Examentraining vwo 6

Examentraining vwo 6
HC burgers en steden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Examentraining vwo 6
HC burgers en steden

Slide 1 - Tekstslide

Wie hoorden niet bij de "poorters"
A
ambachtslieden
B
kooplieden
C
geestelijken
D
ongeschoolde arbeiders

Slide 2 - Quizvraag

Atrecht;
Welke landbouwontwikkeling was voornamelijk belangrijk voor de groei van Atrecht in de Late Middeleeuwen?
A
Drieslagstelsel
B
Ontginningen
C
Betere bemesting
D
IJzeren ploeg met paarden

Slide 3 - Quizvraag

In 1267 werd de Hanze opgericht. Wat is NIET WAAR over de Hanze?
A
De Hanze was een samenwerking tussen steden.
B
De Hanze leverde de kooplieden veel voordelen op, zoals afspraken over goedkopere prijzen.
C
Bij de Hanze waren veel gildes aangesloten die hun producten zo beter konden verkopen.
D
De IJssel was een rivier waaraan veel Hanze steden lagen.

Slide 4 - Quizvraag

Waarom was Brugge rond 1300 de belangrijkste stad van de Lage Landen?
A
In andere steden waren veel burgeroorlogen, in Brugge was vrede
B
Goede ligging aan Noordzee en verbinding met handelsnetwerken
C
Andere steden hadden minder stadsrechten
D
Doordat er een bisschop zat was het altijd een stad gebleven

Slide 5 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak voor het verval van de jaarmarkten en de opkomst van Brugge?
A
Handelaren brachten waren direct naar Brugge via de zee
B
Toenemend oorlogsgeweld maakte handel over weg te gevaarlijk
C
Door het periodieke karakter van de jaarmarkten konden handelaren niet genoeg verdienen aan de handel
D
Belasting op de handel maakte de handel op jaarmarkten minder rendabel

Slide 6 - Quizvraag

De economische bloei van steden in de Lage Landen verliep in de volgende volgorde:
A
Brugge, Atrecht, Antwerpen, Gent
B
Atrecht, Antwerpen, Amsterdam, Brugge
C
Atrecht, Brugge, Antwerpen, Amsterdam
D
Rotterdam, Gouda, Delft, Brussel

Slide 7 - Quizvraag

Wat was géén oorzaak van het feit dat Antwerpen de positie van Brugge overnam
A
Antwerpen was goed voor zeeschepen bereikbaar via de Schelde
B
Antwerpen lag dichtbij rivieren als de Rijn en de Maas
C
Brugge werd bezet door een Spaans leger
D
Portugal besluit koloniale waren direct in Antwerpen te verkopen

Slide 8 - Quizvraag

De Guldensporenslag was...
A
een overwinning van de Vlaamse burgers op het ridderleger van de koning
B
een overwinning van het patriciaat op de Vlaamse burgers
C
Een overwinning van het Franse ridderleger op het leger van de Vlaamse graaf
D
een overwinning van de Vlaamse burgers op de legers van de Vlaamse graaf

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van stadsrechten, en wat moesten steden doen in ruil voor stadsrechten?
Stadsrecht
In ruil voor stadsrecht
Een stadsmuur bouwen
Soldaten leveren in oorlog
Zelf wetten maken
Zelf markten organiseren
Belasting betalen

Slide 10 - Sleepvraag

Zet de volgende gebeurtenissen op de juiste volgorde van tijd in de tijdbalk:
1
2
3
4
5
goede contacten Vlaanderen - Engeland
landbouwoverschot
steden krijgen stadsrechten
Guldensporenslag
patriciërs krijgen macht in het stadsbestuur

Slide 11 - Sleepvraag

Is iedere stelling juist of onjuist?
JUIST
ONJUIST
Steden met stadsrechten mochten zichzelf besturen.

Allen de koning van een land kon stadsrechten aan een stad verlenen.
Een stad met stadsrechten mocht een eigen munt slaan.
In een middeleeuwse stad woonden vooral boeren.
In ruil voor stadsrechten betaalde een stad belasting aan de heer van het gebied.

Slide 12 - Sleepvraag

Zet in de goede tijdsvolgorde van boven naar beneden.
Je bent meester en mag zelfstandig aan het werk
Je wordt poorter (officieel burger) van de stad Dordrecht
Je gaat als leerling bij een meester aan het werk
Je legt een meesterproef af
Je wordt gezel 

Slide 13 - Sleepvraag

Wat was de 'bonum commune'?
A
Het gemeenschappelijk leven van begijnen
B
Het algemeen belang van de poorters
C
Het streven naar gezamenlijk bestuur van de Nederlanden
D
Het bouwen van stadsmuren

Slide 14 - Quizvraag

Wat was het belangrijkste kenmerk van de moderne devotie
A
nadruk op individuele verantwoordelijkheid
B
de kerk en geestelijkheid bepaald goed en kwaad
C
wilden zich afscheiden van katholicisme
D
eerste protestantse geloof van NL

Slide 15 - Quizvraag

Karel de Stoute wilde: 'Uniformering en centralisering' in Bourgondië. Leg uit waarom vooral de steden zich hier tegen verzetten.
A
Dit zou betekenen dat zij hun privileges zouden verliezen
B
Dit zou betekenen dat zij minder invloed zouden hebben op het bestuur van de stad
C
Dit zou tegen het principe van bonum commune ingaan
D
Dit zou betekenen dat zij geen significante rol meer zouden spelen bij de interregionale handel

Slide 16 - Quizvraag

In 1464 riep Filips van Bourgondië voor het eerst een Nederlandse Staten- Generaal bijeen. Bij welk kenmerkend aspect past deze ontwikkeling?
A
het begin van staatsvorming en centralisatie
B
het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
C
de opkomst van handel en ambachten die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-stedelijke samenleving
D
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

Slide 17 - Quizvraag

Wat was de tiende penning van Alva?
A
Een belasting van 10% op het inkomen vd mensen
B
Een belasting van 10% op elk verkocht product
C
Een nieuwe wet waarmee hij mensen onderdrukte
D
Een onderdeel vd Raad van Beroerten

Slide 18 - Quizvraag

Wat is moedernegotie?
A
De handel die ervoor zorgt dat er genoeg graan was voor de inwoners van de Republiek.
B
Amsterdam wordt de stapelmarkt en daarmee het centrum van de wereld.
C
Oostzeehandel in graan wordt basis voor handel Republiek. Republiek wordt rijk door Oostzeehandel.
D
De steden in de Republiek beginnen met commerciële nijverheid en boeren met commerciële landbouw.

Slide 19 - Quizvraag