1.4. Waar blijft alle grind, zand en klei?

1
2
3
4
5
6
7
Zet op de juiste volgorde, geef bij ieder cijfer kort aan, gaat het vooral om: verwering, erosie of sedimentatie.
timer
1:00
1 / 66
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 66 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1
2
3
4
5
6
7
Zet op de juiste volgorde, geef bij ieder cijfer kort aan, gaat het vooral om: verwering, erosie of sedimentatie.
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.4. WAAR BLIJFT ALLE GRIND, ZAND EN KLEI?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2
2. Waarom bestaan laagvlakten uit kilometers dikke lagen zand en klei?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de onderstaande woorden naar de juiste plekken in de afbeelding!
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
veel erosie
sedimentatie

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laagvlakte
Een gebied dat lager dan 200 meter hoog ligt.
In de laagvlakte legt de rivier veel grind, zand en klei neer.
Hooggebergte
Hier wordt de rivier 'geboren', ofwel: hier ontsprint de rivier.
Laagvlakten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middenloop
Bovenloop
Benedenloop
Zand 
Klei
Stenen
Grind
Erosie
Verwering
Sedimentatie

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overstromingsvlakte van een rivier
Hoogste stroomsnelheid
Laagste stroomsnelheid
Klei
Zand
Grind

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een delta?
A
Nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie waar een rivier in zee mondt.
B
Gesteente dat is ontstaan door het neerleggen van materiaal door water, wind of ijs.
C
Die bouwwerken die na 1953 zijn gebouwd om het water tegen te houden.
D
Door de wind opgewaaide zandheuvel.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Delta
Estuarium

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het gesteente gaat kapot,
wat gebeurd er daarna?

Het verweerd materiaal wordt getransporteerd
en gesedimenteerd
Erosie = uitschurende werking van sediment dat getransporteerd wordt door wind, water en ijs.

Sedimentatie = neerleggen van los materiaal dat is meegenomen door rivieren, ijs, wind en zeewater

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De drie begrippen
Verwering
Het uiteenvallen van gesteente door:
Mechanische verwering: afbrokkelen door vorst, temperatuurverschil, wortels.
Chemische verwering: oplossen of veranderen van gesteente door zuur regenwater, zuurstof.
Erosie
Het afslijten en wegvoeren van gesteente of grond door:
  • water (rivieren)
  • ijs (gletsjers)
  • wind
Sedimentatie
Het neerleggen van materiaal dat door erosie is meegenomen.
  • Zware deeltjes (grind) worden als eerste afgezet.
  • Lichte deeltjes (klei) worden verder meegenomen en later afgezet.
Gevolg: vorming van lagen → uiteindelijk sedimentgesteente (bv. zandsteen, schalie).
Verwering maakt stuk – erosie neemt mee – sedimentatie legt neer.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekenopdracht
We gaan weer een striptekening maken. Dit keer over het ontstaan van duinen. Laat in 4 beelden zien hoe jij denkt dat duinen ontstaan. Succes!
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verhaal bij deze foto?
- Wat zie je?
- Waar is de foto gemaakt?
- Wat zijn sporen van erosie die je kunt waarnemen in deze satellietfoto?
- Wat zijn sporen van sedimentatie die je kunt waarnemen in deze satellietfoto?
- Wat is het verhaal bij deze foto?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit moet je weten na afloop van de paragraaf

  • Je kunt uitleggen hoe zandbanken, duinen en delta’s worden gevormd.
  • Je kunt de boven-, midden- of benedenloop herkennen met behulp van foto’s.
  • Je begrijpt op welke manier sedimentgesteente ontstaat.

Begrippen: benedenloop, laagvlakte, middenloop, sedimentatie, schalie, delta, estuarium (vwo), zandbanken, strand, aanslibbingskusten (vwo), duinen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding 1.4 havo
Lees Paragraaf 4 beantwoord de vragen in je schrift

1. Hoe heet het proces waarbij zand, grind en klei door een rivier worden meegenomen en afgezet?
2. Welke gesteenten ontstaan uit samengeperst zand en klei?
3. Leg uit waarom het zwaarste materiaal van een rivier eerst bezinkt en het lichtste het verst wordt meegenomen.
4. Teken met een voorbeeld hoe een zandbank kan uitgroeien tot een strand. Denk hierbij na over: hoe komt het zand in de zee? Hoe komt het zand op de kust?
5. Stel je voor: een storm verplaatst veel zand op een strand. Leg uit met een tekening hoe hierdoor uiteindelijk een duin kan ontstaan.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding 1.4. vwo
Lees paragraaf 1.4. nauwkeurig en beantwoord de vragen in je schrift
1. Wat is het verschil tussen een delta en een estuarium? Je mag dit ook tekenen.
2. Waarom bestaan laagvlakten uit kilometers dikke lagen zand en klei?
3. Een rivier transporteert grind, zand en klei. Bij een overstroming worden op verschillende plekken sedimenten afgezet. Welke deeltjes (grind, zand of klei) worden het verst van de rivier afgezet, en waarom?
4. Vergelijk het ontstaan van een delta met het ontstaan van duinen langs de kust. Welke processen zijn hetzelfde en welke verschillen?
5. Stel: door klimaatverandering stijgt de zeespiegel snel in de Povlakte. Bedenk twee mogelijke gevolgen voor sedimentatie en het landschap.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water de rivier geeft en neemt
Hoge stroomsnelheid
- Rivier snijdt zich in (V-dal)
- Meer erosie, minder sedimentatie
Lagere stroomsnelheid
- Rivier gaat meanderen
- als gevolg van erosie en sedimenatie
Laagste stroomsnelheid
- relatief veel sedimentatie
- rivier gaat zich vertakken

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wind geeft en neemt
erosie: wind blaast losse deeltjes weg en bodem met grof puin blijft over
sedimentatie: zand wordt ergens anders neergelegd, waardoor zandduinen ontstaan

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erosie in een rivier

Verticale erosie: V-dal

Horizontale erosie: meanderen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Water de zee geeft en neemt
erosie: golven eroderen de kust, 
waardoor kliffen en bogen ontstaan
sedimentatie: golven kunnen sediment afzetten, 
zoals bij zandstranden

Aanslibbingskust
Afbraakkust
Nederlandse kust

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zandbanken in Egmond aan Zee

Slide 26 - Tekstslide

Heb je je weleens afgevraagd, als je een frisse duik in de Noordzee neemt, waarom je opeens omhoog loopt als je verder van de kust af gaat? Net kon je niet meer met je voeten bij de grond en nu sta je opeens op een soort heuvel, die je vanaf het strand nog niet had gezien. Dit is een zandbank, een natuurlijk fenomeen dat een belangrijke rol speelt bij het beschermen van de Nederlandse kust. Zandbanken breken tijdens stormen namelijk golven, waardoor het strand beschermd wordt.

Deze bescherming van de kust is meer en meer nodig. De Nederlandse kust zal steeds grotere stormen ervaren die onze stranden en duinen bedreigen. Zonder extra ondersteuning kan onze natuurlijke kustbescherming de nieuwe weersomstandigheden mogelijk niet aan. In plaats van dat er een grote dijk geplaatst moet worden, zouden zandbanken ongezien en met minimale impact op de natuur deze extra bescherming kunnen bieden. Het jaarlijks toevoegen van extra zand zal wel nodig zijn om de zandbanken te onderhouden. Hoeveel zand is nodig, en waar precies? Dat kunnen we zien op satellietbeelden.
IJs geeft en neemt
  • erosie: door schurende werking ijs met zand en stenen ontstaan U-vormige dalen, spitse bergtoppen en komvormige bekkens
  • sedimentatie: puin dat de gletsjers meevoeren vormt morene

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwering -> Erosie -> Sedimentatie
Hier zie je een deel van de gesteentekringloop. Vertel het verhaal van deze drie foto's. 
"Hoe komt het gesteente op foto 1, uiteindelijk op het strand op foto 2, en welke processen zorgen voor de geplooide gesteentelagen in foto 3?  
1
3
2

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bordtekening 
Bovenloop - middenloop - benedenloop
Teken de basis over. Schrijf vervolgens de volgende begrippen op in de juiste 'loop'
Stroomsnelheid hoog - minder hoog - laag
Erosie - verwering - sedimentatie 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen van erosie en sedimentatie

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaanswijze delta
  1. Transport van zand en klei (verweringsmateriaal)
  2. Stroomsnelheid neemt af
  3. Zand en klei bezinkt (sedimentatie)
  4. Rivierbedding raakt verstopt
  5.  Rivier maakt nieuw doorgang naar de zee.
Nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie waar een rivier in zee uitmondt.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Delta
Hoe herken je een delta?
-Een stuk land dat in zee uitsteekt.
-De rivier vertakt in meerdere geulen.
-Het heeft een vorm van een driehoek.


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde rivier
Delta                  of               Estuarium
Vraag 1

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Delta:
  • stroomsnelheid rivier stopt (door zee)
  • Al het sediment zakt naar de bodem
  • door ophoping ontstaat nieuw land
Estuarium:
  • Hoge stroomsnelheid langs kust, sediment wordt meegenomen

of

  • bij vloed dringt zeewater de rivier in
Vraag 1

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Google Earth ll
Bij de vorige opdracht heb je drie rivieren opgezocht. Zoek nu op waar de rivieren in de zee uitmonden. Is dat een delta of een estuarium? Hoe kun je dat zien? 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 5

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De geboorte van rivier de Po
Haar eerste meters

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Wandelaars volgen de Po stroomafwaarts

Slide 45 - Tekstslide

Via een aantal watervallen stroomt de rivier het gebied van de gemeente Crissolo binnen. De Po heeft dan sinds de bron een hoogteverschil van 700 meter overbrugt. Op zonnige dagen is het hier langs beide oevers goed vertoeven. 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 5

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Kaart

Deze slide heeft geen instructies

Zoek nu op waar de rivieren in de zee uitmonden. Is dat een delta of een estuarium? Hoe kun je dat zien?

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke letter geeft de laagvlakte aan?
A
A
B
B
C
C

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

middenloop
bovenloop
benedenloop
zand 
klei
rotsen
grind
erosie
verwering
sedimentatie

Slide 57 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 58 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schalie 
Kalksteen 
Zandsteen 
Schelpen 
Klei
Zand 

Slide 59 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan herken je sedimentgesteente?
A
Laagjes
B
Stolling
C
Fossielen
D
Los materiaal

Slide 60 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je weet op welke manier zandbanken, duinen, een delta en een estuarium worden gevormd.
- Je begrijpt dat in een laagvlakte sedimentatie optreedt en dat uit samengeperste sedimenten na lange tijd sedimentgesteenten ontstaan.
- Je kunt met behulp van een foto de naam en een aantal kenmerken van sedimentgesteente benoemen.

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
In hoeverre begrijp je nu de stof uit 1.4 en heb je de leerdoelen behaald?
010

Slide 62 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb je de leerdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 63 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 64 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 65 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het grotere plaatje
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies