Les 10. H3

Telefoon in telefoontas 
Als de timer is afgelopen heb je...

  • Tas op de grond
  • Leer- en opdrachtenboek op tafel
  • Telefoon in de telefoontas

timer
3:00
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Telefoon in telefoontas 
Als de timer is afgelopen heb je...

  • Tas op de grond
  • Leer- en opdrachtenboek op tafel
  • Telefoon in de telefoontas

timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide


Vandaag
- Toetsweek stof = H1, H2, H3
- Herhalen H3.1 - H3.4
- Uitleg H3.5 & H3.6
- Bespreken RTTI H2

Slide 2 - Tekstslide


Vandaag
SE: H1, H2, H3. 
(telt 10% voor je Schoolexamencijfer & 3x mee voor je overgang + herkansbaar). 
Toets 120 min
Eigen atlas meenemen mag niet, leggen we voor je klaar.
Toetsweek stof

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht

  • Wat?  Maken startopdracht 
  • Klaar? Doornemen H3.5 & H3.6
timer
8:00

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken startopdracht 

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling:  §3.1 - §3.4
  • Wat bedoelen we met duale arbeidsmarkt?
  • Waarom zorgt kenniseconomie voor sociale ongelijkheid?
  • Welke problemen komen er voor in de steden? Welke oplossing bieden smart cities voor deze problemen?
  • Wat is het verschil tussen saneren en renoveren?
  • Wat bedoelen we met de term gentrificatie? Waar komt dit voor? En waar is dit een probleem?

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk bespreken: 
§3.3: opdr. 1,4,5 & §3.4: opdr. 2,3,6

Slide 7 - Tekstslide

Even opfrissen

Slide 8 - Tekstslide

3.3 Verschil tussen zomer en winter
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 
Openingsfoto

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag
  • §5: Het buurtprofiel
  • §6: De woonomgeving

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen §3.5



  • Uit welke drie onderdelen bestaat een buurtprofiel?

  • Welke gegevens moet je verzamelen om buurten met elkaar te vergelijken?

  • Op welke wijze maakt een bestuurder gebruik van verzamelde gegevens uit een buurtprofiel? 



Slide 11 - Tekstslide

Pak je aantekeningenschrift erbij


= aantekeningen maken

Slide 12 - Tekstslide

§3.5 Het buurtprofiel

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


Wat maakt een wijk ´slecht´ of ´goed´

Welke gegevens moeten we daarvoor verzamelen?

Slide 16 - Tekstslide

Welke onderdelen zitten in een buurtprofiel?

Slide 17 - Tekstslide

Buurtprofiel
Samenvatting van de belangrijkste kenmerken van een buurt.

Inhoud: 
  • Kenmerken bewoners (1)
  • Kenmerken woningen (2)
  • Kenmerken woonomgeving (par 3.6)

Slide 18 - Tekstslide

Bewoners
kenmerken (1)

  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners

Slide 19 - Tekstslide

Kwaliteit woningvoorraad
Aan woningen is te zien in welke tijd ze gebouwd werden en hoe de leefomstandigheden op dat moment waren. 

  • Eind 19e eeuw: industrialisatie en urbanisatie, goedkope huurwoningen voor arbeiders. Slechte leefomstandigheden -> 1901 woningwet;
  • Na WOII: woningnood, goede kleine eengezinswoningen;
  • Woningnood blijft aan: portiekflats met plantsoenen en parkeerplaatsen;
  • Jaren '70: galerijflats, ruime flats, veel voorzieningen en openbaar groen;
  • Na 1980: stadsvernieuwing + nieuwbouwwijken middeninkomens;
  • Na 1985: aantrekkelijke stad -> nieuwe dure huizen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Woningkenmerken (2)
Oudere, goedkopere, slecht onderhouden huurwoningen (flatwijken, vooroorlogse wijken) -> arme mensen (niet-westerse allochtonen, alleenstaande ouders, ouderen)

duurdere, goed onderhouden koopwoningen (jaren '30, vinex, monumentale stadswoningen -> hoger inkomen (gezinnen met kinderen en autochtonen)


Slide 22 - Tekstslide

19e -eeuwse arbeiderswijk
Vroeger arm, nu populair onder relatief jonge (rijke) mensen met 1 of 2 kinderen

Slide 23 - Tekstslide

Woningkenmerken?
±1910, woningbouwcorporatie, etagewoningen, goed onderhouden.

