Enquêtevragen

Enquêtevragen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Enquêtevragen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een enquête opstellen
  • Wat wil je weten? Op welke "hoofdvraag" wil je uiteindelijk een antwoord hebben?
    Bijvoorbeeld: "Hoe waarderen onze klanten onze sauna". 
  • Aan de hand van deze hoofdvraag kan je vervolgens thema's uitdenken
    Bijvoorbeeld : faciliteiten, vriendelijkheid personeel, hygiëne en mogelijkheden van parkeren. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tools
  • Google Forms
  • SurveyMonkey
  • Enz.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zet je in de inleiding van een enquête? 

  • Het onderwerp: waar gaat het onderzoek over?
    Bijvoorbeeld: klanttevredenheid van klanten van bedrijf X.
  • Hoeveel vragen en/of hoeveel tijd het kost om in te vullen. 
  • Waar de verzamelde resultaten voor worden gebruikt
    Bijvoorbeeld: voor het verbeteren van de klantenservice van bedrijf X. 
  • Vermeld indien van toepassing dat de anonimiteit van de respondent wordt gewaarborgd. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende typen vragen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerkeuzevragen
  • Eenvoudig te analyseren.
  • Omdat de antwoordopties vastliggen, is deelname aan de enquête een stuk prettiger voor uw respondenten.
  • De respondent moet kiezen uit een vaste lijst met opties.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Net Promoter Score-vragen 
  • Beoordelingsschaal
  • klantenloyaliteit/klanttevredenheid

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 0–6 = Criticasters: ontevreden klanten die uw merk kunnen schaden via negatieve mond-tot-mondreclame
  • 7–8 = Passieven: tevreden maar onverschillige klanten die makkelijk kunnen worden overgehaald door de concurrentie
  • 9–10 = Promotors: trouwe klanten die zullen blijven kopen en anderen zullen doorverwijzen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Likert-schalen
  • 'bent u het eens of oneens' 
  • Om meningen of houdingen over allerlei onderwerpen te meten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Matrixvragen
  • Als je een paar vragen op rij wilt stellen met dezelfde reactieopties, kan je het beste een matrixvraag gebruiken.
  • Zeer grote matrixen kunnen soms tot verwarring leiden en zijn soms moeilijk in te vullen op mobiele apparaten.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open vragen
  • Niet handig voor kwantitatieve analyse
  • Door je respondenten feedback te laten geven in hun eigen woorden, kan je kansen ontdekken die je anders misschien had gemist.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demografische vragen
  • Bij het juiste gebruik van deze vragen krijgt u een beter inzicht in uw doelgroep.
  • Met klassieke demografische vragen verzamel je informatie zoals leeftijd, gender, relatiestatus en beroep. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar voldoet een goede enquêtevraag aan?

Slide 17 - Tekstslide

https://www.onderzoekdoen.nl/enquete-onderzoek/waar-voldoet-een-goede-enquete-vraag-aan/
Een goede vraag bevraagt maar één onderwerp.
X

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag bevraagt maar één onderwerp.
V

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag stuurt niet.
X

Wat vind je van de manier waarop de organisatie op de nasleep van de problematische verhuizing heeft gereageerd?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag stuurt niet.
V

Hoe vind je dat de organisatie op de verhuizing heeft gereageerd?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag bevat geen dubbele ontkenningen.
X

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag bevat geen dubbele ontkenningen.
V

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag is niet te lang.
  • Te lang? 
  • Gaat ten koste van de leesbaarheid. 
  • Dit kan leiden tot onbruikbare resultaten en respondenten die vroegtijdig met het onderzoek stoppen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag is duidelijk geformuleerd.
  • Taalgebruik
  • Informatie-icoontje

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag houdt rekening met alle mogelijkheden.
X

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag houdt rekening met alle mogelijkheden.
V

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag genereert antwoorden waar je wat mee kan.
X

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede vraag genereert antwoorden waar je wat mee kan.
V

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips

Slide 30 - Tekstslide

https://www.onderzoekdoen.nl/enquete-onderzoek/waar-voldoet-een-goede-enquete-vraag-aan/
Tips
  • Korte vragenlijst (10 minuten)
  • Groepeer vragen: zorg ervoor dat vragen over hetzelfde onderwerp bij elkaar staan.
  • Stel gevoelige vragen aan het eind van de vragenlijst. De respondent is na het beantwoorden van andere vragen eerder geneigd om gevoelige informatie te delen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
  • Vertel dat de gegevens anoniem gehouden worden. Dit verhoogt de bereidheid een onderzoek in te vullen.
  • Zorg ervoor dat de vragenlijst er verzorgd uitziet. Dit verhoogt de invulbereidheid.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies