Kinderen met specifieke begeleidingsbehoefte

Kinderen met specifieke begeleidingsbehoefte
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beperkingen en sociale problematiek kinderenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Kinderen met specifieke begeleidingsbehoefte

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van opvallend gedrag zie je?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelplan
Stap 1 
Beginsituatie vaststellen
Stap 4
Plan maken
Een schriftelijke weergave van het geheel van afspraken en doelstellingen over de behandeling van een kind.
Stap 2
Probleem formuleren
Stap 5
Plan uitvoeren
Stap 3
Doel bepalen
Stap 6
Evalueren

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroepen gespecialiseerde opvang
1. Kinderen met een verstandelijke beperking
2. ASS
3. Aandachtsstoornis
4. Kinderen met DCD
5. Kinderen met NLD
6. Kinderen met NAH
7. Kinderen met een communicatiestoornis
8. Kinderen met een communicatiestoornis
9. Kinderen met een zintuiglijke beperking

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroepen gespecialiseerde opvang vervolg
10. Kinderen met een angststoornis
11. Obsessieve-compulsieve stoornis
12. Kinderen met gedragsproblemen
13. Kinderen met hechtingsproblemen
14. Kinderen die hoogbegaafd zijn
15. Kinderen die hooggevoelig zijn

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van zorgkinderen
kind met een lichamelijke of verstandelijke beperking
kind met een ontwikkelingsachterstand of leerprobleem
kind met een gedragsprobleem

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van een kind met een beperking
Kennis hebben van de beperking of aandoening.
Houd rekening met de beperking van het kind.
Houd rekening met de beperking bijspel en bij buiten spelen.
Extra hulpmiddelen inzetten.
Praat in de groep over wat de ziekte/ beperking/ aandoening inhoudt.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van een kind met een vertraagde ontwikkeling of leerprobleem
Opstellen ontwikkelplan
  • op basis van het niveau van het kind
Aanvullend onderzoek 
  • voor een juiste diagnose
Gerichte hulpverlening
  • stimulering binnen de groep
  • medicatie
  • externe (gespecialiseerde) ondersteuning
  • MKDV of SO

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
1. Zoek uit wat de volgende 4 syndromen inhouden
a. syndroom van Down, 
b. FAS,
c. fragiele-X-syndroom en 
d. Rett- syndroom
2. Geef bij alle 4 syndromen 2 begeleidingstips

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van kinderen met een gedragsprobleem
Dwars en opstandig gedrag
  • vaak ruzie
  • opstandig zijn
  • anderen dwars zitten
  • anderen de schuld geven

Prikkelbaar en drift gedrag
  • snel boos
  • driftig zijn
  • woede-uitbarstingen
Antisociaal gedrag
  • vechten
  • liegen
  • spijbelen
  • niet gevoelig voor straf
Druk en impulsief gedrag
  • rusteloosheid
  • niet rustig kunnen spelen
  • anderen storen
  • opdringen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van kinderen met een gedragsprobleem
Probleemgedrag
Ongewenst en storend gedrag voor zowel het kind zelf als voor anderen.

extra uitleg over de gedragsregels
Stimuleren om met anderen kinderen te spelen
Nauwkeurig observeren
oorzaken en gevolgen proberen te achterhalen
geduldig zijn
belonen i.p.v. straffen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van kinderen met een gedragsprobleem
overzicht
inzicht
uitzicht

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van kinderen met een gedragsprobleem
inzicht
Samen met collega's en eventueel andere hulpverleners probeer je inzicht te krijgen in het gedrag.
  • Wanneer?
  • Hoe vaak?
  • Wat ging er vooraf?
  • Welke invloed hebben andere kinderen?
  • Gaat het om één probleem of een samenstelling?
  • Wat zijn mogelijke verklaringen?
  • Wat is het gevolg?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van kinderen met een gedragsprobleem
uitzicht
Samen beslis je of verdere actie nodig is.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van kinderen met een gedragsprobleem
inzicht
Opdracht
Lees de casus over Milan.

Probeer de vragen bij inzicht te beantwoorden voor deze situatie.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van kinderen met een gedragsprobleem
inzicht

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van kinderen met een gedragsprobleem
inzicht
Samen met collega's en eventueel andere hulpverleners probeer je inzicht te krijgen in het gedrag.
  • Wanneer?
  • Hoe vaak?
  • Wat ging er vooraf?
  • Welke invloed hebben andere kinderen?
  • Gaat het om één probleem of een samenstelling?
  • Wat zijn mogelijke verklaringen?
  • Wat is het gevolg?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intern begeleider
Een intern begeleider biedt ondersteuning en begeleiding bij het:
  • observeren
  • zoeken naar informatie over het probleem
  • maken van actieplannen
  • begeleiden van de pedagogisch medewerker bij het opstellen van een groepshandelingsplan of individueel plan
  • contact zoeken met externe deskundigen
  • specifieke hulp bieden in of buiten de groep of klas

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden in de groep
1. zichtbaar maken
2. bespreekbaar maken
Voorkomen van problemen:
3. veranderen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden in de groep
1. Regels stellen en respecteren
2. Kinderen leren van elkaar
Begeleiden van interacties
3. Negatieve interacties ombuigen

Slide 36 - Tekstslide

Studenten bedenken bij alle 3 de punten hoe zij dit zouden aanpakken binnen hun stage.
Feedback
Feed-up
  • waar werk je naartoe?
  • wat wil je bereiken?
  • wat verwacht je ervan?
  • wat levert het op?
  • hoe ga je het aanpakken?
  • hoeveel tijd heb je ervoor?
Feedback
  • hoe doe je het tot nu toe?
  • wat was ook alweer de afspraak?
  • hoe pak je het aan?
  • wat doe je als het niet lukt?
  • hoe is het gegaan?
Feedforward
  • hoe nu verder?
  • wat moet je nog meer doen om verder te komen?
  • hoe doe het de volgende keer?
  • wie heeft voor zichzelf een verbeterpunt?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldgedrag
  • Stem steeds goed af met de kinderen: zeg wat je wilt gaan doen, wie wat gaat doen, zeg wat je verwacht en wanneer het klaar moet zijn.
  • Praat zelf niet te hard. gedraag je ontspannen en straal rust uit.
  • Wees geduldig en empathisch: 'Ik zie dat het moeilijk voor je is'.
  • Grijp elke ruzie of andere gelegenheid aan om sociale vaardigheden met kinderen te oefenen.
  • Benoem vaak dingen die goed gaan, individueel en binnen de groep.
  • Spreek positief en met respect over kinderen en anderen, zoals ouders of collega's.
  • Wees oplossingsgericht. Op die manier geef je kinderen verantwoordelijkheid en laat je ze zelf nadenken over hoe je iets kunt aanpakken.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom komt juist bij dove kinderen de hechting met de ouders in gevaar?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken hoogbegaafdheid

  1. Hebben een voorsprong in ontwikkeling op verschillende vlakken en vallen hiermee op
  2. Ze kunnen gemakkelijk leren en begrijpen snel hoe dingen werken
  3. Hebben een hoge motivatie voor leren en veel energie.
  4. Praten soms op een volwassen niveau en kunnen bijzondere vragen stellen
  5. Zijn gevoelig voor bepaalde prikkels; geluid, geur, gevoel van  anderen

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vierogenprincipe: wat is dat?

Slide 45 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

vierogen principe
Sinds juli 2013 geldt dat een kinderopvangorganisatie moet voldoen aan het zogenoemde vier-ogenprincipe. Dit betekent dat de houder van een kindercentrum de dagopvang op zodanige wijze organiseert, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Het doel en de betekenis van het vier-ogenprincipe is het creëren van een open aanspreekcultuur binnen de kinderopvangorganisatie tussen houder, medewerkers en ouders. Hoe de houder het vier-ogen-principe invult is aan hem, maar hij dient dit af te stemmen met de oudercommissie en moet het in het pedagogisch beleidsplan opnemen.

Uitgezonderd zijn BSO en gastouderopvang, waarom?

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden

  •  Babyfoon in de slaapkamer
  • Inzet extra groepshulp en/ of stagiaires
  • Overtollig mankracht vanuit de BSO einde werkdag elders ingezet.
  •  Glazen wanden en gebruik van spiegels in hoeken
  • Open en aangrenzende ruimtes
  • Doorkijkgaten in deuren of muren
  • Training op protocol en aanspreekcultuur.
VOG/continue screening in personenregister sinds maart 2018

Welke middelen worden bij jullie ingezet om het vier-ogenprincipe te waarborgen?








Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsing GGD
Stap 1: Staat in het pedagogisch beleidsplan in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vier-ogenprincipe is vormgegeven beschreven?

Stap 2: Heeft de houder de oudercommissie in staat gesteld advies uit te brengen over het vier-ogenprincipe? Met dit advies vormt de inspecteur zich een beeld van de eventuele afspraken die houder en oudercommissie hebben gemaakt over de vertaling van het vier-ogenprincipe naar de praktijk.

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsing GGD
Stap 3: Heeft de houder ouders geïnformeerd over de invulling van het vier-ogenprincipe op de betreffende locatie?
Stap 4: Heeft de houder de opvang op zodanige wijze georganiseerd , dat de beroepskracht (in opleiding) de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij of zij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene?

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
We gaan op zoek naar het 4 ogen principe bij Les Petites
https://www.lespetits.nl/informatie/pedagogiek/vierogenprincipe

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies