10.4 dl2

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

H9: Erfelijkheid

10.4: Ontstaan en ontwikkeling van leven

Deze les:

- Herhalen leerdoel 9

- 10.4 dl2: leerdoel 10

- Opdrachten

 - 10.4 leerdoel 11

- Cladogram maken

- Oefentoets

Leerdoelen 10.4

8. Je beschrijft theorieën over het ontstaan van het leven

9. Je beschrijft de evolutionaire ontwikkelingen van de eerste eencellige tot de complexe levensvormen van het heden. 

10. Je legt uit wat analoge en homologe structuren zijn. 

11. Je interpreteert de afstamming en verwantschap van soorten in een evolutionaire stamboom.

Zet in de juiste volgorde:
I Eerste meercelligen
II Eerste eukaryoten
III Eerste organismen die fotosynthese kunnen uitvoeren
IV Eerste cellen die met O2 organische stoffen kunnen afbreken
V Eerste dieren

1. I - III - IV - II - V
2. IV - I - III - II - V
3. II - III - IV - I - V
4. II - IV - III - I - V

biologiepagina.nl

BINAS 78: Herh. Celkenmerken

biologiepagina.nl

Leerdoelen 10.4

8. Je beschrijft theorieën over het ontstaan van het leven

9. Je beschrijft de evolutionaire ontwikkelingen van de eerste eencellige tot de complexe levensvormen van het heden. 

10. Je legt uit wat analoge en homologe structuren zijn. 

11. Je interpreteert de afstamming en verwantschap van soorten in een evolutionaire stamboom.

Bewijs voor Evolutie?

Hoe bepaal je verwantschap?

o.a.:

- Overeenkomsten in lichaamsbouw

- Embryonale ontwikkeling

- DNA

www.iflscience.com

Opdrachten

- Maken 10.4 leerdoel 10

Klaar? Lees blz. 70

Leerdoelen 10.4

8. Je beschrijft theorieën over het ontstaan van het leven

9. Je beschrijft de evolutionaire ontwikkelingen van de eerste eencellige tot de complexe levensvormen van het heden. 

10. Je legt uit wat analoge en homologe structuren zijn. 

11. Je interpreteert de afstamming en verwantschap van soorten in een evolutionaire stamboom.

Stambomen

Evolutionaire stamboom: geeft aan hoe de soorten in de tijd zijn ontstaan en welke soorten gemeenschappelijke voorouders hebben.

Waar is het celmembraan ontstaan?

1. Plaats A
2. Plaats B
3. Plaats C
4. Plaats D

Waar is de celkern ontstaan?

1. Plaats A
2. Plaats B
3. Plaats C
4. Plaats D

Waar zijn mitochondriën ontstaan?

1. Plaats A
2. Plaats B
3. Plaats C
4. Plaats D

Waar zijn chloroplasten ontstaan?

1. Plaats A
2. Plaats B
3. Plaats C
4. Plaats D

Welke vorm van symbiose kregen eukaryoten met de eerste autotrofe prokaryoten (cyanobacteriën), toen ze chloroplasten werden?

1. Parasitisme
2. Mutualisme
3. Commensalisme
4. Geen van bovenstaande

Volgens de evolutie ontstaan er in de loop van de tijd verschillen tussen organismen. Bij het ontstaan van grote verschillen worden ze ingedeeld in aparte groepen. In de stamboom van informatie 1 geven de cijfers 1, 2 en 3 het ontstaan van zulke aparte groepen aan.

In welke volgorde in de tijd zijn deze splitsingen in aparte groepen ontstaan volgens de gegevens in de stamboom? 

1 - 2 - 3 

3 - 2 - 1

3 - 1 - 2 

2 - 1 - 3 

2 - 3 - 1 

1 - 3 - 2 

Cladogram opdracht

Maak op basis van DNA-overeenkomsten een Cladogram. 

Klaar? Laat controleren! 

Maken 10.4 opdr. 57 t/m 62

Tips

- Omcirkel de nucleotiden posities waar een mutatie heeft plaatsgevonden

- Elke aftakking wordt weergegeven door 1 mutatie

- Positie 5 toont dat Mondibulus afwijkt van alle andere soorten (A ipv G), zoek naar de soort die het meest verwant is aan Mondibulus o.b.v en andere positie. 

Antwoord

Opdrachten (=HW)

Maken 10.4 opdrachten bij leerdoelen 10 en 11

Klaar? Maken oefentoets H10

biologiepagina.nl