Dagbesteding les 6

Dagbesteding
les 6
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding
les 6

Slide 1 - Tekstslide

Dagbesteding



Thema 1 Activiteiten aanbieden
Hoofdstuk 4 Methodisch begeleiden van dagbesteding


Leerdoel: aan het einde van de les weet je wat de methodische cyclus is, wat de begin- situatie is en waaraan je moet denken bij het opstellen van doelen. 
 



Slide 2 - Tekstslide

Methodische cyclus

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
Op welke manier kun je informatie verzamelen over de cliënt?

Slide 4 - Woordweb

Stap 1: Beginsituatie
Beginsituatie:
- Gericht informatie verzamelen

- Voorinformatie verzamelen:  is er al een dossier? 

Er is een verschil in directe informatie en indirecte informatie. 

De hulpvraag: deze is leidend. 



Slide 5 - Tekstslide

timer
1:00
Wat is het verschil tussen een impliciete en een expliciete hulpvraag?

Slide 6 - Woordweb

Beginsituatie
Gericht observeren
- Hoe maakt hij contact in de groep? 
- Hoe reageert de groep op hem? 
- Hoe maakt hij contact met het materiaal, de opdracht?
- Wat zijn mogelijkheden (en onmogelijkheden) m.b.t emotionele en cognitieve vaardigheden
- Zijn er bijzondere gedragingen 
-  Welke nog meer? 

Slide 7 - Tekstslide

Analyse van de beginsituatie
Alle Informatie ordenen en de inhoud moet juist worden geïnterpreteerd. 

--> het doel is om te komen tot een doelformulering en een aansluitende activiteitenkeus. 

Slide 8 - Tekstslide

timer
1:00
Stap 2: doelen formuleren
Wat is belangrijk bij het stellen van doelen?

Slide 9 - Woordweb

Stap 2: Doelen formuleren

Samen met de cliënt bepaal je waar je uit wilt komen. 
Doelen geven richting aan je handelen. 

Er zijn hoofddoelen en werkdoelen te onderscheiden. 


Slide 10 - Tekstslide

Casus (blz 64)
Mevr P. is 51 jaar. Ze werd een jaar geleden getroffen door een CVA en raakte halfzijdig verlamd en heeft problemen met communiceren. Hierdoor kan zij niet terugkeren als onderwijzer op de basisschool. Het werken met de kinderen was haar lust en leven. Na een ziekenhuisopname verblijft ze nu in het verpleeghuis waar ze verder revalideert. Het MD team gaat stapsgewijs te werk om samen met haar zelfstandig wonen te realiseren.  

Wat is belangrijk in de beginsituatie? 
Wat is het hoofddoel? 
 

Slide 11 - Tekstslide

Casus
In het team is de voortgang besproken en het thema is zelfstandigheid 
De doelstelling wordt als volgt geformuleerd: 
Mevrouw van Putten heeft haar handicap geaccepteerd, functioneert zelfstandig en heeft weer een zingeving in haar verder bestaan. 
Meetbare doelstelling: Mevrouw van Putten is in staat haar boodschappen zelfstandig te doen, eventueel met hulpmiddelen.
Welke werkdoelen kun je hierbij formuleren? 
--> uitdiepen van de doelstelling in werkdoelen.

Slide 12 - Tekstslide

Stap 3: Plan voorbereiden
Doorloop de 6 ' W's'
1) Om wie gaat het?
2) Waarom vindt de activiteit plaats?
3) Wat vindt er precies plaats?
4) Welke activiteiten zijn er nodig (waarmee) ? 
5) In welke omgeving vindt de activiteit plaats (waar)? 
6) Het tijdstip, de duur en de frequentie (wanneer)? 

Slide 13 - Tekstslide

Fragment dagbesteding
Er volgt een filmpje over dagbesteding. 
Noteer welke zaken jij ziet/hoort ten opzichte van 
de 6 W's: 
Wie, waarom, wat, waarmee (welke activiteiten), waar (welke omgeving), wanneer (tijdstip, duur en frequentie). 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

timer
1:00
Dien je altijd in te grijpen als je ziet dat iets niet lukt bij een cliënt tijdens een activiteit?

Slide 16 - Woordweb

Plan uitvoeren
De activiteit is het middel om je doel te bereiken, nooit het doel op zich. 

Tijdens de activiteit: Observeren, signaleren en durven bij te stellen. 

Slide 17 - Tekstslide

timer
1:00
Waar denk je aan bij evalueren?

Slide 18 - Woordweb

Stap 5: Evalueren 
Evalueren is een waardebepaling. Je blikt terug en je kijkt vooruit. 
Je gaat na hoe het hele proces vanaf de beginsituatie tot en met de uitvoering van de activiteit is verlopen.
Evaluatievragen
- De beginsituatie
- Doelformulering en formulering van concreet gedrag
- Keuze van activiteit
- Mijn begeleiding
- De uitvoering van de activiteit
                                                                                    Conclusies trekken 


Slide 19 - Tekstslide

Bedankt voor de aandacht. 
Zijn er nog vragen? 


Slide 20 - Tekstslide