les 4 §8.3 Voedsel op aarde

Les 4    §8.3 Voedsel op aarde.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 4    §8.3 Voedsel op aarde.

Slide 1 - Tekstslide

Eerst een terugblik op §8.2

Slide 2 - Tekstslide

De wereldbevolking zal waarschijnlijk niet verder groeien dan 10 miljard omdat?
A
De natuur dan hard zal ingrijpen met veel natuurrampen
B
Het aantal kinderen dat erbij komt niet langer meer groeit
C
We kunnen niet meer mensen voeden,dus hongersnood en doden

Slide 3 - Quizvraag

Als de wereld bevolking toch 11 miljard wordt dan komt dat doordat:
A
Er toch meer kinderen worden geboren
B
omdat mensen ouder worden

Slide 4 - Quizvraag

Het urbanisatietempo in Nederland ligt hoger dan het urbanisatietempo in Nigeria
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Uitleg §8.3

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kan je uitleggen wat de gevolgen zijn van globalisering voor de voedselproductie.

Slide 7 - Tekstslide

Voedselproductie vroeger
In de 19de eeuw hadden Nederlandse boeren een gemengd bedrijf = landbouwbedrijf met akkerbouw én veeteelt

De boeren waren zo goed als zelfvoorzienend. Alles was voor eigen gebruik, wat over was werd verkocht op de lokale of regionale markt.

Slide 8 - Tekstslide

Voedselkringloop vroeger
Alles speelt zich af in de directe omgeving van de boerderij: weinig spullen van buiten.  Bijvoorbeeld: Bosstrooisel, hooi en plaggen in de stal met schapen, en mest eruit op de akker.

Slide 9 - Tekstslide

Nu komen dus spullen van buiten de directe omgeving. Wat haalt de boer nu van buiten de directe omgeving?

Slide 10 - Open vraag

Voedselproductie nu
Nu specialiseren boeren zich: veeteelt of akkerbouw
Want ze willen een hoge opbrengt. Dit kan met schaalvergroting (steeds grotere bedrijven).  

Vroeger een paar varkens, nu 3.000 varkens.

Vroeger productie voor zichzelf, nu productie voor anderen om omzet (en winst) maken

Slide 11 - Tekstslide

Globalisering in de landbouw
Ons eten komt overal vandaan, sla uit Spanje, boontjes uit Marokko, rundvlees uit Argenitinie, en wijn uit Australië. En wij exporteren ook weer veel naar het buitenland


Globalisering is het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen,geld en informatie (kennis, cultuur).

Slide 12 - Tekstslide

Veel producten in Nederland worden in het buitenland verbouwd. Ook ingrediënten voor voedsel voor dieren in Nederland bijvoorbeeld.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Voedselcrisis
Er is genoeg voedsel in de wereld om alle mensen te voeden…en toch dreigt er een voedselcrisis .  Er zijn zijn voedseltekorten en stijgende prijzen. Hoe is dat mogelijk?  Er zijn 4 oorzaken:

Oorzaak 1: de wereldbevolking
groeit dus meer voedsel nodig

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaak 2: Ongelijke voedselverdeling
De voedselafdruk van westerse landen is groter
- westerse landen halen veel eten uit het buitenland, en hebben dus meer eten en drinken
voedselafdruk: het aantal hectares dat nodig is om voedsel te verbouwen per inwoner of per land

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaak 3: stijging welvaart
Door stijging welvaart veranderen eetgewoonten. In China en Brazilië wordt meer vlees en zuivel geconsumeerd. Er is 10 kilo graan nodig voor productie 1 kilo vlees

Dus hoe meer vlees er wordt gegeten hoe meer grond er nodig is. En weten jullie nog voor vlees was ook veel meer water nodig. Dus een veel hogere ecologische voetafdruk door welvaartsstijging


Slide 17 - Tekstslide

Oorzaak 4:  duurzame energiebronnen
rijke landen schakelen over op duurzame energiebronnen want dat is goed voor milieu, maar niet voor de voedselproductie want veel biobrandstoffen worden gemaakt van eetbare gewassen. Dus nog meer voedsel te korten. Hoe duurzaam is dat dan?

Slide 18 - Tekstslide

Oplossingen voedsel crisis
1 .Hogere opbrengsten in de landbouw door een nieuwe Groene Revolutie. Dus ...betere irrigatietechnieken, zaaizaad, kunstmest, …

2 Anders consumeren voor een duurzamere voedselvoorziening. Dus minder verspillen, meer producten uit eigen land, en minder vlees eten, … 

Slide 19 - Tekstslide

Noteer twee dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 20 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk

Slide 22 - Tekstslide