H1 paragraaf 1 + 2

Programma

Inleiding LV

LessonUp

Uitleg theorie

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Levensbeschouwing

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma

Inleiding LV

LessonUp

Uitleg theorie

Slide 1 - Tekstslide

Benodigdheden
  • snelhechter
  • schrift

 Leermateriaal
  • gedeelde lessen via
} app Lessonup
 } links Lessonup in SOM
  • geen boeken

App Lessonup
1. student.lessonup.io
2. registreren 
3. inloggen met geregistreerde gegevens
4. invoeren klascode: rlevp

Slide 2 - Tekstslide

Levensbeschouwing
Wat is levensbeschouwing?

Slide 3 - Tekstslide

Het vak levensbeschouwing
  • Een heel ander vak dan de andere vakken...
  • Niet: één antwoord is goed (zoals bijv. bij wiskunde, 1 + 1 = 2)
  • Maar: een antwoord is nooit fout.
  • Betekent dat dan dat alle antwoorden goed zijn? Dus je haalt altijd een 10?
  • Nee, het gaat erom dat je er over nadenkt. Dat je goed kunt uitleggen waarom je een bepaald antwoord het beste lijkt. 

Slide 4 - Tekstslide

beschouwen =
bekijken.

dus levensbeschouwing = de kijk op het leven

Slide 5 - Tekstslide

Levensbeschouwing 
  • Ieder mens heeft het
  • Er wordt gekeken naar de kijk op het leven, waarin antwoorden worden gegeven op levensvragen.


Slide 6 - Tekstslide

Levensvragen
  • Zijn vragen waar geen vast antwoord op is
  • Zes groepen (hoofd)levensvragen
  1. Wat is tijd?
  2. Wat is natuur?
  3. Wat is belangrijk in het leven?
  4. Wat is de betekenis van lijden en dood?
  5. Wie is de mens?
  6. Hoe leven mensen met elkaar samen?





Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 1

Wie ben ik?


Verdieping op levensvraag: wat is de mens?

Slide 8 - Tekstslide

Wat ga je vandaag leren?

Doelen

  • Aan het einde van de les ken je het begrip 'karakter'.
  • Aan het einde van de les weet je dat de mens een binnen- en een buitenkant heeft

Slide 9 - Tekstslide

Binnen- en buitenkant
  • Ieder mens is anders
  • De één houdt van sport en de ander van gamen
  • De één kan veel hebben en de ander juist niet
  • Een mens heeft een binnenkant en een buitenkant

Slide 10 - Tekstslide

Binnen- en buitenkant
  • De binnenkant wordt gevormd door een bepaald karakter en bepaalde overtuigingen, waaronder ook de levensbeschouwelijke standpunten.


  • De buitenkant van de mens gaat het om een bepaald gedrag, waaronder lichaamshouding, kleding en symbolen.


Slide 11 - Tekstslide

De binnenkant
  • Omschrijving binnenkant

Het karakter en bepaalde overtuigingen samen

  • Wat is nu karakter?

Slide 12 - Tekstslide

Karakter
  • Ieder mens heeft een karakter
  • Karakter betekent: de combinatie van vaste, innerljke eigenschappen van een persoon.  
  • Met vaste eigenschappen wordt bedoeld: eigenschappen die blijvend zijn. Die verschillen niet van dag tot dag.
  • Bij het karakter gaat het om een combinatie van een aantal innerlijke eigenschappen (hierdoor iedereen anders)

Slide 13 - Tekstslide

Karakter
  • Aan het gedrag van mensen kun je soms zien welk karakter ze hebben.

Voorbeeld:

Iemand die zuinig is, zal niet snel iets nieuws kopen

Een gevoelig meisje zal sneller huilen.

Slide 14 - Tekstslide



Voorbeelden karaktereigenschappen

Slide 15 - Tekstslide

De buitenkant
  • Levensbeschouwing heeft een binnen- en een buitenkant
  • De ideeën die mensen hebben over belangrijke zaken over het leven, kun je de binnenkant van levensbeschouwing noemen. 
  • Bij de buitenkant van levensbeschouwing gaat het om datgene wat zichtbaar is van levensbeschouwing in:
  1. algemeen voorkomen
  2. lichaamshouding
  3. rituelen en symbolen
  4. andere vormen van gedrag

Slide 16 - Tekstslide


  • Door middel van de volgende punten maakt een mens duidelijk hoe hij is en wie hij is:


  1. kleding
  2. schoenen
  3. haardracht

(uiterlijk)


  • Hierdoor kun je duidelijk maken wie je bent en hoe je over bepaalde dingen denkt


Voorbeelden

  1. een leerling die achterstevoren in de klas zit.
  2. een leerlingen die onderuitgezakt in de stoel zit.
Algemeen voorkomen
Lichaamshouding

Slide 17 - Tekstslide

Symbolen en rituelen
Men maakt gebruik van symbolen . 
Die geven aan hoe je over belangrijke dingen het leven denkt. 
Dit geldt ook voor rituelen.

Voorbeeld symbolen
- kruisje om de hals 


voorbeelden rituelen
beschuit met muisjes bij geboorte 
tas buiten hangen bij slagen eindexamen

Slide 18 - Tekstslide