h26 Begrote en werkelijke winst

H26 Begrote en werkelijke winst

Vandaag:
Paragraaf 26.1 Omzetbelasting
Paragraaf 26.2 Verkoopprijs

timer
5:00
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H26 Begrote en werkelijke winst

Vandaag:
Paragraaf 26.1 Omzetbelasting
Paragraaf 26.2 Verkoopprijs

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet zo'n foto?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

In welk land ligt de hoogste berg van ZA?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Hoe vaak wordt de titelsong Around The World herhaalt...

Slide 7 - Open vraag

Welk vak of vakken vallen tot nu toe mee of tegen?

Slide 8 - Open vraag

Zorg dat je meeschrijft met de opgave
Boeken erbij plus schrift en rekenmachine
Laatste les aftekenen (woensdag) 26.3, 26.5, 26.8, 26.12
Woensdag bespreken opgaven HF25

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de in- en verkoopprijs inclusief en exclusief btw berekenen 
  • Je kunt de aan de belastingdienst af te dragen btw berekenen 
  • Je kunt de voor- en nacalculatorische winst berekenen en de verschillen tussen beide analyseren
  • Je kunt het financieringsresultaat specificeren op de resultatenrekening

Slide 10 - Tekstslide

Bereken de verkoopprijs incl. btw
  • 1,21 x € 13.160 = € 15.923,60 

Slide 11 - Tekstslide

BTW, omzetbelasting
3 tarieven

- 6% voor noodzakelijke levensbehoeften
- 21% voor luxe goederen
- 0% voor vrijgestelde goederen ( bijv. onderwijs, zorg, export )

Slide 12 - Tekstslide

Rekenen met BTW
Verkoopprijs jas € 125 excl. btw 21%. 

  • Bereken het btw-bedrag 
  • Bereken de consumentenprijs
125/ 100 x 21 = 26,25
125 x 1,21 = 151,25

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de consumentenprijs?
A
de verkoopprijs zonder btw
B
de verkoopprijs excl. de brutowinst
C
de verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs

Slide 14 - Quizvraag

Rekenen met BTW
Een spijkerbroek kost €129,95 incl. 21% BTW
Bereken het BTW-bedrag
129,95/121 x 100 = 107,40
€129,95/121 x 21 = €22,55
VKP excl BTW €129,95/121 x 100 = €107, 40 (of: €129,95/1,21)

Slide 15 - Open vraag

Verkoopprijs (excl.)
Een stoel kost inkoop € 40, de ondernemer rekent een winstopslag van 150% van de inkoopprijs.
  • Inkoopprijs                                     100 %
  • Winstopslag  +                                   X %  +
  • Verkoopprijs                           100 + X %
  
Bereken de verkoopprijs van de stoel 
€40 / 100 x 250 = €100
of: €40 x 2,5

Slide 16 - Tekstslide

Verkoopprijs (excl.)
Een stoel kost inkoop € 40, de ondernemer rekent een winstopslag van 50% van de verkoopprijs.  

  • Inkoopprijs                              € 40 =  .....%
  • Winstopslag  +                                     50 %  +
  • Verkoopprijs                                        100 %
 
Bereken de verkoopprijs van de stoel
De verkoopprijs is hierbij 100%. De winstopslag is 50% van de verkoopprijs wat betekent dat de inkoopprijs eveneens 50% van de verkoopprijs is. 
De inkoopprijs is gegeven en bedraagt € 40. 
De verkoopprijs = € 40 + € 40 = € 80 

Slide 17 - Tekstslide

Opgave 26.3
  • Af te dragen btw = ontvangen btw - betaalde btw
  • = 0,09 x € 100.000 - 0,09 x € 75.000 = € 2.250

Slide 18 - Tekstslide

Opgave 26.5 
  • Brutowinst = (774,40 / 1,21) - 400 = 240 
  • BW-percentage van de inkoopprijs = 240/400 x 100% = 60%
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Hoe bereken ik de verkoopprijs?
A
omzet + brutowinstmarge
B
verkoopprijs + brutowinstmarge
C
inkoopprijs + btw
D
inkoopprijs + brutowinstmarge

Slide 20 - Quizvraag

Brutowinstmarge
  • De brutowinstmarge is de brutowinst uitgedrukt als percentage van de inkoopprijs

