Herhaling hoofdstuk 6
1 / 19
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welke van deze twee formules geeft een bergparabool als grafiek?
A
1
B
2
C
geen
D
beide
Slide 4 - Quizvraag
Bij welke van onderstaande formules horen bergparabolen?
A
n=−5t+3t2
B
n=−5t−3t2
C
w=3,4t2−250
D
w=−3,4t2+250
Slide 5 - Quizvraag
Hoort deze grafiek bij een periodiek verband?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
Geef de evenwichtstand
en amplitude?
en amplitude?
A
Evenwichtstand = 3,5
Amplitude = 4
B
Evenwichtstand = 4
Amplitude = 3,5
C
Evenwichtstand = 4,5 Amplitude = 7
D
Evenwichtstand = 4,5
Amplitude = 3,5
Slide 7 - Quizvraag
Welke grafiek is niet periodiek?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 8 - Quizvraag
Wat voor soort verband hoort er bij deze grafiek?
A
Wortel verband
B
Kwadratisch verband
C
Lineair verband
D
Periodiek verband
Slide 9 - Quizvraag
Welke van de volgende formules is lineair?
A
k=25x2+3
B
K=√x+2
C
k=4x+3
Slide 10 - Quizvraag
Welke van de onderstaande formules zijn derdemachtsformules?
A
y=x2+x−x3
B
y=x2−18
C
y=(−x)3
D
y=3x
Slide 11 - Quizvraag
Wordt de grafiek een berg of een dal parabool?
A
Bergparabool
B
Dalparabool
Slide 12 - Quizvraag
Wordt de grafiek een berg of een dal parabool?
A
Bergparabool
B
Dalparabool
Slide 13 - Quizvraag
Wordt de grafiek een berg of een dal parabool?
A
Bergparabool
B
Dalparabool
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een parabool?
A
Een variabele
B
Een formule die zo kort mogelijk geschreven is
C
Een grafiek bij een kwadratische formule
D
Een ruimtefiguur
Slide 15 - Quizvraag
Ligt de top van een parabool
altijd op de symmetrieas?
altijd op de symmetrieas?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Is dit een kwadratisch verband?
y=−2x2+6x−12
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quizvraag
Is dit een kwadratisch verband?
A
Ja
B
Nee
