H8-BBL-NOVA

H8-BBL-NOVA
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H8-BBL-NOVA

Slide 1 - Tekstslide

ALS JE PRAAT IS JE STEM DE GELUIDSBRON
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 2 - Quizvraag

ALS GELUID ZICH VERPLAATST DOOR IJZER, DAN IS IJZER DE TUSSENSTOF
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 3 - Quizvraag

TRILLINGEN HOGER DAN 20.000 Hz ZIJN VOOR MENSEN NIET HOORBAAR
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 4 - Quizvraag

DE SONAR VAN EEN SCHIP GEBRUIKT LUCHT ALS TUSSENSTOF
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 5 - Quizvraag

DE EENHEID VAN FREQUENTIE IS dB
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 6 - Quizvraag

DUNNE SNAREN GEVEN HOGE TONEN
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 7 - Quizvraag

EEN SNAAR STEM JE OM DE JUISTE TOONHOOGTE TE KRIJGEN
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quizvraag

GELUID MET EEN GELUIDSTERKTE VAN 140 DECIBEL IS ZACHT GELUID
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quizvraag

DUNNE SNAREN MAKEN LAGE TONEN
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 10 - Quizvraag

WAAROM HEEFT EEN VIOOL EEN KLANKKAST
A
DE KLANKKAST VERHOOGT DE TONEN
B
DE KLANKKAST VERLAAGT DE TONEN
C
DE KLANKKAST VERSTERKT HET GELUID
D
DE KLANKKAST VERZWAKT HET GELUID

Slide 11 - Quizvraag

HOOE GROOT IS DE SNELHEID VAN GELUID IN WATER
A
375 METER PER SECONDE
B
750 METER PER SECONDE
C
1500 METER PER SECONDE
D
3000 METER PER SECONDE

Slide 12 - Quizvraag

WAAROM GEBRUIKT EEN PIANOSTEMMER EEN STEMVORK
A
STEMVORK GEEFT HOOGSTE TOON
B
STEMVORK GEEF LAAGSTE TOON
C
STEMVORK GEEFT ALTIJD DEZELFDE TOON.

Slide 13 - Quizvraag

HOE KOMT HET STEMGELUID VAN JE DOCENT BIJ JOUW OOR?
A
DOOR DE LUCHT
B
DOOR DE STEMBANDEN VAN DE DOCENT
C
DOOR JE GEHOORBEENTJES
D
DOOR JE TROMMELVLIES

Slide 14 - Quizvraag

HOE KAN EEN TIMMERMAN ZICH BESCHERMEN TEGEN SCHADELIJK GELUID?
A
DEUREN OPZETTEN VAN DE WERKPLAATS
B
GEWOON DOOR WERKEN, NIKS DOEN
C
OORDOPPEN IN ZIJN OOR OF ANDERE GEHOORBESCHERMING
D
MUZIEK OPZETTEN VIA MUZIEK OORDOPPEN

Slide 15 - Quizvraag

WELKE GELUIDEN ZIJN SCHADELIJK VOOR JE GEHOOR?
A
GELUIDEN ONDER DE 20dB
B
GELUIDEN TUSSEN 20 EN 50 dB
C
GELUIDEN TUSSEN 20 EN 80 dB
D
GELUIDEN BOVEN DE 100 dB

Slide 16 - Quizvraag

Bij onweer zie je eerst de bliksem. Daarna hoor je pas de donder, omdat:
A
het eerst bliksemt en dan pas dondert.
B
geluid sneller gaat dan licht.
C
licht sneller gaat dan geluid.
D
ogen sneller waarnemen dan oren.

Slide 17 - Quizvraag

JE HOORT EEN NIEUWSLEZER PRATEN OP TV. WAARDOOR ONTSTAAT HET GELUID VAN ZIJN OF HAAR STEM.
A
DE TV VERSTERKT HET GELUID
B
HIJ / ZIJ PRAAT IN EEN MICROFOON
C
DE LIPPEN VERANDEREN VAN VORM
D
STEMBANDEN DIE TRILLEN

Slide 18 - Quizvraag