Het lijfeigenschap (= soort horigheid) is officieel in 1861 afgeschaft maar heeft weinig veranderd: nog steeds bestaan er herendiensten, betaald de derde stand de belastingen en vragen bojaren hoge pacht.

De boeren worden steeds ontevredener.

Slide 6 - Tekstslide

Noem een oorzaak van de Russische Revolutie.
A
De ongelijke behandeling van de 3e stand
B
Afschaffing van de lijfeigenschap
C
Het hofleven van de tsaar
D
Het moeten leven in de mir

Slide 7 - Quizvraag

Anarchisme
Anarchisme = socialisme zonder staat (landsbestuur / politie).

Bedenker: Michael Bakoenin (bojaar  > boeren & arbeiders): 

> - Hij wil de staat, tsaar, kerk en privé-bezit afschaffen.
    - Hij wil dat de kleine gemeenschappen (mir)
       zelf beslissen.
Toen zij nauwelijks aanhang kregen, pleegden ze
aanslagen. Dit gaf hen een slecht imago.

Slide 8 - Tekstslide

Narodniki
Narodniki (narod = volk) = Anarchistisch-socialisten die de mir
als de ideale bestuurseenheid zagen.

Bedenker: Alexander Herzen (boeren):

> Zien de mir als iets moois (werkt al tijden goed).

> Aanhangers (intellectuelen en studenten) vermoordden 
                               tsaar Alexander II met een aanslag.

Slide 9 - Tekstslide

Sociaal-revolutionairen
Socialisten-revolutionairen = Partij die boerensocialisme nastreeft. Boeren zijn volgens hen de motor van een socialistische revolutie (met geweld).

Bedenker: o.a. Aleksandr Kerenski (> boeren)

> Zijn erg tegen modernisering (kapitalisme), willen
kleinschalig socialisme (mir) voor boeren. Vormen later deel 
van de Mensjewieken (tegenstanders Bolsjewieken).

Slide 10 - Tekstslide

Marxistisch socialisme
Marxistisch socialisme = Socialisme met gemeenschapplijk eigendom van fabrieken invoeren met behulp van revolutie door de arbeidersklasse.

Bedenker: o.a. Karl Marx (links) en Friedrich Engels (rechts) > arbeiders
Marxisten worden in de burgeroorlog ook wel de Bolsjewieken genoemd. 

> Richten Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij (RSA) op.

De visie van Marx past niet echt bij Rusland (geen arbeiders, landbouwstaat),
toch overtuigt Lenin in 1903 tijdens partijvergadering in Londen
dat de revolutie moet beginnen.
 

Slide 11 - Tekstslide

Bij wie hoort:
"Boeren zijn de motor van een socialistische revolutie (met geweld)."
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 12 - Quizvraag

Bij wie hoort:
"Wij zien de mir als iets moois, dit is voor ons de ideale bestuurseenheid"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 13 - Quizvraag

Bij wie hoort:
"De arbeidersklasse zal in opstand moeten komen"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 14 - Quizvraag

Bij wie hoort:
"Onze ideologie wordt ook wel boerensocialisme genoemd"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 15 - Quizvraag

Bij wie hoort:
"De staat, tsaar, kerk en privé-bezit moet allen worden afgeschaft"
A
Anarchisme
B
Narodniki
C
Sociaal-revolutionairen
D
Marxistisch socialisme

Slide 16 - Quizvraag

Anarchisten / socialisten

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Geen lijfeigenen, wel koelakken
Tsaar Alexander II (voorganger Nicolaas II):
  • 1861: afschaffing lijfeigenschap zodat de boeren los zouden komen van de bojaren (modernisering dmv staatsleningen). Mislukte.
  • Bouwde fabrieken, mijnen en spoorlijnen (heel vooruitstrevend).
  • Werkomstandigheden in fabrieken even slecht als ervoor als boer. 
    Alexander II is uiteindelijk vermoord door Narodniki.



-Zelfstandige marktgerichte boeren: koelakken. Dit werd door de tsaar gestimuleerd.
-Tsaar probeert de misstanden in de fabrieken te verbeteren.
-Tsaar stimuleert handel, industrie en infrastructuur, (modernisering dmv mijnbouw, spoorwegen en fabrieken)

Slide 19 - Tekstslide

Geen lijfeigenen, wel koelakken
Tsaar Alexander III (directe voorganger Nicolaas II):
  • Verbood nachtarbeid van vrouwen en kinderen.
  • Werkdagen van maximaal 11,5 uur.
  • Veel productie bedoeld voor de export (inkomsten voor de staat). Zelfs graan, waardoor een misoogst grote gevolgen had (hongersnood).

Sterft in 1894, opgevolgd door Nicolaas II

Slide 20 - Tekstslide

Geen lijfeigenen, wel koelakken
Tsaar Nicolaas II 'Bloedige Nicolaas', slechts 26 jaar als hij tsaar wordt, maakt fout op fout...
  • 1896: Tijdens kroning worden meer dan >1000 mensen vertrapt door drukte, Nicolaas II zet feest voort > volk is verbijsterd..
  • 1904-1905: Russisch-Japanse oorlog. In deze oorlog verliest het zijn machtige Baltische Vloot > grote schande!
  • 1905: Bloedige Zondag. Laat op demonstranten schieten. > volk verbijsterd..

Slide 21 - Tekstslide

Geen lijfeigenen, wel koelakken
Tsaar Nicolaas II:
  • 1905: Onder druk van het volk staat hij de Doema (= parlement) toe op te richten. 
    >
    nauwelijks invloed op bestuur!...
  • Bevorderd de ontwikkeling van koelakken, -= zelfstandige boeren die produceren voor de markt.
  • 1911: Pjotr Stolypin, geliefd premier en belangrijk adviseur van Nicolaas II, wordt doodgeschoten bij opera. > verder zonder belangrijk adviseur..

Slide 22 - Tekstslide

Oorzaken Russische Revolutie
  • De ongelijke behandeling van de 3e stand (privileges 1e en 2e stand),
  • Het absolutistisch bestuur van de tsaar (bijvoorbeeld tijdens WO I),
  • Het verlies in de Russisch-Japanse Oorlog (nooit eerder verloor een
      Europees land van een Aziatisch 'minderwaardig' land),
  • De mislukking van de Doema,

   > Het is wachten op een laatste (grote) misstap 

       van de tsaar voor de bom barst...

Slide 23 - Tekstslide

Welke oorzaken van de Russische Revolutie heb je geleerd?
A
Absolutistisch bestuur
B
Onvrede derde stand
C
Doema geen macht
D
Onvrede bojaren

Slide 24 - Quizvraag

Begrippen uit deze les
  • tsaar
  • bojaren
  • lijfeigene (lijfeigenschap)
  • mir
  • anarchisme
  • socialisme
  • narodniki
  • socialisten-revolutionairen
  • Doema
  • koelakken
  • ideologie
  • marxistisch socialisme
  • Russisch-Japanse Oorlog
  • Bloedige Zondag





Slide 25 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Michael Bakoenin
  • tsaar Alexander II
  • tsaar Alexander III
  • tsaar Nicolaas II
  • Karl Marx
  • Friedrich Engels
  • Pjotr Stolypin

Slide 26 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les
  • 1861: Afschaffing lijfeigenschap
  • 1881: Narodniki vermoord
    tsaar Alexander II
  • 1894: Tsaar Alexander III overlijdt, Nicolaas II nieuwe tsaar
  • 1903: Partijvergadering RSA 
  • 1904-1905: Russisch-Japanse Oorlog
  • 1905: Bloedige Zondag
  • 1905: Oprichting Doema
  • 1911: Premier Pjotr Stolypin vermoord

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les
hebt geleerd

Slide 28 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 29 - Open vraag