2m - les 3 - 5.3 Soorten bewegingen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

              Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Vandaag:

- Nakijken 5.2 

- Theorie en werken aan 5.2

Hoeveel cm is 230 meter?

Reken om:
15 m/s = ..... km/h
72 km/h = ..... m/s
18 m/s = ..... km/h

Je wandelt 44 km in 8 uur.
Bereken de gemiddelde snelheid in km/h.

Een fietser rijdt met een gemiddelde snelheid van 18 km/h en is 2 uur en 20 minuten onderweg.
Bereken de afstand die hij heeft afgelegd.

Leerdoel

• Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een beweging met constante snelheid en bij een versnelde en vertraagde beweging.
  
  
• Je kunt de drie soorten bewegingen herkennen aan de vorm van de grafiek.

Stroboscopische foto gebruiken

Je moet twee dingen weten:

• De tijdsduur tussen 2 foto's
• De afstand op de foto in
    werkelijkheid

Dit zet je in een afstand-tijdtabel.

(afstand, tijd)-diagram

Rekenen met gemiddelde snelheid

                                                                          Om de afstand te berekenen 

                                                                          gebruik je de formule zo:

 

Als je de afstand in km invult, 

en de tijd in uur, 

krijg je de snelheid in km/h!

km/h   en   m/s

Je hebt twee eenheden voor snelheid:

- km/h (kilometer per uur) 

- m/s (meter per seconde)

1 m/s = 3,6 km/h

Versnelde beweging

Deze scooter maakt een versnelde beweging.

De snelheid wordt steeds groter.

Hoe zie je dat dit een versnelde beweging is.

Versnelde beweging

De afstand tussen de plaatjes wordt 

steeds groter. 

In diagram: 

De kromme lijn loopt steeds steiler.

Vertraagde beweging

Deze fietser maakt een vertraagde beweging.

De snelheid wordt steeds kleiner.

Vertraagde beweging

De afstand tussen de plaatjes wordt 

steeds kleiner. 

In diagram: 

De kromme lijn loopt steeds minder steil.

Beweging met constante snelheid

Deze wandelaar maakt een beweging constante snelheid.

De snelheid blijft even groot.

Beweging met constante snelheid

De afstand tussen de plaatjes is steeds 

even groot

In diagram: 

Een rechte lijn

Tussen welke tijdstippen staat
hij stil?

Wanneer is de snelheid het
grootst?

Aan de slag

Maak van 5.3 opgave 1 t/m 12 van blz 33 en verder (boek B)