VMBO TL 2: Evangeliën H3 - Kwa -

De Evangeliën

H3a en b: De Lijdensweg 

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 160 min

Onderdelen in deze les

De Evangeliën

H3a en b: De Lijdensweg 

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht:

Zoek op wat er in de laatste lijdensweek van Jezus gebeurt op elke dag.

Associeer:
Geef elke dag een kleur.

Kun je uitleggen waarom je die kleur gekozen hebt.



  1. Palmzondag.
  2. Heilige maandag.
  3. Heilige dinsdag.
  4. Schortelwoensdag.
  5. Witte donderdag.
  6. Goede vrijdag.
  7. Stille zaterdag.
  8. Paaszondag.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt de gebeurtenissen uit de lijdensweek van Jezus opnoemen
  • Je kunt uitleggen welke christelijke feesten bij het lijden horen. 





Slide 3 - Tekstslide

Wie is jezus?

Beantwoord na video 

Slide 4 - Tekstslide

Lees paragraaf 3A en 3B

ook bladzijde 26!


Aan de slag!

opdracht 3.1
opdracht 3.2
andere bijbeltekst: Jesaja 53: 5 en 7
opdracht 3.3
Opdracht 3.6



timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

3.2
a. Jezus werd doorboord met spijkers aan het kruis, gegeseld (striemen) bij Pilatus, hij hield zijn mond, redde zichzelf niet.
b. Bijv, geboorte in stal/voerbak, onbegrip bij vrienden, boosheid van Joodse leiders, 
c. Ze haten Hem om Zijn invloed op "hun volk". Ze willen God blijven dienen op hun eigen manier.
d. Bijv belachelijk maken van gelovigen, christenvervolging, vloeken, vertrouwen op jezelf ipv op hem.

3.5
a. Petrus: zegt dat hij Jezus nooit zal verlaten, maar valt wel in slaap. Judas: verkoopt Jezus voor 30 zilverstukken. Beiden verraadden ze Hem, op een andere manier. Beiden laten ze hem alleen.
b. verdrietig en angstig (vers 37)
c. Zo wordt het O.T. vervuld. De Messias moest deze weg alleen gaan.

3.3
a. Moest is belangrijk, omdat duidelijk wordt dat Jezus' weg (zijn offer) de wil van God is. .
b. Petrus verleidt Jezus tot een andere weg, dat is de wil van de statan.

3.1
a. Een tekst waarmee je een overledenen herdenkt
b. .......................
 
c. Dan wordt je herinnerd aan wat Jezus voor ons bereikt heeft.

Slide 6 - Tekstslide

A. Je kunt de gebeurtenissen uit de lijdensweek van Jezus opnoemen + welke christelijke feesten hierbij horen.
  • Palmzondag: Jezus wordt als een koning Jeruzalem binnengehaald op een ezel.
  • Heilige maandag: Jezus jaagt de handelaren uit de tempel 
  • Heilige Dinsdag: Jezus valt de farizeeën aan en verklaart zichzelf een met de vader 
  • Schortelwoensdag: Jezus wordt gezalfd door Maria 
  • Witte donderdag: Jezus houdt Zijn laatste avondmaal met Zijn leerlingen en wordt daarna verraden en gevangen genomen. 
  • Goede Vrijdag: Jezus wordt schuldig bevonden en gekruisigd. 
  • Stille zaterdag: Jezus' lichaam ligt in het graf.
  • Paaszondag: Jezus staat op uit de dood. 

Slide 7 - Tekstslide

Slotopdracht

Pictionary.

Teken (symbolisch) een dag uit de laatste week van Jezus. Anderen raden welke dag is.
(gebruik de goede naam)

Slide 8 - Tekstslide

De Evangeliën

H3C: Lijdende koning

Slide 9 - Tekstslide

Startopdracht
Maak een weerbericht van Jezus laatste week.

Bijv: Op palmzondag was het zonnig en lagedrukgebied, waar Jezus werd toegejuicht, maar op maandag kwamen er wolken, want
timer
8:00

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom Jezus moest lijden en sterven.








Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

3c: Lijdende Koning 



lees de tekst en maak de vragen 3.7, 3.9 en 3.11

Slide 13 - Tekstslide

3.7
a. Dit was al voorspelt door Jesaja. Zo gaat die profetie in vervulling.
b. De hogepriester stelt Jezus onder ede.
c. Hij is bang voor de gevolgen. Hij wil niet vertellen dat hij bij Jezus hoort.
d. Jezus heeft geleden voor de zonden van de mensheid. Zo bracht Hij ons weer bij God.
e. Jezus moest lijden, maar zou overwinnen en de volle heerlijkheid ontvangen.

3.9
a. In de Joodse wet staat dat op een gehangene Gods vloek rust. Jezus, die aan het kruis hangt, is dus vervloekt.
b.. Jezus hangt letterlijk tussen hemel en aarde, maar daarnaast bemiddelt Hij bij God voor ons mensen.

3.11 a b
a. Jezus stierf op deze vrijdag. Daardoor werd de schuld die wij bij God hadden weggenomen. Daarom is het voor ons een Goede Vrijdag.
b. Voldoening: de schuld over de zonden wordt door Jezus aan het kruis betaald. // Verzoening: de verbroken relatie tussen God en mens, wordt weer hersteld door Jezus’ offer.
3.11 cd
c. Hij droeg onze straf // Hij bevrijdt ons uit de macht van het kwaad //  Hij herstelt de relatie tussen God en mens// Hij geeft ons een nieuw en eeuwig leven.
d. Daarmee laten zij zien dat ze een volger zijn van Christus, de gekruisigde. Het kruis is een teken van redding.

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent Jezus sterven voor jouzelf?

Slide 15 - Tekstslide

Jezus sterven betekent voor mijzelf:
1. Mijn schuld wordt betaald (voldoening) ;
2. De relatie tussen God en mij wordt hersteld (verzoening);
3. Jezus verlost mij van de zonde en de macht van de duivel;
4. Jezus geeft mij een nieuw en eeuwig leven.


Slide 16 - Tekstslide

Slotopdracht

Schatgraven;

Wat is het allerbelangrijkste wat je deze les geleerd hebt?

Slide 17 - Tekstslide

De Evangeliën

H3D/E: De Levende koning= de triomferende koning

Slide 18 - Tekstslide

Startopdracht Stelling:
Ook zonder in de opstanding te geloven, kun je christen zijn. 

ja = links staan
nee= rechts staan

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de gevolgen van Jezus’ opstanding voor Hemzelf en voor ons benoemen. 








Slide 20 - Tekstslide

Lees 3d en 3e de Levende koning, triomfeert!
maak 3.14, 3.16, 3.17 en 3.18

Slide 21 - Tekstslide

3.17
a. Dan kan is geloven wat ik wil, maar dan is dood echt dood.
b. Je oude leven met alle zonden worden begraven (onder water gaan) en je staat op in een nieuw leven om God te dienen (bovenkomen).
c. Dat wij bij Zijn terugkomst ook zullen opstaan uit de dood.

3.16
a.  Hij triomfeert (zegevieren/winnen) over dood en kwaad. Hij is nu koning over de wereld!
b. Dat wij ook echt kunnen opstaan met ons lichaam

3.14
a. Eigen antwoord.
b. Daarmee zien we dat Jezus echt gestorven is en dus echt is opgestaan uit de dood.

3.18
a) Omdat Hij wint van het kwaad en daarna regeert in de hemel
regeren = triomferen.
c) Hij maakt een plek voor ons. Hij zit naast God en hij verdedigt ons en redt ons.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

3E. Wat is de betekenis van de opstanding?
Jezus heeft de dood overwonnen, dus alles wat hij voor ons wilde gaat ook echt gebeuren. Dus voor ons:
  • Wij kunnen nu ook opstaan na onze dood. 
  • Wij krijgen nu al een nieuw leven (= de Geest in ons )
  • Wij zijn nu al kinderen van God 

  • Voor Jezus zelf betekent het dat hij nu triomferende koning over hemel en aarde is.

Slide 24 - Tekstslide

keuze-slotopdracht

Wondervraag:
Als jij helemaal (veel meer) een nieuw mens bent, hoe ziet dat hier op aarde er dan uit.

Wat doe je/zeg je/ denk je dan?

keuze-slotopdracht

Gedicht:
Maak een gedicht over Jezus' lijden en overwinning

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
Leer hoofdstuk 3

Datum toets:

Inleveren stappenplan:

Slide 26 - Tekstslide