6-02-2023

Hoy es el 6 de febrero de 2023
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansBeroepsopleiding

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Hoy es el 6 de febrero de 2023

Slide 1 - Tekstslide

Lo que vamos a hacer hoy
Mirar los deberes
Unidad 2
WB:
p.23, ej.19/ p.27 ej.23
Unidad 3:
WB:
p.29, ejs.1,2,3
TB:
p.29, 30, ejs. 1a/b, 2a, 3a/b

Slide 2 - Tekstslide

Repaso de unidad 2

Slide 3 - Tekstslide

Unidad 3 p.29:  En buenas manos
tu centro de salud, descanso y belleza  
  •   Lees de tekst

  • 1a. ¿ Qué partes del cuerpo se mencionan? 

  • 1b.¿ Qué tratamiento eliges para tu amigo/-a, tus padres, uno/-a de tus compañeros/-as....?  y ¿ Por qué?
  • ¿Qué tratamiento eliges para ti?

Slide 4 - Tekstslide

vul de ontbrekende lichaamsdelen in bij p.30, ej. 2 

Slide 5 - Tekstslide

la rodilla
la mano
los pies
el dedo
el pecho
el brazo
la cabeza
la espalda
la pierna
el cuello
la barriga

Slide 6 - Sleepvraag

El diario de Prudencio
p.30, ej. 3
- algo= iets
- nadie= niemand
-todo el día= de hele dag
- algunos= enkele

Subraya los síntomas de enfermedades
 

Als nada, nadie  achter een werkwoord staat , dan komt "no"ervoor 

Slide 7 - Tekstslide

Tener :
fiebre (koorts)
tos (hoest), gripe (griep),
diarrea( diarree), 
alergia a....(allergie)
dolor de...
Estar:
enfermo/-a ( ziek), resfriado/-a
(verkouden), nervioso/-a 
(nerveus),
bien, mal, fatal (zich goed/ slecht / heel slecht voelen).
El diario de Prudencio 
¿Qué te/le pasa?   ¿Qué te/le duele?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe je kunt zeggen wat je klachten zijn...
doler ( ue) + meew.v
tener dolor de....
  • marearse
  • sentirse
  • encontrarse
  • estar

Slide 9 - Tekstslide

vergelijk gustar
           +
 lichaamsdeel
meew vnw+ duele(n)+ lidwoord+ lichaamsdeel
dus: 
estar gebruik je met: resfriado. mareado, enfermo, nervioso, bien/mal/fatal


/os
vosotros
tenéis

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

TB. p. 31 ej. 4a Recomendar/  Advies geven
  • Oiga doctor, mis hijos tienen fiebre. ¿Qué les recomienda? 
Posibles reacciones:
- ¿Por qué no toman aspirinas? 
Waarom nemen ze geen aspirines?
- Les recomendamos tomar ...
-Conviene tomar ...
-Pueden tomar un jarabe para la tos.
vertaling?

Slide 12 - Tekstslide

  • Oiga doctor, tengo tos. ¿Qué me recomienda? 
Posibles reacciones:
- ¿Por qué no toma(s) un jarabe para la tos? 
Waarom neemt u/neem jij geen hoestdrankje?
- Le/te recomiendo tomar un jarabe.
-Conviene tomar un jarabe.
-Puede(s) tomar un jarabe para la tos.
vertaling?

Slide 13 - Tekstslide

TB: p. 31 , 4b
En la farmacia

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

        TB p. 32, ej.6: 
El secreto de una vida sana

Wat is een bijvoeglijk nw?
  • zegt iets over een zelfst. nw 
       la comida sana.
       es un cantante bueno
  • Het komt in getal en geslacht met dit zelfst. nw. overeen.


Wat is een bijwoord? 
  • Zegt iets over een werkwoord,
      (een bijv.nw, een ander bijwoord  of  een hele zin)
      comemos sanamente
      el cantante canta bien
  • het is onveranderlijk.

Slide 16 - Tekstslide

 TB p. 30, ej.6a: El secreto de una vida sana
¿Cuáles de las actividades son sanas y cuáles no?

Onderstreep in opdr.6a de bijv.nw én 
de bijwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Hoe vorm je het adverbio (bijwoord)?
Het bijwoord (adverbio) vorm je door uit te gaan van de  vrouwelijke vorm van een bijv.nw. (adjetivo) en daar -mente achter te zetten:  
                            tranquilo -->        tranquilamente
                            cómodo   -->        cómodamente             
Eindigt een bijv.nw. op een -e of medeklinker, dan komt -mente er direct achter:          
                           agradable  -->    agradablemente
                           regular        -->      regularmente


  Let op: accenten blijven staan!

Slide 18 - Tekstslide

¡Ojo!
  • onregelmatig:           bueno-bien; malo-mal   (adj-adv)

  • mucho en poco=      bijv.nw én bijwoord    

  • rápido en claro hebben 2 vormen als bijwoord:  rápido/rápidamente en claro/claramente


Slide 19 - Tekstslide

La siesta, una costumbre muy relajante
TB. p.32, ej.6c
¿Duermes la siesta? 
¿Te parece sano?

Lee el texto y tacha la forma falsa

Slide 20 - Tekstslide

TB:
p.32, ej.5a/  6a, b,c

WB.: 
p.30, ejs. 4, 5a.
p.31, ejs. 5b/ 6a,b.
p.34, ejs. 11, 12


Slide 21 - Tekstslide

Adiós

Slide 22 - Tekstslide