Omzetbelasting HS 1

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 3

Omzetbelasting HS 1

Omzetbelasting is een

1. directe belasting want je moet direct betalen als je iets koopt
2. indirecte belasting want hij wordt door de ondernemer doorberekend aan de consument
3. directe belasting want hij wordt door de ondernemer niet doorberekend aan de consument
4. indirecte belasting want je hoeft pas op een later moment te betalen

Wie is ondernemer volgens de Wet op de omzetbelasting?

1. Ieder die ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel
2. Iedereen die iets (goederen of diensten) verkoopt aan consumenten
3. Ieder die een bedrijf uitoefent
4. Ieder die zelfstandig een bedrijf uitoefent

Waar mag GEEN btw over berekend te worden?

1. flesje bier
2. trekken van een kies door de tandarts
3. brood
4. studieboek

Zie opdracht 3. Hoeveel is de btw die de klant moet betalen?

1. € 165,22
2. € 249,90
3. € 199,92
4. € 85,68

Zie opdracht 6a.
Is sprake van ondernemerschap in de zin van de Wet op de omzetbelasting?

1. ja, want het betreft een grote hoeveelheid goederen die verkocht wordt
2. nee, want de verkoop van appels is vrijgesteld van btw
3. nee,want hier is sprake van een particulier
4. ja, want de appels zijn niet voor eigen gebruik maar voor de verkoop gebruikt

Zie opdracht 6b en 6c. In welke situaties is sprake van ondernemerschap in de zin van de wet op de omzetbelasting?

1. Alleen bij 6b
2. zowel bij 6b als bij 6c
3. Alleen bij 6c
4. In geen van beide situaties

Zie opdracht 6d en 6e. In welke situaties is sprake van ondernemerschap in de zin van de wet op de omzetbelasting?

1. Alleen bij 6d
2. Zowel bij 6d als bij 6e
3. Alleen bij 6e
4. In geen van beide situaties

Zie opdracht 7a
Hoeveel btw van de hotelrekening mag worden teruggevorderd?

1. € 31,20
2. € 27,-
3. € 4,20
4. € 18,-

Zie opdracht 7b
Hoeveel btw van het kostuum mag worden teruggevorderd?

1. € 0,-
2. € 159,84
3. € 82,89 (9% van € 921,-)
4. € 79,92 (de helft, want hij gebruikt het ook privé)