Deel 1: Boodschappen doen.
Wat maak je voor je naar de winkel gaat?
Wat neem je in de winkel om te winkelen?
In welke verpakkingen zijn de producten verpakt?
Deel 2: In de supermarkt.
Welke afdelingen zijn er in de supermarkt?
Welke producten kan ik daar vinden?