BVVJ 2.4 De organen voor vertering

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Thema 2: Voeding en vertering

KGT 2.4: De organen voor vertering

BK: 2.8 ONLINE

Wat gaa we doen vandaag

Terugblik

Leerdoelen KGT 2.4 en BK 2.8 ONLINE

theorie De organen voor vertering

Maken Thema 1:

Vandaag

Huiswerk bespreken

Instructie § 2.6

Aan de slag 

 Huiswerk opgeven

Huiswerk bespreken

 Instructie § 2.4

Aan de slag

 Huiswerk opgeven

BK

KGT

6 min

16 min

20 min

2 min

Maken Thema 1:

Huiswerk 22 november

Maken § 2.5

+

Leren 2.5

+

Nakijken

Maken § 2.5

+

Leren 2.5

+

Nakijken

BK

KGT

Leerdoelen: 

• Je benoemt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel.
  
• Je noemt de functies en kenmerken van de delen van het  verteringsstelsel.

Verteren:

Is het afbreken van grote voedingsstoffen tot kleinere stoffen:

De verteringsproducten

Het verteringsstelsel

Vertering

• Verteringsstelsel 
• Darmkanaal 

• Direct opnemen: glucose, water, vitaminen en mineralen. 
• Niet direct opnemen: eiwitten, koolhydraten en vetten. 
• Dit moet verteerd worden

Vertering

Vertering is het omzetten van voedingsstoffen in verteringsproducten.

Verteringsklieren maken verteringssappen:

• speekselklieren
• maagsapklieren
• lever en afvleesklier
• darmsapklieren (in de dunne darm)

Deze sappen zetten voedingsstoffen om in verteringsproducten. 

Die laatste worden vanuit de dunne darm opgenomen in het bloed.

Organen

De organen van het verteringsstelsel liggen voornamelijk in de romp.

Mondholte, keelholte, slokdarm

Voedsel in kleine stukjes kauwen > groter oppervlakte

Speeksselklieren produceren speeksel:

makkelijker slikken

tong duwt voedsel naar keelholte

slikken duwt voedsel in slokdarm, 

huig sluit neusholte af

strotklepje sluit luchtpijp af

Maag

darmperistaltiek duwt voedsel naar je maag

kring-, en lengtespieren in maagwand trekken afwisselend samen

voedsel wordt gekneed en vermengd met maagsap, dit bevat zoutzuur dat bacteriën doodt.

De maagportier is een kringspier.

Deze laat maar kleine hoeveelheden voedsel door naar de twaalfvingerige darm.

De maag is tijdelijke opslagplaats voor voedsel

Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier 

Gal (uit de lever) en alvleessap (uit de alvleesklier) wordt toegevoegd in deze darm.

Galblaas is een opslagplaats; geen klier.

Gal verteert niet, maar emulgeert.

Emulgeren 

Vetten vormen grote druppels.

Gal verdeelt dit in kleinere druppels; het oppervlak wordt hierdoor vergroot,.

Verteringssappen kunnen dan sneller op het vet inwerken.

Dunne darm

In de wand liggen darmsapklieren die darmsap produceren.

Darmsap verteert de laatste resten voedingsstoffen.

Blinde darm, dikke darm & endeldarm

Onverteerde voedselresten komen in de dikke darm. De dikke darm onttrekt het vele water wat zich hier nog in bevindt.

De ingedikte voedselresten gaan naar de endeldarm door de darmperistaltiek.

hoe werkt dat nou ook al weer?

Aan de slag

maken en nakijken/ verbeteren KGT 2.4

BK 2.8 ONLINE

Leerdoelen: 

• Je benoemt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel.
  
• Je noemt de functies en kenmerken van de delen van het  verteringsstelsel.

Doel: 

• Je benoemt in een afbeelding de delen van het verteringsstelsel.
  
• Je noemt de functies en kenmerken van de delen van het  verteringsstelsel.

Maken Thema 1:

Huiswerk 28 november

Maken § 2.6: 1-5

+

Leren 2.1+ 2.2 + 2.6

+

Nakijken

Maken § 2.4: 1-5

+

Leren 2.1+ 2.2 + 2.4

+

Nakijken

BK

KGT

Nabespreking

Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Volgende keer: Gezonde voeding

Nog meer info en/of oefenen