vwo 1 chapitre 5 oefentoets

Bonjour 1AG
Ça va?
😒🙁😐🙂😃
1 / 29
volgende
Slide 1: Poll
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour 1AG
Ça va?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

START OEFENTOETS V1
  • chapitre 5 ABCDEFGH
bonne chance

Slide 2 - Tekstslide

exercice 1 traduis les mots - 10 questions (10 points)

Ik ken woorden die te maken hebben met activiteiten en eigenschappen

Slide 3 - Tekstslide

1. traduis
sympa

Slide 4 - Open vraag

2. traduis
fêter

Slide 5 - Open vraag

3. traduis
la grand-mère

Slide 6 - Open vraag

4. traduis
aout

Slide 7 - Open vraag

5. traduis
gagner

Slide 8 - Open vraag

6. traduis
les lunettes

Slide 9 - Open vraag

7. traduis
roux / rousse

Slide 10 - Open vraag

8. traduis
l'anniversaire

Slide 11 - Open vraag

9. traduis
embêtant(e)

Slide 12 - Open vraag

10. traduis
de taille moyenne

Slide 13 - Open vraag

exercice 2A - remplis les verbes au passé composé
6 questions (6 points)

 Ik kan de passé composé vormen

Slide 14 - Tekstslide

1. remplis le verbe au passé composé
Vous (jouer)  _____________  ______________ au tennis?

Slide 15 - Open vraag

2. remplis le verbe au passé composé
Oui, et nous  (manger)  __________  _________ une glace.

Slide 16 - Open vraag

3. remplis le verbe au passé composé
Après j' (danser)  __________  _________ avec Marie.

Slide 17 - Open vraag

4. remplis le verbe au passé composé
Et on (chanter)  __________  _________ ensemble.

Slide 18 - Open vraag

5. remplis le verbe au passé composé
Tu (inviter)  __________  _________ la classe pour ta fête.

Slide 19 - Open vraag

5. remplis le verbe au passé composé
Ton cousin (bavarder)  __________  _________ avec moi.

Slide 20 - Open vraag

exercice 2B - choisi la bonne forme de l'adjectif
6 questions (6 points)

 Ik kan verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken 

Slide 21 - Tekstslide

1. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(grand) Ton cousin, il est __________?

Slide 22 - Open vraag

2. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(grand) Et ta cousine, elle est ________ ?

Slide 23 - Open vraag

3. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(grand) Mes parents sont super ________ ?

Slide 24 - Open vraag

4. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(grand) Mes soeurs sont super __________ aussi.

Slide 25 - Open vraag

5. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(vieux) Ma grand-mère a 90 ans, elle est __________.

Slide 26 - Open vraag

6. Noteer de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord
(beau) Mes cousines sont __________.

Slide 27 - Open vraag

einde oefentoets
hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

einde van de oefentoets
succes met leren
🍀

Slide 29 - Tekstslide