Omzet 
Inkoopwaarde van de omzet -
Brutowinst 

  • Brutowinstmarge =  


inkoopprijsbrutowinst

Slide 21 - Tekstslide

De brutowinstmarge is .......
A
een percentage van de verkoopprijs
B
een percentage van de omzet
C
een percentage van de btw
D
een percentage van de inkoopprijs

Slide 22 - Quizvraag

Brutowinstmarge voorbeeld
De inkoopprijs van een laptop is € 900. De verkoopprijs is
€ 1.500.
  • Bereken de brutowinstmarge in euro's 
  • Bereken de brutowinstmarge in procenten van de inkoopprijs 
600 : 900 x 100% = 66,7%
1500 - 900 = 600

Slide 23 - Tekstslide

De inkoopprijs van een telefoon van het merk Samsung is € 400. De verkoopprijs van de telefoon is € 900.

Bereken de brutowinstmarge in procenten van de inkoopprijs

Brutowinstmarge in euro's:
€ 900 - € 400 = € 500
Brutowinstmarge in procenten:
€ 500 : € 400 X 100% = 125%

Slide 24 - Open vraag

De inkoopprijs van een Gucci-riem is € 150. De brutowinstmarge is 120%. Bereken de verkoopprijs.

Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstmarge
brutowinstmarge = (120% van € 150) = 1,2 x € 150 = € 180
Verkoopprijs = € 150 + € 180 = € 330

Slide 25 - Open vraag

Begrote of werkelijke winst
Winst
Begroting: winst die wordt verwacht => "verwachte", "begrote" of "voorcalculatorische" (van tevoren berekend) winst.

Realisatie: winst die werkelijk behaald is => "werkelijke", "gerealiseerde" of nacalculatorische" (achteraf berekend) winst.

Slide 26 - Tekstslide

Verwachte winst:

Verwachte Omzet
Verwachte Inkoopwaarde -
=Verwachte Brutowinst
Verwachte Bedrijfskosten -
= Verwachte Nettowinst
Of:
Verwachte Brutowinst
Verwachte Bedrijfskosten -

Verwachte interestopbrengst+
Verwachte interestkosten -
= Financieringsresultaat +/-

= Verwachte Nettowinst

Slide 27 - Tekstslide

Opgave 26.8
  • a) 8.400 x 15 + 2.600 x 7 = € 144.200
  • b) € 144.200 - 8.400 x 9 - 7.800 - 25.000 - 2.400 = € 33.400 
  • d)  

Slide 28 - Tekstslide

Verschillenanalyse
Hierbij moet je een vergelijking maken tussen de verwachte winst en de werkelijke winst en het verschil analyseren:    

Waarom is de brutowinst hoger/lager dan verwacht?
Verandering verkoopprijs? Verandering inkoopprijs? Verandering afzet?

Welke kosten zijn er hoger/lager dan verwacht en met hoeveel €€?

Slide 29 - Tekstslide

voorcalculatie: afzet 18.000, vkp €30, ikp €20
nacalculatie: afzet 17.000, vkp €30, ikp €22
Bereken het verschil in brutowinst
timer
3:00

Slide 30 - Open vraag

voorcalculatie: afzet 18.000, vkp €30, ikp €20
nacalculatie: afzet 17.000, vkp €30, ikp €22
Bereken het verschil in brutowinst door lagere omzet
timer
3:00

Slide 31 - Open vraag

voorcalculatie: afzet 18.000, vkp €30, ikp €20
nacalculatie: afzet 17.000, vkp €30, ikp €22
Bereken het verschil in brutowinst door andere inkoopwaarde
timer
3:00

Slide 32 - Open vraag

Keuze programma
26. 12 (aftekenen 26.3, 26.5, 26.8) plus overige antwoorden
of Syllabus (onderstreep wat je al weet)

Slide 33 - Tekstslide

Opgave 26.12 
  • a) 25 x 1,85 x 1,21 = € 55,96

Slide 34 - Tekstslide

Opgave 26.12 
  • b) 850.630/1,21 - 385.000 - 22.000 - 82.000 - 38.200 = € 175.800

Slide 35 - Tekstslide