Bewonerskenmerken?
Kleine huishoudens, veel allochtonen, laag inkomen, veel alleenstaanden.

Slide 24 - Tekstslide

Woningkenmerken?
Jaren '60/'70, corporatie, galerijflat, vaak redelijk goed onderhouden.

Bewonerskenmerken?
Ruime flats: grotere huishoudens met kinderen, veel allochtonen, laag-midden inkomen.

Slide 25 - Tekstslide

Woningkenmerken?
Na 1990, koop en ± 30% sociale huur, rijtjes / appartementen, vrijstaand, goed onderhouden, want nieuw.

Bewonerskenmerken?
Gemiddeld grotere huishoudens, hogere inkomens, autochtonen, gezinnen met kinderen.

Slide 26 - Tekstslide

1. Woningkenmerken:
  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud
2. Bewonerskenmerken:
  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners
3. Kenmerken van de woonomgeving

Slide 27 - Tekstslide

1. Woningkenmerken:
  • ouderdom
  • eigendom
  • woningtype
  • staat van onderhoud
2. Bewonerskenmerken:
  • Grootte huishouden
  • Etniciteit
  • Inkomen
  • Gezinsfase
  • Leeftijd bewoners
3. Kenmerken van de woonomgeving

Slide 28 - Tekstslide

Samengevat...

Slide 29 - Tekstslide

0

Slide 30 - Video

Verwerken


Wat?
 Maken §3.5: opdr. 1,3,4
Hoe? Alleen 
Klaar? Doornemen §3.6 

timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Vandaag
  • §6: De woonomgeving

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen §3.6



  • Welke maatregelen hebben een positief gevolg voor de leefbaarheid van een wijk?

  • Uit welke drie kenmerken bestaat een buurtprofiel?

  • Wat voor effectieve maatregelen kan een bestuurder nemen om de sociale cohesie in een wijk te bevorderen? 



Slide 33 - Tekstslide

Woonomgeving
Sociale veiligheid

1.Subjectief: gevoel
2.Objectief: gemeten 

Afhankelijk van persoonlijke kenmerken

Slide 34 - Tekstslide

Woonomgeving
Sociale veiligheid

1.Subjectief: gevoel
2.Objectief: gemeten 

Afhankelijk van persoonlijke kenmerken

Slide 35 - Tekstslide

Probleemwijken

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

De woonomgeving
Leefbaarheid

Hoe wordt dit gemeten?
  • Onderhoud
  • Veiligheid
  • Vervuiling

Objectief of subjectief?

Slide 38 - Tekstslide

Veiligheid
Sociale (on)veiligheid: de mate van veiligheid binnen een samenleving. 

Objectief: feitelijke cijfers
Subjectief: het gevoel dat mensen ervaren

Slide 39 - Tekstslide

Sociale Cohesie

Het gevoel van saamhorigheid

-> invloed op leefbaarheid


Slide 40 - Tekstslide

Sociale Cohesie

Het gevoel van saamhorigheid

-> invloed op leefbaarheid


Slide 41 - Tekstslide

Maatregelen
Welke maatregelen kunnen genomen worden en door wie, 
op het gebied van:

  • Veiligheid (objectief en subjectief)
  • Onderhoud
  • Vervuiling

Slide 42 - Tekstslide

Toets bespreken

Slide 43 - Tekstslide

Toets bespreken

Slide 44 - Tekstslide

Toets bespreken; regels
  • Ik bespreek de toets, jullie luisteren. Daarna luister ik naar jullie
  • Vragen pas na afloop van de uitleg. Niet onderbreken tijdens uitleg.

Slide 45 - Tekstslide