Les 12 H5 PA- 3 haco sp2- ma 23-11

Planning komende lessen
Maandag 23-11: Herhaling stof PW + maken oef 31 (0,5 bonuspt)
Dinsdag 24-11: P.O. maken > meenemen materiaal
Maandag 30-11: Herhaling stof PW + maken d-toets en leren + verbeteren oef 5 (0,5 bonuspt)
Dinsdag 1-12: PW
Maandag 7-12: presenteren + inleveren P.O. + start H6.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning komende lessen
Maandag 23-11: Herhaling stof PW + maken oef 31 (0,5 bonuspt)
Dinsdag 24-11: P.O. maken > meenemen materiaal
Maandag 30-11: Herhaling stof PW + maken d-toets en leren + verbeteren oef 5 (0,5 bonuspt)
Dinsdag 1-12: PW
Maandag 7-12: presenteren + inleveren P.O. + start H6.

Slide 1 - Tekstslide

programa de lunes 23 de noviembre
• (controlar y revisar los deberes: internetopdr + ejercicio 26 hasta 28)
• voca 5.4 2e kolom + vervoeging ww 'ir'
• ww oefenen
• herhalen bezittelijk vnw
• herhalen getallen 100-1000
• herhalen futuro próximo
• deberes

Slide 2 - Tekstslide

Controle internetopdr

Slide 3 - Tekstslide

ejercicio 26b
Ejercicio 26b
1 el futuro inmediato
2 presente
3 el futuro inmediato
4 el futuro inmediato
5 presente
6 presente

Slide 4 - Tekstslide

respuestas ejercicios 26c
Ejercicio 26c
1 Ik ga een boek lezen.
2 Draag je een rode jurk?
3 We gaan de metro nemen
4 Mijn vader gaat een cadeau kopen
5 Ik ga naar de supermarkt.
6 We gaan naar de les.

Slide 5 - Tekstslide

respuestas ejercicio 27a
1 Voy a comprar unos vaqueros esta tarde/Esta tarde voy a comprar unos vaqueros.
2 Mis padres van a llegar esta noche/Esta noche van a llegar mis padres
3 Esta noche vamos a cenar en un restaurante/Vamos a cenar en un restaurante esta noche.
4 ¿Vas a salir con Carlos ahora?/¿Ahora vas a salir con Carlos?/¿Con Carlos vas a salir ahora?
5 Merche va a ver la tele esta noche/Esta noche Merche va a ver la tele.

Slide 6 - Tekstslide

respuestas 27b
1 Voy a vivir
2 Vamos a hablar
3 Va a escuchar
4 Va a llevar
5 Van a comer
6 Vais a comprar

Slide 7 - Tekstslide

respuestas ejercicio 28
2 A las 11.00 Carmen y Lucas van a tomar un café en el centro
3 A las 12.30 de la mañana Carmen va a hacer compras con su mamá en el supermercado.
4 A las 16.00 de la tarde, Carmen y Sandra van a comprar un regalo en el centro.
5 A las 18.00 de la tarde Carmen y Sandra van a tomar un café en una terraza del Parque del Buen Retiro.
6 A las 20.00 de la tarde Carmen va a preparar una tortilla.
7 A las 21.00 de la noche Carmen y Juana van a cenar tortilla.
8 A las 22.00 de la noche Carmen va a ver una peli en el cine.

Slide 8 - Tekstslide

VOCA van 5.4 2e kolom

Slide 9 - Tekstslide

de ketting
A
el pendiente
B
el collar
C
el complemento
D
el probador

Slide 10 - Quizvraag

ik drink iets
A
pago algo.
B
descanso algo.
C
tomo algo.
D
odio algo

Slide 11 - Quizvraag

De spijkerbroek is in de aanbieding
A
Las botas están de rebajas.
B
Los pantalones dan un paseo
C
Los zapatos dan un paseo.
D
los vaqueros están de oferta.

Slide 12 - Quizvraag

het horloge is een accesoire
A
el reloj es un complemento.
B
el monedero es un complemento
C
la mochila es un complemento
D
la prenda es un complemento

Slide 13 - Quizvraag

de winterjas is duur
A
la rebeca es barata
B
el abrigo es caro
C
el suéter es barato
D
la chaqueta es cara

Slide 14 - Quizvraag

la camisa
A
de onderbroek
B
de trui
C
de jurk
D
de blouse

Slide 15 - Quizvraag

soy deportivo
A
ik ben actief
B
ik ben stijlvol
C
ik ben sportief
D
ik ben goedkoop

Slide 16 - Quizvraag

la estatua
A
de folder
B
het standbeeld
C
de markt
D
het kledingstuk

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

getallen 100-1000
1. 108
2. 1009
3. 584
4. 732
5. 1953

Slide 20 - Tekstslide

respuestas
1. 108 = ciento ocho
2. 1009 = mil nueve
3. 584 = quinientos ochenta y cuatro
4. 732 = setecientos treinta y dos
5. 1953 = mil novecientos cincuenta y tres

Slide 21 - Tekstslide

Uitleg: El futuro
Bron J TB

Slide 22 - Tekstslide

futuro inmediato
Toekomende tijd: om uit te drukken wat je GAAT doen in de nabije toekomst.

WW IR + A + HELE WW (INFINITIEF)
Voy a comer un bocadillo. (Ik ga een broodje eten)
Vas a hacer los deberes. (jij gaat huiswerk maken)
Va a llamar por teléfono. (hij/zij/u gaat huiswerk maken)
Vamos a hablar con nuestros amigos. (Wij gaan praten met onze vrienden)
Vais a bailar en la fiesta. (Jullie gaan dansen op het feest)
Van a trabajar en el supermercado.(zij/u mv gaan werken in de supermarkt)

Slide 23 - Tekstslide

los deberes para mañana
leren voor PW
maken voor 0,5 bonuspunt en inleveren: oef 31 wb unidad 5

+ MEENEMEN MATERIAAL P.O.

Slide 24 - Tekstslide