Dagbesteding les 8

Dagbesteding
les 8
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding
les 8

Slide 1 - Tekstslide

les agenda 
  • Terugblik vorige les
  • Behandelen theorie

  • Vragen?

Slide 2 - Tekstslide

sociaal psychologische component
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te passen
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 3 - Quizvraag

Cognitieve component
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te passen
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 4 - Quizvraag

handelingscomponent
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 5 - Quizvraag

motorische component
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te passen
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 6 - Quizvraag

Dagbesteding



Thema 1 Activiteiten aanbieden
Hoofdstuk 4 Methodisch begeleiden van dagbesteding


Leerdoel: aan het einde van de les weet je wat de methodische cyclus is, wat de begin situatie is en waaraan je moet denken bij het opstellen van doelen. 
 



Slide 7 - Tekstslide

Methodische cyclus
Beginsituatie: 
- Gericht informatie verzamelen

Er is een  verschil in directe informatie                                                  en indirecte informatie. 

Slide 8 - Tekstslide

timer
1:00
Op welke manier kun je informatie verzamelen over de cliënt?

Slide 9 - Woordweb

Stap 1: Beginsituatie
Eerste indruk : een warm welkomstgevoel laten ervaren --> veiligheid is een basisvoorwaarde. 
Voorinformatie:  is er al een dossier? 
De hulpvraag: deze is leidend. 



Slide 10 - Tekstslide

timer
1:00
Wat is het verschil tussen een impliciete en een expliciete hulpvraag?

Slide 11 - Woordweb

Soorten informatie Lijsten
Doel: het verkrijgen van extra informatie van en over een cliënt. 

- Intakelijst aan de hand van de levensloop; 
- Open intakelijst; 
- Hulpvraaggerichte intakelijst. 


Slide 12 - Tekstslide

Beginsituatie
Gericht observeren
- Hoe maakt hij contact in de groep? 
- Hoe reageert de groep op hem? 
- Hoe maakt hij contact met het materiaal, de opdracht?
- Wat zijn mogelijkheden (en onmogelijkheden) m.b.t emotionele en cognitieve vaardigheden
- Zijn er bijzondere gedragingen 
-  Welke nog meer? 

Slide 13 - Tekstslide

Analyse van de beginsituatie
Alle Informatie ordenen en de inhoud moet juist worden geïnterpreteerd. 

--> het doel is om te komen tot een doelformulering en een aansluitende activiteitenkeus. 

Slide 14 - Tekstslide

timer
1:00
Stap 2: doelen formuleren
Wat is belangrijk bij het stellen van doelen?

Slide 15 - Woordweb

Stap 2: Doelen formuleren

Samen met de cliënt bepaal je waar je uit wilt komen. 
Doelen geven richting aan je handelen. 

Er zijn hoofddoelen en werkdoelen te onderscheiden. 


Slide 16 - Tekstslide

Casus
Mevr P. is 51 jaar. Ze werd een jaar geleden getroffen door een CVA en raakte halfzijdig verlamd en heeft problemen met communiceren. Hierdoor kan zij niet terugkeren als onderwijzer op de basisschool. Het werken met de kinderen was haar lust en leven. Na een ziekenhuisopname verblijft ze nu in het verpleeghuis waar ze verder revalideert. Het MD team gaat stapsgewijs te werk om samen met haar zelfstandig wonen te realiseren.  

Wat is belangrijk in de beginsituatie? 
Wat is het hoofddoel? 
 

Slide 17 - Tekstslide

Casus
In het team is de voortgang besproken en het thema is zelfstandigheid 
De doelstelling wordt als volgt geformuleerd: 
Mevrouw van Putten heeft haar handicap geaccepteerd, functioneert zelfstandig en heeft weer een zingeving in haar verder bestaan. 

Welke werkdoelen kun je hierbij formuleren? 

Slide 18 - Tekstslide

Bedankt voor de aandacht. 
Zijn er nog vragen? 

Neem door uit het boek: 
paragraaf 4.4, 4.5 en 4.6

Slide 19 - Tekstslide