verzorgingsstaat herhaling CGU ELO

Verzorgingsstaat herhaling
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verzorgingsstaat herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale verzorgingsrechten
- recht op inkomen (verzekeren)
- recht op gezondheid, huisvesting (verzorgen)
- overheid beschermt het milieu (verzorgen)
- recht op onderwijs (verheffen)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsstaat:3 pijlers, 4 functies 
1. Sociale zekerheid: = werk & inkomen = bestaanszekerheid (uitkeringen, AOW, kinderbijslag) 
= Verzekeren (art. 19/20 GW)
2. Gezondheidszorg, wonen, milieu: toegankelijk voor iedereen Verzorgen (art. 21/22 GW)
3. Onderwijs: leerplicht om te ontwikkelen, verheffen 
= Verbinden + Verheffen (art. 23 GW)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkend voor verzorgingsstaat is:


Overheid garandeert een sociaal minimum

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie niet in staat is betaald werk te
verrichten, of daarvan vrijgesteld is, moet aanspraak kunnen maken op een gegarandeerde bestaanszekerheid, die het mogelijk maakt volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Het belastingstelsel moet bijdragen aan een herverdeling van de rijkdom, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Dat vereist een sterk progressief belastingstelsel op inkomen, vermogens, (vermogens)winst en erfenissen.’

Slide 11 - Tekstslide

Deze tekst en die op de volgende slide kunt u leerlingen laten lezen. Daarna volgt hier namelijk een opdracht over. 
Iedereen heeft de verantwoordelijkheid in zijn eigen levensonderhoud te
voorzien. Wie daar niet in slaagt, kan een beroep doen op de overheid. Ondersteuning door de overheid is tijdelijk en is erop gericht dat mensen zo
snel mogelijk weer aan het werk kunnen. Belastingheffing is onvermijdelijk.
Maar de belastingdruk wordt zo laag mogelijk gehouden, zodat hardwerkend Nederland zoveel mogelijk van het verdiende geld naar eigen keuze kan besteden. De vrije marktorde is in economische zin de uitdrukking van het liberale uitgangspunt dat het individu zoveel mogelijk naar eigen keuze over zijn lot moet kunnen beschikken.’

Slide 12 - Tekstslide

Over de twee teksten van de SP en VVD komt hierna een opdracht. 
Links

Boetes inkomensafhankelijk
Zoals in Finland en Zweden
Eerlijker: effectiever

SP
Rechts

Boetes voor iedereen zelfde
Nederland
Eerlijker: zelfde gedrag

VVD

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Links
Midden
Rechts
Uitgebreide verzorgingsstaat
Vlaktaks
Nivelleren
Koppeling
Eigen verantwoordelijkheid
Verzorgingsmaatschappij
Denivelleren

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Links: hoeveel mensen verdienen = omgeving

Als je ouders goed voor je zorgen, als je naar een goede school kunt en goede vrienden maakt, als er werk is in sector: 
--> als dat allemaal meezit, dán kun je veel geld verdienen

Veel mensen die niet zo veel geluk hebben. 
Mensen weinig kansen (kansarm), die ziek zijn of pech.
--> ook gewoon kunnen leven. 
--> goed dat er belastingen en uitkeringen zijn = overheid

Veel kansen hadden -> betalen voor mensen minder kansen 
Waarde = bestaanszekerheid = iedereen altijd genoeg geld basisbehoeften: huis en eten. 

Overheid verantwoordelijk maken voor de belangrijkste levensbehoeften. Zo ben je altijd zeker van je ‘bestaan’, ook als je op wat voor manier dan ook pech hebt. Volgens linkse actoren wordt de hele samenleving beter van deze zekerheid.
Rechts: grote verschillen in hoe hard mensen werken.

Belangrijk dat mensen die hard werken ook veel verdienen
Met belasting zorg je ervoor dat hard werken minder zin heeft.
--> Overheid niet veel ingrijpen: zo weinig mogelijk belasting

Uitkeringen zorge ervoor dat je ook wel rond kunt komen zonder te werken = minder prikkels om wat nuttigs te doen. Dan zouden mensen van uitkeringen gaan profiteren. 

Als mensen pech in het leven hebben, is het goed als anderen voor hen klaar staan (liefdadigheid). Overheid altijd tijdelijk totdat mensen het zelf weer kunnen. 

