Burgerschap Welkom in Nederland H1 Nederland leren kennen

Hoofdstuk 1
 Nederland leren kennen
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1
 Nederland leren kennen

Slide 1 - Tekstslide

Burger = iemand die in een land woont
Wij zijn burgers - inwoners van Nederland
Wij leven samen in Nederland: samenleving

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Europa

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Meer oefenen met de topografie van Nederland?

Groningen
Flevoland
Limburg
Zeeland
Overijsel
Friesland
Noord-Holland
Drenthe
Zuid-Holland
Noord-Brabant
Utrecht
Gelderland

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Video

Goed of fout?

Slide 10 - Tekstslide

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
A
B

Slide 11 - Quizvraag

Nederland heeft bergen.
A
B

Slide 12 - Quizvraag

Nederland heeft 12 provincies.
A
B

Slide 13 - Quizvraag

Noord-Brabant ligt in het noorden van Nederland.
A
B

Slide 14 - Quizvraag

In de Randstad wonen en werken veel mensen.
A
B

Slide 15 - Quizvraag

Duitsland ligt ten zuiden van Nederland.
A
B

Slide 16 - Quizvraag

De Veluwe is een groot park.
A
B

Slide 17 - Quizvraag

Het parlement (de regering) van Nederland is in Rotterdam.
A
B

Slide 18 - Quizvraag

Rotterdam is de grootste zeehaven van Europa.
A
B

Slide 19 - Quizvraag

Opdracht
Lees en maak blz 19 -23

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden
Oefening 3
1 Amsterdam
2 Den Haag
3 Rotterdam
4 Utrecht

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden
Oefening 4
1 Overijssel, Flevoland, Utrecht, Zuid-Holland, Noord-Brabant, Limburg
2 Gelderland, Zuid-Holland, Zeeland, Limburg
3 Limburg
4 Groningen en Friesland
5 Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland
6 Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht

Slide 22 - Tekstslide

Antwoorden
Oefening 5
1 Rotterdam Zuid-Holland
2 Den Haag Zuid-Holland
3 Utrecht Utrecht
4 Eindhoven Noord-Brabant
5 Groningen Groningen
6 Leeuwarden Friesland
7 Assen Drenthe
8 Zwolle Overijssel

Slide 23 - Tekstslide

Antwoorden
Oefening 5
9 Haarlem Noord-Holland
10 Middelburg Zeeland
11 Tilburg Noord-Brabant
12 Maastricht Limburg
13 Apeldoorn Gelderland
14 Nijmegen Gelderland

Slide 24 - Tekstslide

Antwoorden
Oefening 5
9 Haarlem Noord-Holland
10 Middelburg Zeeland
11 Tilburg Noord-Brabant
12 Maastricht Limburg
13 Apeldoorn Gelderland
14 Nijmegen Gelderland
15 Amersfoort Utrecht
16 ’s- Hertogenbosch Noord-Brabant

Slide 25 - Tekstslide

Antwoorden
Oefening 5
17 Dordrecht Zuid-Holland
18 Leiden Zuid-Holland
19 Enschede Overijssel
20 Breda Noord-Brabant
21 Zoetermeer Zuid-Holland
22 Almere Flevoland
23 Arnhem Gelderland
24 Emmen Drenthe                                                     25 Ede Gelderland

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Neder.... (=laag) land
  • onder de zeespiegel
  • polders
  • eilanden
  • veel water: zee, meren, rivieren
  • geen bergen, heuvels in Limburg
  • dijken
  • duinen 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Video

Opdracht
Lees en maak blz 23 en 24

Slide 31 - Tekstslide

Antwoorden
Oefening 6
1 300
2 180
3 12
4 1
5 323

Slide 32 - Tekstslide

Antwoorden
Oefening 7
1 rivier
2 buurlanden
3 meer
4 duinen
5 polder
6 haven
7 vliegveld

Slide 33 - Tekstslide

Antwoorden
Oefening 8
Water                                                         Land
de Waddenzee                                      Texel
de Maas                                                    de Randstad
de Noordzee                                           de Veluwe

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

De seizoenen
4 seizoenen
wisselvallig weer
schaatsen in de winter

Lees blz 25, maak blz 25 en 26

Slide 36 - Tekstslide

Antwoorden
Oefening 9
1 zomer
2 winter
3 lente
4 herfst
5 zomer
6 winter
7 herfst
8 lente


Slide 37 - Tekstslide

De mensen
  • 17 miljoen mensen: dichtbevolkt land
  • 8 miljoen mensen in de Randstad: 4 grote steden
  • bijna 2 miljoen mensen niet in Nederland geboren:
  1.  uit Europa
  2. uit Suriname
  3.  uit Turkije en Marokko (gastarbeiders)
  4. vluchtelingen

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

De taal
  • We wonen in Nederland
  • We spreken Nederlands
  • Waar spreken ze ook Nederlands?
  • Lees blz 26 en 27, maak oefening 12 en 13

Slide 41 - Tekstslide

Antwoorden
Oefening 12
1 waar
2 niet waar
3 niet waar
4 waar
5 waar
Oefening 13
1 17
2 500
3 1,8
4 1970                                   5 23

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

En verder...
  • democratie: mensen kiezen het parlement
  • koning: Willem-Alexander
  • christenen, helft van Nederlandse mensen
  • Europese Unie

Lees blz 28 t/m 30, maak oefening 16 en 17

Slide 44 - Tekstslide