Spelling: meervoud op -en & -s

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  • Lesdoelen
  • Weektaak
  • Startoefening
  • Theorie
  • Werken aan de weektaak 
  • Volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Aan het einde van de les kan ik woorden die in het meervoud eindigen op -s correct spellen.

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik zelfstandige naamwoorden die in het meervoud eindigen op een -en, op de juiste manier spellen. 
Aan het einde van de les kan ik zelfstandige naamwoorden die in het meervoud eindigen op een -s, op de juiste manier spellen. 
Aan het einde van de les kan ik zelfstandige naamwoorden die in het meervoud eindigen op een -ee & -ie, op de juiste manier spellen. 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Aan het einde van de les kan ik woorden die in het meervoud eindigen op -s correct spellen.

Weektaak
Spelling H3 blz. 94-95:
Meervouden op -en   opdracht 1, 2, 3 en 5

Spelling H4 blz. 124-125:
Meervouden op -s  1, 2, 3 en 6

Slide 4 - Tekstslide

Horloge hoort bij groep 1
Groep 1
Groep 2
Horloge
Accu
Pasta
Menu
Tafel
Bakje
Bezem
Pizzeria
Appel
Kiwi

Slide 5 - Sleepvraag

Welke horen bij elkaar?
Appelflap – danspas – feestneus – geluidsbox – partytent – slagroomsoes – toespraak – toverstaf – verjaardagsbrief – waterpistool.

Slide 6 - Open vraag

Woorden in het meervoud die eindigen op -s
Woorden in het meervoud kunnen eindigen op een –s.
Bezem --> bezems, café --> cafés.

Je schrijft woorden met ‘s (apostrof +s) achter het woord: Als het woord eindigt op: a, i, o, u of y.
Voorbeelden: pyjama’s, kiwi’s, auto’s, sudoku’s, lolly’s.

Bij afkortingen als: pc’s, havo’s, WK’s.
Let op: Bij woorden die eindigen op 2 of 3 klinkers die samen 1 klank vormen, schrijf je de –s aan elkaar vast.
Cowboy cowboys (want: cow-boy)
Dus niet: cavias (want: ca-vi-a)



Meervoud op –en:
De meeste zelfstandige naamwoorden

Zet –en achter het enkelvoud
  • Laatste letter verdubbelen: vlag/vlaggen – blik/blikken – bel/bellen
  • Een a, e, i, o of u weghalen: jaar/jaren – steen/stenen - boot/boten
  • Een F veranderen in een V: schijf/schijven
  • Een S veranderen in een Z: muis/muizen

Woorden in het meervoud die eindigen op -en

Slide 7 - Tekstslide


Noteer het meervoud van het volgende woord: 
vier

Slide 8 - Open vraag


Noteer het meervoud van het volgende woord: 
duif

Slide 9 - Open vraag


Noteer het meervoud van het volgende woord: 
kruis

Slide 10 - Open vraag


Noteer het meervoud van het volgende woord: 
slof

Slide 11 - Open vraag

Woorden in het meervoud die eindigen op -s
Woorden in het meervoud kunnen eindigen op een –s.
Bezem --> bezems, café --> cafés.

Je schrijft woorden met ‘s (apostrof +s) achter het woord: Als het woord eindigt op: a, i, o, u of y.
Voorbeelden: pyjama’s, kiwi’s, auto’s, sudoku’s, lolly’s.

Bij afkortingen als: pc’s, havo’s, WK’s.
Let op: Bij woorden die eindigen op 2 of 3 klinkers die samen 1 klank vormen, schrijf je de –s aan elkaar vast.
Cowboy cowboys (want: cow-boy)
Dus niet: cavias (want: ca-vi-a)



Zelfstandige naamwoorden in het meervoud kunnen eindigen op een –s.
Deze schrijf je met een vast s of 's.

Meervoud met vaste S
Voorbeeld: Bezem / bezems, café / cafés, decoratie / decoraties, race / races

Let op: Bij woorden die eindigen op 2 of 3 klinkers die samen 1 klank vormen, schrijf je de –s aan elkaar vast.
Cowboy / cowboys (want: cow-boy)
Dus niet: cavias (want: ca-vi-a)
Woorden in het meervoud die eindigen op -s

Slide 12 - Tekstslide

Woorden in het meervoud die eindigen op -s
Woorden in het meervoud kunnen eindigen op een –s.
Bezem --> bezems, café --> cafés.

Je schrijft woorden met ‘s (apostrof +s) achter het woord: Als het woord eindigt op: a, i, o, u of y.
Voorbeelden: pyjama’s, kiwi’s, auto’s, sudoku’s, lolly’s.

Bij afkortingen als: pc’s, havo’s, WK’s.
Let op: Bij woorden die eindigen op 2 of 3 klinkers die samen 1 klank vormen, schrijf je de –s aan elkaar vast.
Cowboy cowboys (want: cow-boy)
Dus niet: cavias (want: ca-vi-a)



Eindigt het enkelvoud op –ee dan maak je het meervoud met ën: 
idee/ideeën – fee/feeën – trofee/trofeeën

Eindigt het enkelvoud op ie komt er –ën of –n bij. Dit is afhankelijk van de klemtoon.
Klemtoon op de ie, dan voeg je –ën toe: theorie/theorieën
Klemtoon op een andere lettergreep? Dan een trema op de laatste e en voeg –n toe: olie/oliën

Woorden in het meervoud die eindigen op -ee & -ie

Slide 13 - Tekstslide

Noteer het meervoud van het woord:
cadeau
Noteer het meervoud van het volgende woord: kolonie

Slide 14 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord:
cadeau
Noteer het meervoud van het volgende woord: 
zee

Slide 15 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord:
cadeau
Noteer het meervoud van het volgende woord: bacterie

Slide 16 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord:
cadeau
Noteer het meervoud van het volgende woord:
knie

Slide 17 - Open vraag

Woorden in het meervoud die eindigen op -s

Meervoud met 'S
  • Als het woord eindigt op: a, i, o, u of y.                                                                                                Voorbeeld: pyjama’s, kiwi’s, auto’s, sudoku’s, lolly’s.

  • Bij afkortingen als:                                                                                                                                      Voorbeeld: pc’s, havo’s, WK’s.

Let op: Bij woorden die eindigen op 2 of 3 klinkers die samen 1 klank vormen, schrijf je een vaste  –s . Voorbeeld: Cowboy / cowboys (cow-boy), cadeau / cadeaus (ca-deau)
Dus niet: cavias (want: ca-vi-a)



Meervoud met 'S
  • Als het woord eindigt op: a, i, o, u of y.                                                                  Voorbeeld: pyjama’s, kiwi’s, auto’s, sudoku’s, lolly’s.

  • Bij afkortingen: Voorbeeld: pc’s, havo’s, WK’s.

Let op: Bij woorden die eindigen op 2 of 3 klinkers die samen 1 klank vormen, schrijf je een vaste –s . 
Voorbeeld: Cowboy / cowboys (cow-boy), cadeau / cadeaus (ca-deau)
Dus niet: cavias (want: ca-vi-a)
Woorden in het meervoud die eindigen op -s

Slide 18 - Tekstslide

Noteer het meervoud van het woord:
cadeau
Noteer het meervoud van het volgende woord: cadeau

Slide 19 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord:
dahlia
Noteer het meervoud van het volgende woord: dahlia

Slide 20 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord:
dominee
Noteer het meervoud van het volgende woord: dominee

Slide 21 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord:
rally
Noteer het meervoud van het volgende woord:    rally

Slide 22 - Open vraag

Noteer het meervoud van het woord:
EK
Noteer het meervoud van het volgende woord:       EK

Slide 23 - Open vraag

Aan de slag
Maken: online: opdracht 1, 2, 3 en 4
In je boek: opdracht 1, 2, 3, en 4

Leren: LessonUp

Werken aan de weektaak tot:
 9.45
Maak opdr. 1 t/m 4 en kijk na (blz. 124-125)
Spelling H3 blz. 94-95:
Meervouden op -en   opdracht 1, 2, 3 en 5

Spelling H4 blz. 124-125:
Meervouden op -s  1, 2, 3 en 6

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Aan het einde van de les kan ik woorden die in het meervoud eindigen op -s correct spellen.

Lesdoelen behaald?
Aan het einde van de les kan ik zelfstandige naamwoorden die in het meervoud eindigen op een -en, op de juiste manier spellen. 
Aan het einde van de les kan ik zelfstandige naamwoorden die in het meervoud eindigen op een -s, op de juiste manier spellen. 
Aan het einde van de les kan ik zelfstandige naamwoorden die in het meervoud eindigen op een -ee & -ie, op de juiste manier spellen. 

Slide 25 - Tekstslide

De stof van deze les beheers ik:
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Volgende les
Maandag: bijvoeglijk naamwoord
Dinsdag: leesles
Vrijdag: persoonsvorm verleden tijd
Volgende les

Slide 27 - Tekstslide