WEBB 26.1

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welkom

5 havo BEDRIJFSECONOMIE||  2022-2023

Programma

• Lesdoelen
  
• Theorie
• Aan de slag

H26 Begrote en  

werkelijke winst 

Leerdoelen

• Je kunt de in- en verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen 
• Je kunt de aan de belastingdienst af te dragen btw berekenen 

 Begrote en werkelijke winst 

§1 Omzetbelasting oftewel BTW (Belasting Toegevoegde Waarde)

Ieder bedrijf brengt BTW in rekening. Dit moet worden afgedragen aan de belastingdienst. Bedrijven betalen ook BTW, maar deze kunnen zij terug vorderen van de belastingdienst.

Tarieven: 21%, 9% en 0%

Bereken de verkoopprijs incl. btw

• 1,21 x € 13.160 = € 15.923,60 

Bereken de verkoopprijs excl. btw

• € 41.140 / 1,21 = € 34.000

Af te dragen omzetbelasting (btw)

• Een ondernemer betaalt btw over alle producten en dienst die hij/ zij inkoopt 
• Een ondernemer brengt aan zijn/ haar klanten btw in rekening over de producten die hij / zij verkoopt 
• De onderneming doet eens per kwartaal btw-aangifte
  
  
• Af te dragen btw = ontvangen btw - betaalde btw

Er wordt een bank ingekocht voor €300 exclusief 21% BTW. Hoeveel is de BTW? Noteer de berekening

In een winkel wordt een bank verkocht voor €4820 inclusief 21% BTW. Hoeveel bedraagt de BTW?

Je hebt boodschappen gedaan bij de Plus en hebt € 59,36 betaald incl. 6% btw. Hoeveel is de opbrengst voor Plus?

1. €62,92
2. €55,80
3. €56,-
4. €53,78

Omzet exclusief 21% btw is €20.280,- De betaalde btw aan leveranciers (voor de inkoop hiervan) is €3832,12. Hoeveel btw moet er per saldo worden afgedragen aan de belastingdienst?

1. €3.848
2. €2.788
3. €426,68
4. €4.258,80

Opgave 26.1 t/m 26.4 maken 

Eerder klaar? 

Lees paragraaf 26.2 

en ga door met opgave 5 en 6

Opgave 26.3

• Af te dragen btw = ontvangen btw - betaalde btw
• = 0,09 x € 100.000 - 0,09 x € 75.000 = € 2.250

Opgave 26.4 A

• (0,75 + 3 x 0,75) x 1,09 = 3,27 afgerond € 3,30