week 7 - les 8 - HZ, BZ + voegwoorden

dinsdag 16 februari
  • hele korte herhaling lesstof van gisteren d.m.v. quizvragen
  • Quizizz over de lesstof H5 + het huiswerk (opdr.2)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

dinsdag 16 februari
  • hele korte herhaling lesstof van gisteren d.m.v. quizvragen
  • Quizizz over de lesstof H5 + het huiswerk (opdr.2)

Slide 1 - Tekstslide

Voegwoord

Slide 2 - Tekstslide

Ik zwem in de zee en daarna lig ik op het strand.

'en' is een nevenschikkend voegwoord en voegt
A
een hoofdzin en een bijzin aan elkaar
B
een hoofdzin en een hoofdzin aan elkaar

Slide 3 - Quizvraag

Voegwoorden die een hoofdzin en een bijzin aan elkaar voegen zijn
A
nevenschikkende voegwoorden
B
onderschikkende voegwoorden

Slide 4 - Quizvraag

Is de zin die je achter de volgende zin kunt plaatsen een hoofdzin of een bijzin?
Ellen is zenuwachtig, want......
Hoofdzin
Bijzin
ze heeft nog nooit eerder opgetreden.

Slide 5 - Sleepvraag

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Mijn pianoleraar vond dat ik erg goed had gespeeld,
Hoofdzin
Bijzin
hoewel ik veel foutjes maakte. 
want ik maakte geen foutjes.

Slide 6 - Sleepvraag

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Ellen is zenuwachtig, omdat
Hoofdzin
Bijzin
ze nog nooit eerder heeft opgetreden. 
ze morgen naar de tandarts moet.

Slide 7 - Sleepvraag

Quizizz over behandelde lesstof H5

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdzinnen
  • In een hoofdzin staat de persoonsvorm altijd op de eerste of tweede plaats in de zin.
  • Samengestelde zinnen met alleen hoofdzinnen zijn met elkaar verbonden door nevenschikkende voegwoorden.

Klaas kan vanmiddag niet komen, want hij moet op zijn zusje passen.

Slide 9 - Tekstslide

Nevenschikkende voegwoorden
Nevenschikkende voegwoorden kunnen alleen twee hoofdzinnen met elkaar verbinden.

Er zijn vier nevenschikkende voegwoorden:
en - maar - want - of

Slide 10 - Tekstslide

Bijzinnen
  • In een bijzin staat de persoonsvormmeestal achter in de zin.
  • Bijzinnen kunnen alleen in de zin staan in combinatie met een hoofdzin.
  • Een bijzin en een hoofdzin zijn met elkaar verbonden door een onderschikkend voegwoord.

Ik vind het erg vervelend dat jij altijd te laat komt.

Slide 11 - Tekstslide

Onderschikkende voegwoorden
  • verbinden een hoofdzin en een bijzin met elkaar.
  •  kunnen aan het begin of in het midden van de zin staan.
  • Er zijn verschillende:
als -aangezien - dat - doordat - hoewel - mits - nadat - terwijl - toen - zodat - omdat  enz.

Slide 12 - Tekstslide