Nederlands Film Festival: BON BINI HOLLAND 2

BON BINI HOLLAND 2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBurgerschapsonderwijs+7Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Door deze les maken de leerlingen kennis met filmeducatie en gaan zij dieper in op hoe de filmmaker het verhaal overbrengt. Film creëert een werkelijkheid. De maker zet allerlei middelen in om onze blik te sturen. Wij zien dus wat de filmmaker wil dat wij zien. In hoeverre is de leerling zich hiervan bewust? Wat doen de filmbeelden met de leerling? Deze bewustwording wordt bereikt door onderzoekend leren. Er zijn dus geen goed-fout opdrachten, wel kijkvragen, klassengesprekken en reflectievragen. Synopsis: In dit ‘nog onbeskoftere’ vervolg op de hitkomedie vraagt Robertico (komiek Jandino Asporaat) zijn vriendin Noëlla op Curaçao ten huwelijk, maar zij wil juist een relatiepauze. Hij geeft niet op en reist haar achterna naar Nederland. Daar is een liefdeskaper op de kust verschenen: de knappe en ideale schoonzoon Christiaan. Voor Robertico zit er maar één ding op... de hulp inschakelen van zijn oude FC Kipvrienden!

Instructies

Leerdoelen
  • De leerling is zich ervan bewust dat de filmmaker in de introductie het hoofdpersonage en conflict introduceert.
  • De leerling kan uitleggen wat een verhaallijn en subplot is. 
  • De leerling kan uitleggen wat een typetje is en herkent het verschil tussen een personage en een typetje.
  • De leerling is zich bewust van de manier waarop kostuumontwerp en grime bijdragen aan de beeldvorming over een personage of typetje.
  • De leerling neem een eigen standpunt in bij een discussie over de grenzen van humor en de verantwoordelijkheid van de filmmaker op dit gebied.
Werkwijze
  • Dit lesmateriaal is ontwikkeld ter ondersteuning bij de film Bon Bini Holland 2. De les kan voorafgaand aan het bekijken van de film worden gehouden.
  • Van de film Bon Bini Holland 2 (2018, 89 min., Jon Karthaus ) bekijk je met de klas een fragment. Hierbij worden vragen gesteld over het narratief (op welke manier de inhoud verteld wordt), de filmische vormgeving en de context.
  • Nadat de klas de hele film heeft gezien, kunnen de vragen nogmaals worden behandeld. Verschillen de antwoorden? 
  • Deze opdrachten zijn geschikt voor het voortgezet onderwijs. De opdrachten zijn voor onder- en bovenbouw hetzelfde en kenmerken zich door natuurlijke differentiatie. Dit houdt in dat leerlingen op eigen niveau (onderdelen van) het probleem kunnen oplossen. Bij overleg zal discussie vaak noodzakelijk zijn.
  • Er kan worden gekozen voor verschillende werkvormen: individueel, in groepjes of klassikaal.
  • Deze les duurt in totaal 1 uur (exclusief de film en nabespreking of extra lessen) en kan naar eigen inzicht uitgebreid worden.
  • Deze les kan geprint worden, inclusief de notities per dia, door op de print knop te drukken rechtsboven in het scherm.
NB: Ons advies is om bij deze les niet te werken met 'devices in de klas'. Je kunt dit uitzetten door het vinkje onderin het scherm van de lespresentatie te deactiveren.

Onderdelen in deze les

BON BINI HOLLAND 2

Slide 1 - Tekstslide

Introductie

Leerdoelen:
  • De leerling is zich ervan bewust dat de filmmaker in de introductie het hoofdpersonage en conflict introduceert.
  • De leerling kan uitleggen wat een verhaallijn en subplot is.
  • De leerling kan uitleggen wat een typetje is en herkent het verschil tussen een personage en een typetje.
  • De leerling is zich bewust van de manier waarop kostuumontwerp en grime bijdragen aan de beeldvorming over een personage of typetje.
  • De leerling neem een eigen standpunt in bij een discussie over de grenzen van humor en de verantwoordelijkheid van de filmmaker op dit gebied.
Werkwijze:
  • Van de film Bon Bini Holland 2 (2018, 89 min., Jon Karthaus ) bekijk je met de klas een fragment. Hierbij worden vragen gesteld over het narratief (op welke manier de inhoud verteld wordt), de filmische vormgeving en de context.
  • Dit lesmateriaal is ontwikkeld ter ondersteuning bij de film Bon Bini Holland 2. De les kan voorafgaand aan het bekijken van de film worden gehouden.
  • Nadat de klas de hele film heeft gezien, kunnen de vragen nogmaals worden behandeld. Verschillen de antwoorden?
  • Deze opdrachten zijn geschikt voor het voortgezet onderwijs. De opdrachten zijn voor onder- en bovenbouw hetzelfde en kenmerken zich door natuurlijke differentiatie. Dit houdt in dat leerlingen op eigen niveau (onderdelen van) het probleem kunnen oplossen. Bij overleg zal discussie vaak noodzakelijk zijn.
  • Er kan worden gekozen voor verschillende werkvormen: individueel, in groepjes of klassikaal.
  • Deze les duurt in totaal 1 uur en kan naar eigen inzicht uitgebreid worden.
  • Deze les kan geprint worden, inclusief de notities per dia, door op de print knop te drukken rechtsboven in het scherm.
NB Ons advies is om bij deze les niet te werken met 'devices in de klas'. Je kunt dit uitzetten door het vinkje onderin het scherm van de lespresentatie te deactiveren.
Vraag of opdracht
Extra informatie
Tip
Kijk
Luister

Slide 2 - Tekstslide

Legenda:
Waar staan de iconen voor, hoe werkt deze les? Klik in de volgende dia's op de iconen voor uitleg.
co-producent
De co-producent is samen met de producent zowel zakelijk als inhoudelijk verantwoordelijk voor het filmproject.
Jandino Asporaat speelt een grote rol in de film en is ook co-producer van de film. 
Wat houdt het denk jij in om (co-)producent van een film te zijn? 
Wie heeft deze film gezien? 
Wie kent Jandino Asporaat? Waarvan ken je hem? Welke rollen die Jandino speelt ken je? 
Wie heeft deel één van deze film gezien?
Wat verwacht je van de film? 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1: Introductie
Vragen vooraf.

De film die je gaat bekijken heet Bon Bini Holland 2. 

Antwoorden:
- Vraag 1 en 2: eigen interpretatie. 
- Vraag 3: Leerlingen zouden Jandino onder andere kunnen kennen als/van: acteur, televisiepresentator, stand-up comedian, De Dino Show, Wie ben ik?, Dance Dance Dance, Judeska in FC Kip!
- Vraag 4: eigen interpretatie. 
- Vraag 5: Zie uitleg producent en co-producent. 

Extra informatie producent en co-producent:
De producent ontwikkelt de film van het eerste idee tot aan het eindresultaat en is zowel zakelijk als inhoudelijk verantwoordelijk voor het filmproject. De producent is, eventueel samen met de co-producent als die er is, eindverantwoordelijke op elk gebied. Hij of zij begeleidt ook vaak de distributie, haalt de benodigde financiën binnen, regelt de logistieke organisatie en behoudt het overzicht over het hele proces.  

De film Bon Bini Holland 2 is een komedie.
Wat weet je over dit genre?
Kijk je graag naar komedies? Waarom wel of niet? 
Welke soorten komedies ken je? 
Ken je meer Nederlandse komedies? Om welke heb je gelachen? 
genre
De naam voor een categorie films die te herkennen zijn aan een aantal typische eigenschappen (bijv: zang voor musicals, een femme fatale of een cynische detective in een film noir).
komedie
In komedies wordt telkens toegewerkt naar grappige situaties. In een romantische komedie draait het kort gezegd om een romantisch verhaal met grappige situaties.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2: Komedie
Vragen vooraf.

Antwoorden:
-Vraag 1 en 2: eigen interpretatie. Suggestie: zie uitleg komedie. 
-Vraag 3: De romcom (= romantische komedie) en de tragikomedie (= drama / komedie).
-Vraag 4: Het Schnitzelparadijs, De Libi, Bro's Before Ho's, Rokjesdag, Homies, Adios Amigos, New Kids Turbo, Alles is liefde, Ja zuster Nee zuster, Mannen van Mars, Familieweekend, Taal is zeg maar echt mijn ding, All stars, Abel

Extra informatie genre:
De naam voor een categorie films die te herkennen zijn aan een aantal typische eigenschappen (bijv: zang voor musicals, een femme fatale of een cynische detective in een film noir).

Extra informatie komedie:
Het genre komedie is eigenlijk geen opzichzelfstaande genre. Het is vaak een toevoeging. Zo is de film Bon Bini Holland 2 een romantische komedie, ook wel romcom genoemd. In komedies wordt telkens toegewerkt naar grappige situaties. In een romantische komedie draait het kortgezegd om een romantisch verhaal met grappige situaties.

Je gaat nu naar
fragment 1 kijken >
Je kijkt nu het begin van de film Bon Bini Holland 2. Let op de personages die je in het fragment voorbij ziet komen. 

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk fragment 1

Je kijkt nu het begin van de film Bon Bini Holland 2. Laat de leerlingen letten op de personages die in het fragment te zien zijn.

Let op:
Opdracht 3, 4 & 5 gaan over hetzelfde fragment.
0

Slide 6 - Video

Fragment 1
Wie is de hoofdpersoon denk je? Hoe heeft de filmmaker jou dit duidelijk gemaakt?
Waar gaat de film over? Welk conflict moet de hoofdpersoon oplossen?  
conflict
De hoofdpersoon in een film heeft altijd een bepaald doel. Hindernissen maken het de hoofdersoon lastig om zijn of haar doel te verwezenlijken. De hindernissen zorgen dus voor een conflict.
hoofdpersoon
De hoofdpersoon - ook wel de protagonist - is het personage waar de film om draait. De kijker volgt de hoofdpersoon, ziet de ontwikkeling die hij of zij doormaakt en leeft met hem of haar mee.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 3: Personages
Vragen bij een specifiek fragment.

Antwoorden:
- Vraag 1: Eigen interpretatie. Suggestie: Robertico. De film begint met zijn verhaallijn. Je wordt als kijker direct betrokken bij het conflict dat Robertico moet oplossen. Van Robertico zie je ook zijn herinneringen in beeld en krijg je hierdoor meer informatie over zijn achtergrond/geschiedenis.
- Vraag 2: Robertico wil trouwen met Noëlla, maar zij wil een time-out. Hij gaat proberen haar terug te veroveren.

Extra informatie hoofdpersoon:
De hoofdpersoon - ook wel de protagonist - is het personage waar de film om draait. De kijker volgt de hoofdpersoon, ziet de ontwikkeling die hij of zij doormaakt en leeft met hem of haar mee.

Extra informatie conflict:
De hoofdpersoon in een film heeft altijd een bepaald doel. Dit doel kan niet zomaar bereikt worden. Hindernissen maken het het hoofdpersonage lastig om zijn of haar doel te verwezenlijken. De hindernissen zorgen dus voor een conflict. Vervelend voor het hoofdpersonage, maar (vaak) interessant voor de kijker, die de hoofdpersoon volgt terwijl hij of zij het conflict probeert op te lossen. 

typetje
Een typetje is een fictief, vaak komisch personage met sterk uitgesproken eigenschappen en uitvergrote karaktertrekken. 
Vind je het lastig?
Beschrijf dan:
- Uiterlijkheden (kleding, haardracht), 
- Karakter (gedragingen, karaktereigenschappen), 
- Denkbeeld/standpunten & spraak/taalgebruik.
Omschrijf drie personage uit het fragment. 
Welke personages naast de hoofdpersoon heb je gezien in het fragment? 
Wat is het verschil tussen een personage en een typetje? 
Welke personages die je gezien hebt zijn typetjes denk je? Wat is een typetje? 
personage
De acteurs spelen een bepaalde rol, ze kruipen in de huid van een ander personage. Elk personage heeft kenmerkende (karakter) eigenschappen. Denk daarbij aan: normen en waarden, vaardigheden, manier van doen, gebruiken, beweegredenen en kwaliteiten.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 4: Personages & typetjes

Antwoorden:
- Vraag 1: Robertico, Noëlla, Christiaan, de vader van Noëlla, Judeska, Norwin en Gerrie en de jongen die de strandbedden verhuurt.
- Vraag 2: Eigen interpretatie.
- Vraag 3: Een typetje is een personage met sterk uitvergrote karaktertrekken en een vrij eendimensionaal karakter. De karaktertrekken zijn vaak tot karikatuur gemaakt.
- Vraag 4: Een personage is een karakter dat een bepaalde ontwikkeling doormaakt en niet met één karaktereigenschap omschreven kan worden. Een typetje is een meer vlak personage. Een typetje maakt geen ontwikkeling door en kan aan de hand van één of weinig karaktertrekken omschreven worden.

Extra informatie personage:
De acteurs spelen een bepaalde rol, ze kruipen in de huid van een ander personage. Elk personage heeft kenmerkende (karakter) eigenschappen. Denk daarbij aan: normen en waarden, vaardigheden, manier van doen, gebruiken, beweegredenen en kwaliteiten.

Extra informatie typetje:
Een typetje is een fictief, vaak komisch personage met sterk uitgesproken eigenschappen en uitvergrote karaktertrekken. Een typetje wordt vaak gespeeld door één acteur. In de film Bon Bini Holland 2 speelt Jandino vijf verschillende typetjes: Judeska, Gerrie, Sydney, Rajesh en Ahmet. Je herkent een typetje aan zijn of haar karaktereigenschappen, die gedurende de hele film hetzelfde blijven. Een typetje is – anders dan het hoofdpersonage - een eendimensionaal karakter en maakt geen ontwikkeling door.
Hoe verwacht jij dat de verhalen van alle personages uiteindelijk bij elkaar komen? 
verhaallijn
Je hebt altijd één verhaallijn, die de rode draad van de film is. Hiernaast zijn er vaak ook subplots, kleinere verhaallijnen.
Welke verschillende verhaallijnen zag je?
Welke verhaallijn is denk jij de belangrijkste (de rode draad van de film)? Hoe heeft de filmmaker ervoor gezorgd dat jij dit denkt? 
Wat is het verschil tussen de net beschreven verhaalijn en een subplot?

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 5: Verhaallijnen
Vragen bij specifiek fragment.

Je hebt altijd één verhaallijn, die de rode draad van de film is. Hiernaast zijn er vaak ook subplots, kleinere verhaallijnen. 

Antwoorden: 
- Vraag 1: De verhaallijnen rond Robertico en Noëlla, Gerrie, de vader van Noëlla, Judeska en haar collega’s in FC Kip.
- Vraag 2: De verhaallijn rond Robertico. Hij is het hoofdpersonage van de film. De film begint met zijn verhaal en je wordt als kijker vanaf het begin af aan betrokken bij het probleem dat hij moet oplossen.
- Vraag 3: Een subplot is een kleinere verhaallijn, die vaak betrekking heeft op bijfiguren.
- Vraag 4: Eigen interpretatie.

Extra informatie verhaallijn en subplot:
Een verhaallijn beschrijft de gebeurtenissen die een personage meemaakt. Een film kan uit meerdere verhaallijnen bestaan. Je hebt altijd één verhaallijn, die de rode draad van de film is. Meestal heeft die verhaallijn betrekking op het leven van het hoofdpersonage. Hiernaast heb je kleinere verhaallijnen, subplots, welke vaak betrekking hebben op de belevenissen van de andere personages (bijfiguren).

Hoe versterkt het kostuum van Judeska haar persoonlijkheid? En bij Gerrie?
Als je een winteroutfit voor Judeska of Gerrie mocht samenstellen, hoe zou deze er dan uitzien? Waarom zo? 
kostuumontwerp

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 6: Kostuumontwerp
Bij typetjes worden de uiterlijke kenmerken vaak uitvergroot. 

Antwoorden:
- Vraag 1 en 2: Eigen interpretatie. 

Extra informatie kostuumontwerp:
De kleding van een personage noem je een kostuum. Ook als een personage hele gewone kleding draagt die rechtstreeks uit de winkel komen, of alleen een zwembroek. Er is altijd over nagedacht door de kostuumontwerper: het kostuum zegt namelijk iets over het personage. Denk maar aan een nette zakenman waarvan je opeens ziet dat hij Donald Duck-sokken draagt. Daarmee onthult die kledingkeus in een oogopslag iets over zijn persoonlijkheid (of smaak).

grime
Een special make-up artist is een gespecialiseerde grimeur, iemand die vooral in de film- en toneelwereld werkt. Het verschil met een "gewone" grimeur ligt in het specialisme, in de speciale effecten. Dankzij special make-up (ook wel prosthetics genoemd) wordt het uiterlijk van acteurs veranderd.
Wat is grime?
Waarom zou een filmmaker kiezen voor grime in plaats van nabewerking met de computer? En andersom? 
In de film speelt Jandino meerdere rollen, van een blanke Rotterdamse vrouw tot een oudere Turkse kleermaker. 
Hoe lang denk je dat een team van grimeurs erover doet om Jandino te veranderen in Gerrie? 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 7: Grime 

Antwoorden:
- Vraag 1: Zie extra informatie grime.
- Vraag 2: 5 uur. Jandino over de transformatie naar Gerrie: “Ik begin meestal rond 5 uur in de ochtend. Iedereen ligt nog te slapen en dan zit ik op de set. En dan maken ze, van Rob’s Propshop, me zo. En dan om half 11 beginnen we te draaien en zijn de rest van de acteurs er. En dan moet ik ongeveer 2 uurtjes spelen. Daarna is het ook klaar. Ik heb ook heel vaak zo’n koelingstrui aan. Dan gaat er koud water doorheen, want het is niet normaal. Je hebt geen poriën daarin. Je kookt letterlijk. Op Curacao was het helemaal erg.” [Jandino Asporaat bij de talkshow Pauw, 15 december 2018]
- Vraag 3: Eigen antwoord. Suggestie: Het nabewerken van beelden is arbeidsintensief en kostbaar. Grime kan daarom een snellere en makkelijkere manier zijn om een personage te creëren. Sommige regisseurs geven hiernaast de voorkeur aan grime, omdat dit volgens hen een meer realistisch beeld geeft. Een reden om voor visual effects te kiezen zou kunnen zijn dat de regisseur een personage wil laten zien dat alleen met de computer gemaakt kan worden.

Extra informatie grime:
Een special make-up artist is een gespecialiseerde grimeur, iemand die vooral in de film- en toneelwereld werkt. Het verschil met een "gewone" grimeur ligt in het specialisme, in de speciale effecten. Dankzij special make-up (ook wel prosthetics genoemd) wordt het uiterlijk van acteurs veranderd: van een nepneus of een gruwelijk litteken tot een afgietsel van het hoofd of torso.

Moeten over alle (dus ook gevoelige) onderwerpen in de maatschappij in films grappen kunnen worden gemaakt? Waar ligt volgens jou de grens in hoever een filmmaker kan gaan?
Zit er verschil tussen wat kan in komedie en wat kan in een ander genre? Waarom? 
taboe
In de Van Dale wordt taboe omschreven als iets dat niet gedaan of gezegd mag worden.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 8: Taboe of komedie?
In Bon Bini Holland 2 worden veel typetjes gespeeld. 

Antwoorden:
- Vraag 1 en 2 : eigen interpretatie. Suggestie: Hierover doorpraten in de klas? Terwijl er discussie wordt gevoerd 'of je nog wel alles kan zeggen in dit land', onderzoekt Nicolaas Veul in de documentaire 'Pisnicht: The Movie' (2019) wat de impact is van ‘homograppen’. Kun je onder het mom van ‘een grapje’ alles zeggen? Wat voor gevolgen heeft dit? Bekijk de documentaire (46 minuten) hier gratis online op NPO.

Jandino hierover in Pauw: (05:01 - 11:07)

Extra informatie taboe:
In de Van Dale wordt taboe omschreven als iets dat niet gedaan of gezegd mag worden. Suggestie: Hierover doorpraten in de klas?
Vervolgsuggesties voor na het kijken van de film.
Wat vond je van de film? 
Welke zes rollen speelde Jandino Asporaat? Zag je dat hij het was? 
Welk personage sprak jou het meeste aan? Waarom? Hoe zou jij dit personage omschrijven? 
Welk kostuum is je het meeste bijgebleven?

Slide 13 - Tekstslide

Vervolgsuggestie
Kijk de hele film. De vragen uit deze les kunnen ook na het kijken van de gehele film beantwoord worden. De leerlingen kunnen dan met elkaar in gesprek of hun antwoorden aangepast moesten worden of niet en door welke informatie dit nodig was.
Deze film is geselecteerd voor het educatieprogramma van het Nederlands Film Festival. Klik hier voor meer informatie.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies