Afsluitende les

Afsluitende les H10
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
RechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Afsluitende les H10

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Terugblik H10 

Oefenvragen 

Slide 2 - Tekstslide

Samenwerking met landen in de Europese Unie
De Europese Unie werkt samen met landen om economische, politieke en sociale doelen te bereiken.

Samenwerkingsverband van 27 Europese landen 

Vanaf 1 januari zijn het er 27 IPV 28 landen, wat is hier gebeurd?




Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat weet je al over de geschiedenis van de Europese Unie?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Drie pijlers Europese Unie

Economische integratie; markt met open grenzen en invoering van 1 munt; de euro

Samenwerking op het gebied van buitenlands en veiligheidsbeleid

Samenwerking op het gebied van binnenlandse zaken en justitie.

Slide 7 - Tekstslide

Voorwaarden om lid te worden van de EU; 
Geografisch; een land in Europa
 
Politiek; democratie en mensenrechten respecteren.

Economisch; goed functionerende markteconomie.

Wettelijk; volledige EU wetgeving willen overnemen in nationale wetgeving



Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de 3 Internationale samenwerkingsorganisaties tussen landen wereldwijd?

Slide 9 - Woordweb

Samenwerkingsorganisaties
VN

Navo 

Internationale strafhof 



Slide 10 - Tekstslide

De VN (Verenigde Naties)
Wat is de VN en wat doet de VN?

De Verenigde Naties zijn een organisatie voor vrede, veiligheid en samenwerking. 

Bijna ieder land ter wereld is lid. De NAVO is een militair bondgenootschap tussen 31 landen uit Europa en Noord-Amerika – om de vrijheid en veiligheid van alle landen die lid zijn te beschermen

Slide 11 - Tekstslide

De NAVO
De NAVO is een militair bondgenootschap tussen 31 landen uit Europa en Noord-Amerika – om de vrijheid en veiligheid van alle landen die lid zijn te beschermen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wie kent een instellingen van de Europese Unie?

Slide 14 - Woordweb

Instelling Europese Unie
Europese Commissie 

Raad van de Europese Unie

Europees Parlement 

Hof van Justitie van de Europese Unie 

Slide 15 - Tekstslide

De Europese Commissie
De Europese Commissie is verantwoordelijk voor het voorstellen en uitvoeren van EU-wetgeving, en voor het uitvoeren van het EU-beleid.

Slide 16 - Tekstslide

Taken Europese Commissie
Wetsvoorstellen in te dienen bij het parlement en bij de raad

De EU-begroting te beheren en te verdelen 

EU-recht handhaven

EU vertegenwoordigen op internationaal niveau 

Slide 17 - Tekstslide

De Raad van de Europese Unie
De Raad van de Europese Unie vertegenwoordigt de regeringen van de EU-lidstaten, neemt wetgeving aan en coördineert het EU-beleid.

Ministers van de lidstaten

(Mark Rutte) 

Slide 18 - Tekstslide

Taken raad van de Europese Unie
Goedkeuring van Europese Wetten 

Coördinatie van het economisch beleid

Goedkeuring van de EU-begroting 

Slide 19 - Tekstslide

Het Europees Parlement
Het Europees Parlement is het rechtstreeks verkozen orgaan van de EU en speelt een rol bij het aannemen van EU-wetgeving en het controleren van andere EU-instellingen.

Slide 20 - Tekstslide

Hof van Justitie van de Europese Unie
Het Hof van Justitie van de Europese Unie zorgt ervoor dat de EU-wetgeving in alle EU-landen op dezelfde manier wordt toegepast, en beslecht geschillen tussen EU-landen en instellingen.

Slide 21 - Tekstslide

Europees recht
Drie bronnen van gemeenschapsrecht

- Primair recht: De verdragen van de Europese Unie

- Secundair recht: Verordeningen en richtlijnen

- Uitspraken van het hof van justitie 

Slide 22 - Tekstslide

Verdragen
Een EU-verdrag is een bindende overeenkomst tussen de lidstaten

Het definieert de doelstellingen van de EU

de regels voor de EU-instellingen

het besluitvormingsproces en de betrekkingen tussen de EU en haar lidstaten

Slide 23 - Tekstslide

Richtlijnen en Verordeningen
Richtlijnen zijn bindend voor de EU-lidstaten wat betreft het te bereiken resultaat, maar de vorm en middelen zijn aan de lidstaten overgelaten.

Verordeningen zijn rechtstreeks van toepassing in elke lidstaat, zonder dat er nationale wetgeving nodig is.

Verordening = directe werking
RIchtlijnen = implementatie van 1 of 2 jaar 

Slide 24 - Tekstslide

Quiz Europese Unie

Slide 25 - Tekstslide

Wie bepaalt in hoofdlijnen het beleid in Europa?
A
Europese Raad
B
Europese Commissie

Slide 26 - Quizvraag

Wie kiest de leden van het Europees Parlement?

Slide 27 - Open vraag

Niet alle Europese landen zijn lid van de Europese Unie.
Welk land is geen lid?
A
Cyprus
B
Litouwen
C
Slovenië
D
Zwitserland

Slide 28 - Quizvraag

Er zijn 25 landen lid van de Europese Unie.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

In de Europese Unie zijn er gemeenschappelijke regels.
A
onjuist
B
juist

Slide 30 - Quizvraag

Binnen de Europese Unie is sprake van vrijhandel.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Landen waar je met de euro kunt betalen zijn lid van de Europese Monetaire Unie (EMU).
A
onjuist
B
juist

Slide 32 - Quizvraag

De volksvertegenwoordigers van de Europese Unie
A
Europees Parlement
B
Europese Raad

Slide 33 - Quizvraag

De Europese Unie is een ....
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 34 - Quizvraag

Wat was de voorloper van de Europese Unie?
A
Europese Gemeenschap
B
Europese Gemeenschap voor kolen en staal
C
Europese Economische Gemeenschap
D
Europa United Before

Slide 35 - Quizvraag

Wat zijn de voordelen van de
Europese Unie?
A
Het is gezellig
B
De grenzen zijn open voor handel (goederen) en mensen. Er is ook minder kans op oorlog.
C
We spreken nu allemaal één taal.
D
De landen liggen nu dichter bij elkaar. Er is ook minder kans op oorlog.

Slide 36 - Quizvraag

Landen in het Europese Unie hebben ......
A
vrij grensverkeer
B
geen vrij grensverkeer

Slide 37 - Quizvraag

Wat is GEEN doel van de Europese Unie?
A
Voorkomen van nieuwe oorlogen
B
Samenwerken op het gebied van landbouw
C
Zorgen voor welvaart in Nederland
D
Zorgen voor minder criminaliteit

Slide 38 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van de Europese Unie?
A
Amsterdam
B
Berlijn
C
Parijs
D
Brussel

Slide 39 - Quizvraag

Het voordeel van de Europese Unie
is...
A
Samen de Europese voetbalcompetitie houden
B
Samen beslissingen nemen op gebied van handel
C
Samen het Euro Visie Songfestival organiseren
D
Samen beslissingen nemen tijdens Corona

Slide 40 - Quizvraag

Wat wil de Europese Unie vooral?
A
Veiligheid en economische groei
B
Vrede en welvaart
C
Welvaart en welzijn
D
Vrede en meer geld

Slide 41 - Quizvraag

Succes met leren!
Lessonup staat in teams
Gebruik youtube voor extra uitleg

Slide 42 - Tekstslide