NE2 ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

Deze les
- Je leert wat de ondergeschikte bijwoordelijke bepaling is
- Je oefent met het vinden van de ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze les
- Je leert wat de ondergeschikte bijwoordelijke bepaling is
- Je oefent met het vinden van de ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp
Persoonsvorm
Zinsdelen
Wie of wat + gezegde + onderwerp
Aan wie/ voor wie +gez +ond+LV
Waar, wanneer, waardoor, waarmee, hoe, ....
wie/ wat + gezegde
Gezegde
Alle werkwoorden in een zin
Een woord of groepje woorden die je voor de PV kan zetten
Verandert bij de tijdsproef en de getalproef
LV
MV
Bwb

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Gezegde (WG of NG)
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling
- Bijstelling
- Ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
Zinsdelen
Zinsdeelstukken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke bepaling
Bijstelling
Ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
Het Wilhelmus, HET VOLKSLIED, ...
De KNAPSTE jongen van haar klas
VOLGEND jaar
ERG beroemd
een ENORM grote tent
een ENORM GROTE tent

Slide 4 - Sleepvraag

Let op het verschil tussen ENORM grote tent en ENORM GROTE tent!
Ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
- Onderdeel van zinsdeel (zinsdeelstuk)
- Kan onderdeel zijn van een ander zinsdeelstuk
- Zegt iets over iets anders dan een ZN (bijv. een BN, BW of TW)
- Notatie: onderbroken pijl die wijst naar de K

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zinsdelen heeft de volgende zin:
Zij is erg beroemd geworden.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Zij | is | erg beroemd | geworden


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke woordsoort is 'beroemd' in 'Zij is erg beroemd geworden'?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Bijwoord

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Zij | is | erg beroemd | geworden

Zinsdeel = erg beroemd
Beroemd = BN
Erg = zeg iets over BN beroemd
!! ondergeschikte bijwoordelijke bepaling !!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de OBB in de volgende zin:
Gisteren is hij te laat gaan slapen.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Gisteren | is | hij | te laat | gaan slapen
'te' zegt iets over 'laat'
'laat' is een bijwoord
'te' is dus een OBB

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de OBB in de volgende zin?
Slechts zeventien toeschouwers zagen de prachtige voorstelling.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Slechts zeventien toeschouwers | zagen | de prachtige voorstelling.
                       tw                     zn                                                                      zn
                       K                      
                                                   
                                                    K                                                                          K

Slide 13 - Tekstslide

Strepen zetten onder de OBB en de bijv bepalingen
Nu alles door elkaar!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Amsterdam, de mooiste stad van Nederland, woont mijn oudste en beste vriend sinds vele jaren heel rustig op de hoek van die twee buitengewoon fraaie grachten.

Hoeveel zinsdelen tel je?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Namelijk...
In Amsterdam, de mooiste stad van Nederland, | woont | mijn oudste en beste vriend | sinds vele jaren | heel rustig | op de hoek van die twee buitengewoon fraaie grachten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Amsterdam, de mooiste stad van Nederland, woont mijn oudste en beste vriend sinds vele jaren heel rustig op de hoek van die twee buitengewoon fraaie grachten.

Wat zie je in het eerste zinsdeel?
A
1 bijstelling
B
1 bijstelling, 1 bijv bep
C
1 bijstelling, 2 bijv bep
D
2 bijv bep

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Namelijk...
In Amsterdam, de mooiste stad van Nederland
De mooiste stad van NL = bijst > Amsterdam
mooiste = bijv bep > stad
van Nederland = bijv bep > stad

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Amsterdam, de mooiste stad van Nederland, woont mijn oudste en beste vriend sinds vele jaren heel rustig op de hoek van die twee buitengewoon fraaie grachten.

Wat zie je in het derde zinsdeel?
A
1 bijstelling
B
1 bijv bep
C
1 obb, 1 bijv bep
D
2 bijv bep

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Namelijk...
mijn oudste en beste vriend 
mijn = bijv bep > vriend
oudste en beste = bijv bep > vriend
Let op: oudste en beste zijn verbonden door 'en'!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Amsterdam, de mooiste stad van Nederland, woont mijn oudste en beste vriend sinds vele jaren heel rustig op de hoek van die twee buitengewoon fraaie grachten.

Welke OBB zie je in het laatste zinsdeel?
A
die
B
twee
C
buitengewoon
D
fraaie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Namelijk...
op de hoek van die twee buitengewoon fraaie grachten
               K                                                                                      K


                                                                                          K


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen heb je nog over de zinsdeelstukken?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe nu verder?
Komende weken?
Geen les --> mondelingen 6e klas!

Zie materiaal dat klaarstaat in Teams
Blijf oefenen met grammatica
Vragen? Stel ze via chat!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies