Zintuigen

Zintuigen 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Zintuigen 

Slide 1 - Tekstslide

Oog

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat voor soort prikkel komt er in je oog wanneer je ziet?
A
Licht
B
Trilling
C
Afkoeling
D
Verwarming

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Waar valt het licht naar binnen?
A
Pupil
B
Iris
C
Hoornvlies
D
Oogleden

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de Iris?
A
Ander woord voor oogleden.
B
Het zwarte bolletje in het oog
C
Ander woord voor wimpers.
D
Het gekleurde gedeelte van de oog.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Waar komen tranen vandaan?
A
Uit de traanklier
B
Uit het hoornvlies
C
Uit de blinde vlek
D
Uit de gele vlek

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet dit?
A
Leestekens
B
Braille
C
Apotheekcijfers
D
Er is geen naam voor.

Slide 11 - Quizvraag

Neus

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Hoe komt het dat je niest?
A
Je hebt jeuk aan je neus.
B
Als je niest probeer je iets weg te blazen.
C
Omdat een ander het ook doet
D
Je ruikt een lekkere geur.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat doet het neusslijmvlies?
A
Beschermd je tegen gevaarlijke stoffen.
B
Zorgt ervoor dat je niet stikt. (Tijdens het drinken)
C
Beschermde laag aan de binnenkant van je neus
D
Verwijderd onbelangrijke stoffen.

Slide 16 - Quizvraag

Huid

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hoe ontstaat pijn
A
Een tinteling vanuit de hersenen.
B
Pijn is een gevoel dat ontstaat door een prikkel in je huid.
C
Een tinteling vanuit de opperhuid.
D
Een kapot bloedvaatje

Slide 19 - Quizvraag

Uit hoeveel lagen bestaat huid van mensen?
A
3 lagen
B
1 laag
C
5 lagen
D
2 laag

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Waar zorgt de huid NIET voor?
A
De huid houdt ons warm
B
Beschermt ons lichaam tegen giftige stoffen.
C
Je kan het zien als je je ziek voelt.
D
Je kan het zien als je je blij voelt.

Slide 22 - Quizvraag

Oor

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Trillingen

Slide 26 - Tekstslide

Wanneer jullie een koptelefoon opdoen, hoor je een stuk minder.
Hoe komt dat?
A
Je spieren zijn ontspannen.
B
Je bent meer gefocust op iets anders.
C
Er komen heel veel trillingen je oor in.
D
Er komen minder trillingen je oor in.

Slide 27 - Quizvraag

Zit er in je oor een stijgbeugel?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de functie van de stijgbeugel?
A
Houdt het oor soepel.
B
Geeft trillingen door door aan de hersenen.
C
Geeft trillingen door aan het slakkenhuis.
D
Maakt oorsmeer aan.

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Wat doet het slakkenhuis?
A
Kijken of de gehoorzenuwen niet kapot zijn.
B
Controleert of de hersenen het geluid hebben ontvangen.
C
Ze doen niks.
D
Stuurt het geluid naar de hersenen.

Slide 31 - Quizvraag

Mond

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Hoeveel smaken kan je proeven?

A
6
B
5
C
10
D
4

Slide 34 - Quizvraag

Hoeveel smaakpapillen heb je ongeveer?
Schat het antwoord.
A
9.000
B
7.000
C
100
D
4.000.000

Slide 35 - Quizvraag

Om de hoeveel dagen worden de smaakpapillen gewisseld?
Schat het antwoord.
A
31 dagen (maand)
B
10 dagen
C
2 dagen
D
365 dagen (Jaar)

Slide 36 - Quizvraag

Welke smaak ligt achter op de tong?
A
Unami
B
Zuur
C
Zoet
D
Bitter

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Welke 2 smaken liggen op het puntje van je tong?
A
Zoet en zuur
B
Bitter en Unami
C
Unami en bitter
D
Zoet en bitter

Slide 39 - Quizvraag

Einde!

Slide 40 - Tekstslide