7 3hv H3 extra oefenen lezen theorie h3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Als je eerder klaar bent, kan je 
aan de leesopdracht werken

Woord van de week

3 havo
Tragedie 

• 1.Ernstig toneelstuk, drama. 
    2. Droevige gebeurtenis met ernstige gevolgen.
• Voorbeeldzin?
  
  

Woord van de week

3 vwo
Constateren 

• Vaststellen
• Voorbeeldzin?
  

Volgende week donderdag: SO Lezen H1, H2, H3

Leer de theorie van de paragrafen lezen van hoofdstuk 1-3

Oefen met de teksten die je in de les krijgt.

Extra oefeningen Lezen

Oefenen met de theorie van h1, h2 en h3

In hoofdstuk 3 leerde je:
• wat een betoog is (en binnen die tekstsoort een beoordeling);

• objectieve en subjectieve argumenten herkennen;

• hoe je argumenten kritisch kunt lezen;

• argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Aan de slag

1. Maak de opdrachten bij tekst 2 en 3 op het werkblad.
2. Aan het einde van de les kijken we na.
3. Klaar? 
   Doe de test jezelf lezen H3,
   of ga verder aan de leesopdracht over De blauwe hel.

Nakijken

• 6. De schrijver geeft zijn persoonlijke mening.
• 7. A (opsommend)
• 8. 
  tegenargument: Wij, mensen, maken inderdaad veel kapot.
• weerlegging: Maar we kunnen ook veel herstellen.
  Of: We voeren minder oorlogen, er zijn minder kernwapens, er verschijnen weer zeldzame diersoorten en de groei van de co2-uitstoot is gestopt.

Nakijken

• 9. B het is slechts een gok, niet gebaseerd op feiten.
• 10. B een conclusie geven.
• 11. a. alinea 2, 3, 4 en 5
• 11. b. hoofdzakelijk objectief
  
  
• 12. a. puur beoordelend: alinea 4, 5, 6
• 12. b. combinatie van beschrijving en beoordeling: alinea 1, 2, 3

Nakijken

• 13. Oorzaak: Je krijgt alle informatie over de (suffe) hoofdpersoon al aan het begin van het boek.
  
• Gevolg: De schrijver begon zich af te vragen of hij het boek/de overige 240 bladzijden nog wel uit wilde lezen.
• 14. a. saai
  
• 14. b. niet herkenbaar (voor tieners)
• 15. oudere mannen (r. 11)
• 16. B alle argumenten zijn subjectief

De volgende les

• Neem De blauwe hel mee om deze te bespreken.
• Als je al klaar bent met de opdracht, neem dan een nieuw leesboek mee.
  (Je mag één jeugdboek, en één vertaald boek lezen)