hoofdlettergebruik

Wie
Wat
Wanneer
Hoe
Waar
Waarvandaan
wer
wo
wie
was
wann
woher
1 / 11
volgende
Slide 1: Sleepvraag
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wie
Wat
Wanneer
Hoe
Waar
Waarvandaan
wer
wo
wie
was
wann
woher

Slide 1 - Sleepvraag

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 2 - Woordweb

Hoofdlettergebruik in het Duits
Bekijk volgende zinnen:

  1. Wir lernen Deutsch in der Schule. 
  2. Heute macht Anna einen Schulausflug nach Berlin. 

Wat valt op 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 4 - Woordweb

Het zelfstandig naamwoord
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aanduiden; dat kunnen concrete zaken zijn als mensen (man, Ineke), dieren (paard) en dingen (huis, hout), maar ook plaatsen (Den Haag, Frankrijk) 

Zelfstandige naamwoorden kunnen meestal gecombineerd worden met een van de lidwoorden de, het of een: de kast, het geluk, een week, enz

Slide 5 - Tekstslide

Wel of geen hoofdletter?
A
die mutter
B
die Mutter

Slide 6 - Quizvraag

Wel of geen hoofdletter?
A
das pferd
B
das Pferd

Slide 7 - Quizvraag

Wel of geen hoofdletter?
A
zehn
B
Zehn

Slide 8 - Quizvraag

Wel of geen hoofdletter?
A
grün
B
Grün

Slide 9 - Quizvraag

Wel of geen hoofdletter?
A
berlin
B
Berlin

Slide 10 - Quizvraag

Wel of geen hoofdletter?
A
der junge
B
der Junge

Slide 11 - Quizvraag