Waarde = eigen verantwoordelijkheid: iedereen gestimuleerd wordt: voor zichzelf zorgen, niet afhankelijk 
Zo veel mogelijk levensbehoeften zelf verantwoordelijk = goed voor de samenleving. Mensen zijn verantwoordelijk voor hun eigen keuzes en hun eigen leven.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot moet de verzorgingsstaat zijn?
Hoe betalen we dat?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Links

Als je meer verdient, leg je meer op tafel.
Dan neemt de sociale ongelijkheid af.
Mensen aan de onderkant hebben het dan iets beter.
Rechts

Minder zelfde op tafel, mensen zelfredzaamheid aanspreken. 
Sociale ongelijkheid is niet erg en stimuleert.
Mensen aan de bovenkant hebben het juist iets beter. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Links
Half-open samenleving:
Kinderen uit lager opgeleide gezinnen in het nadeel.
Slechtere wijken, scholen.
Moeilijk om te stijgen op de maatschappelijke ladder.
Start is ongelijk
niet allemaal 6 gooien
Rechts
Open samenleving:
Veel mogelijkheden om te stijgen op de maatschappelijke ladder.
Als je maar hard genoeg je best doet.
Start is gelijk:
je kan allemaal 6 gooien

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Links

Zorg niet aan de markt overlaten.
Verkeerde prikkels: kwaliteitsverschil.
Marktwerking werkt niet.
Regels zijn nodig
Kijk uit: mensen met weinig geld:  slachtoffer marktwerking

Drempelloos: om sociale gelijkheid te bevorderen, toegankelijk voor ieder

Rechts

Meer aan de markt overlaten
Concurrentie, prestatiebeloning
Marktwerking = beste prikkel.
Niet allerlei regels
Kijk uit: onbetaalbaar als iedereen onbeperkt uit ruif collectieve sector 

Niet alles gratis: eerlijk meebetalen profijtbeginsel studie, kinderopvang

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomensverdeling
Verschillende beroepen, verschillend salaris. 

Bruto = wat je verdient omdat je iets verkoopt of mensen beter maakt.
Netto = vervolgens belasting over betalen aan de overheid

Links: nivelleren: kleinere verschillen tussen mensen. Goed onderwijs/zorg.
Rechts: denivelleren: jouw verdienste, oneerlijk afstaan Stimuleert economie

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vormen van actieve en passieve solidariteit?
fondswerving (rechts)
vrijwilligerswerk (links)
Links
GL, PvdA, SP
Midden
CU, CDA
Rechts
VVD, D66
Informele solidariteit wordt vergroot door formele solidariteit = goede voorbeeld dus
Cultuur van voor elkaar zorgen
Teveel formele solidariteit => maakt Informele solidariteit kapot 
Solidariteit wordt verkleind 
Verplichte solidariteit roept verzet op
Formele solidariteit afdwingen
Actieve informele solidariteit
Passieve solidariteit en eigenbelang 
Is er solidariteit in de verzorgingsstaat?

Slide 28 - Tekstslide

Paragraaf lezen

21.C. Opdracht donor (debat tussen 3 visies) 

22: toepassing maatschappelijke stage en donor
Hoe wij- gevoel (sociale cohesie) vergroten? 
-> oftewel dat mensen solidair zijn (elkaar helpen)

Links: formele solidariteit afdwingen -> actieve overheid. 
Dit voorbeeld zal  informele solidariteit ook versterken.
Midden: actieve informele solidariteit organiseren: vrijwilligerswerk stimuleren (burgers zorgen voor elkaar)
Rechts: passieve informele solidariteit en eigen belang bij solidair zijn een goede zaak: fondswerving. Kleine rol overheid



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Links conflictdenker zet centraal:
Rechts conflictdenker zet centraal:

Als die er geld in blijven stoppen, kan werkgelegenheid behouden blijven
gemeenschappelijke belangen
Te hoge werkdruk
Actie!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10: Een CDA Tweede Kamerlid zei eens het volgende:
 ‘De verzorgingsstaat heeft de informele solidariteit kapotgemaakt. Het zijn communicerende vaten: vermindert de formele solidariteit, dan zal de informele solidariteit stijgen en andersom’. 

  A de foto bevestigt het citaat
  B de foto is in strijd met het citaat
  C de foto heeft niets te maken met het citaat
  D de foto en het citaat zijn beide links georiënteerd 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A: links
B: rechts
C: links/midden
D: rechts
E: links
F: midden

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies