1.4 Wereld: Waar blijft alle grind, zand en klei

Schrijf zoveel mogelijk dingen op die je je nog herinnert uit de lessen overhet hoofdstuk Landschappen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijf zoveel mogelijk dingen op die je je nog herinnert uit de lessen overhet hoofdstuk Landschappen

Slide 1 - Tekstslide

Hints

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Type erosie?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

§4: inzoomen: waar blijft alle grind, zand en klei? 

Slide 9 - Tekstslide

§1.4




  • Hoe ontstaan zandbanken, duinen, delta en een estuarium?

  • Hoe ontstaan sedimentgesteenten?

  • Aan welke kenmerken kan je een sedimentgesteente herkennen?




Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Benedenloop: sedimentatie

  • Aan het einde van de rivier is de stroomsnelheid heel laag
  • Hierdoor treedt er veel sedimentatie op
  • Er ontstaat een delta
               

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Schematische weergave: Bodem zand, grind, klei
  • Materiaal vanuit middenloop naar benedenloop. Dit proces heet sedimentatie.
  • Nieuwe lagen worden steeds dikker; er ontstaat nieuw land > delta

Slide 17 - Tekstslide

Schematische weergave: Bodem zand, grind, klei
  • Monding van de rivier vormt een estuarium
  • Hoe ontstaat deze?
  • Tijdens eb en vloed stroomt de zee de rivier in en uit en neemt sediment mee naar de zee.

Slide 18 - Tekstslide

Zandbanken
Strand
Hoe komt het zand uiteindelijk op het strand terecht?
Bij hoog water en gunstige wind wordt het zand van de zandbanken naar het strand vervoerd. Zo worden stranden hoger. 

Slide 19 - Tekstslide

Waar blijft alle grind, zand en klei?




  • Bovenloop: rivier ontspringt. Hoge bergen en diepe dalen ontstaan door rivieren. Hoge stroomsnelheid.
  • Middenloop: rustig stromend water.
  • Benedenloop: langstromend water. Sedimentatie. 

Slide 20 - Tekstslide

Duinvorming in stappen:




  • Stap 1: zee spoelt zand het land op (door vloed, springtij).
  • Stap 2: wind neemt zand landinwaarts mee en blaast het tot hoopjes. Op den duur ontstaan er plantjes. Houdt zand vast. Deze kusten worden aanslibbingskusten genoemd.

Slide 21 - Tekstslide

Sedimentgesteente


  • Kalksteen
  • Zandsteen



= opgebouwd van sediment (zacht)

kan fossielen bevatten
Stollingsgesteente


  • Basalt
  • kristallen




= ontstaan doordat magma of lava is gaan stollen (hard)

Slide 22 - Tekstslide

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 23 - Quizvraag

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 24 - Quizvraag

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 25 - Quizvraag

Welke combinatie van sedimentgesteente is juist?
A
Zand --> Schalie
B
Schelpen --> Kalksteen
C
Klei--> Zandsteen
D
Schelpen --> Schalie

Slide 26 - Quizvraag