Communicatie (week 1)

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Startklaar

• Welkom Klas! 
• Ga allemaal op je plek zitten 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
4. EVALUATIE: Afsluiting

Planning

• Terugblik
• Nieuwe theorie
• Casus/Memory-spel
• Evalueren 

Verwachtingen

1. Respecteer elkaar
   
2. Actieve deelname tijdens de les en de samenwerkingsopdracht. 
3. Netjes omgaan met de spullen.
   
4. Ruim je eigen spullen op.
   
5. Geen telefoons

      Lesdoelen

• Je kan uitleggen wat communicatie betekent (R)
• Je kan de basisvaardigheden van communicatie benoemen en toepassen in een eenvoudige casusopdracht. (T) 
• Je kan in je eigen woorden met een voorbeeld het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie toelichten (T)
• Je kan in een casus meerdere communicatieproblemen herkennen en samen met een klasgenoot op een constructieve manier feedback geven en ontvangen over jullie aanpak. (I)

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Terugblik
Wat weet je nog over de vorige les?

Waarom is communicatie belangrijk in de zorg ?

Communicatie

Het overbrengen en ontvangen van een boodschap.

Met als doel:

• Elkaar iets vragen of vertellen
• Zorgen voor contact tussen organisatie en bezoek/client
• Zorgen voor een goede dienstverlening

Verbale communicatie 

Verbale communicatie betekent het uitwisselen van informatie met woorden. Dit kan zowel mondeling (door te spreken) als schriftelijk (door te schrijven) gebeuren. 

Geef twee voorbeelden van open en gesloten vragen:

Non-verbale communicatie

Non-verbale communicatie is zonder taal te gebruiken

wat je voelt en wilt, vaak met gedrag (non-verbaal).

• Lichaamshouding
• Oogcontact
• Gezichtsuitdrukking
• Gebaren en mimiek
  
• Beweging
  
• Kleding 

Basisvaardigheden bij actief luisteren

• Oogcontact 
• Knikken om te laten zien dat je het begrijpt
• Stel vragen om de ander beter te begrijpen
• Tussendoor samenvatten om te controleren of je het goed hebt begrepen
• Vertel niet je eigen verhaal
• Uitpraten

Feedback 

Feedback: 

• Is het geven van een reactie op iemands gedrag of werk, met als doel om te helpen verbeteren. Goede feedback is duidelijk, eerlijk en respectvol.

Constructieve feedback

•  Is opbouwend je zegt wat goed gaat én wat beter kan, op een positieve manier. Het helpt de ander om te groeien.

Wat is communicatie?

1. Het overdragen van informatie
2. Het uitwisselen van informatie
3. Kunnen zeggen wat je wil
4. Het ontvangen van de informatie

Waarom zijn verbale en non-verbale communicatie belangrijk in de zorg?

Iemand de hand schudden is een voorbeeld van

1. Verbale communicatie
2. Non-verbale communicatie

Een e-mail is een voorbeeld van

1. Verbale communicatie
2. Non-verbale communicatie

Noem twee basisvaardigheden van actief luisteren

Rollenspel

In een rollenspel gaan jullie oefenen met een binnenkomend en uitgaand gesprek. Jullie moeten proberen de informatie duidelijk en zakelijk over te brengen.

• Kijk op het bord met wie je samenwerkt.
• Eén leerling speelt de rol van de beller (uitgaand gesprek), de ander speelt de rol van de ontvanger (binnenkomend gesprek).
• Scenario: De beller belt om een afspraak te verzetten.
• Na het gesprek schrijft de ontvanger een telefoonmemo van het gesprek.

Beantwoord deze vragen:

1. Wat was de belangrijkste informatie die je in de telefoonmemo moest opnemen?

2. Wat was moeilijk aan het voeren van het gesprek en hoe kun je dit verbeteren?

    Begrippen uit deze les

• Communicatie 
• Verbale communicatie
• Non-verbale communicatie
• Actief luisteren 
• Feedback 
• Constructieve feedback

Exit ticket
Wat heb je vandaag geleerd?

Evalueren

      Lesdoelen

• Je kan uitleggen wat communicatie betekent (R)
  
• Je kan de basisvaardigheden van communicatie benoemen en toepassen in een eenvoudige casusopdracht. (T)
  
• Je kan in je eigen woorden met een voorbeeld het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie toelichten (T)
  
• Je kan in een casus meerdere communicatieproblemen herkennen en samen met een klasgenoot op een constructieve manier feedback geven en ontvangen over jullie aanpak. (I)

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.