Paragraaf 3.6 De woonomgeving

Leerdoelen 3.6
  1. Je weet welke maatregelen een positief gevolg hebben voor de leefbaarheid in een wijk.
  2. Je begrijpt hoe kenmerken van woningen, bewoners en omgeving samenhangen.
  3. Je kunt maatregelen noemen waarmee het gemeentelijk bestuur de sociale cohesie in een wijk kan bevorderen.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen 3.6
  1. Je weet welke maatregelen een positief gevolg hebben voor de leefbaarheid in een wijk.
  2. Je begrijpt hoe kenmerken van woningen, bewoners en omgeving samenhangen.
  3. Je kunt maatregelen noemen waarmee het gemeentelijk bestuur de sociale cohesie in een wijk kan bevorderen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is gentrification?
A
Het proces waarbij verschillende mensen meer gaan samenwerken.
B
Het proces van sanering en nieuwbouw
C
Het proces waarbij mensen met een hoger inkomen in een armere wijk komen wonen.
D
Het opknappen van een wijk

Slide 2 - Quizvraag

Een van de drie aandachtswijken heeft kenmerken waardoor het proces
van gentrification op gang zou kunnen komen. Welke wijk is dit?

A
Kanaleneiland-Noord
B
Ondiep
C
Overvecht-Zuid
D
Geen van de drie

Slide 3 - Quizvraag

Welke wijk is het meest geschikt voor gentrification
A
Een wijk aan de rand van de stad
B
Een wijk vlakbij een industrieterrein
C
Een wijk vlakbij het centrum van een stad
D
Een wijk met flats in een rustige, groene buurt

Slide 4 - Quizvraag

1850-1960
1960-1980
1980-nu
Urbanisatie
Suburbansatie
Re-urbanisatie

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is het belangrijkste verschil tussen stadsvernieuwing en herstructurering?

Slide 6 - Open vraag

Noem een kenmerk van een gebied dat geschikt is voor herstructurering.

Slide 7 - Open vraag

Bewonerskenmerken (5)

Slide 8 - Woordweb

Woningkenmerken (4)

Slide 9 - Woordweb

Buurtprofiel: woningkenmerken, bewonerskenmerken

Slide 10 - Tekstslide

Buurtprofiel
Bij het buurtprofiel wordt gelet op woningkenmerken, bewonerskenmerken én de woonomgeving! De leefbaarheid van een wijk is afhankelijk van deze 3 variabelen. 

Als het om woonomgeving gaat kijken we naar: de straat, het plantsoen, de stoep, maar ook de voortuinen, balkons en voorgevels van de huizen. De leefbaarheid in Nederland is gemiddeld goed, maar vooral in de grote steden scoren sommige buurten slecht. Hinder van harde muziek op ongewone tijden, intimidatie door dronken zwervers, zwerfvuil of hondenpoep verzieken de leefbaarheid in een buurt.

Slide 11 - Tekstslide

De woonomgeving en sociale veiligheid
De leefbaarheid kan verbeterd worden wanneer de sociale veiligheid beter wordt - mate van veiligheid die de samenleving biedt.

  1. Objectieve veiligheid
  2. Subjectieve veiligheid
De (on)veiligheid afgemeten aan het aantal criminele feiten dat door de politie geteld is.
het gevoel van (on)veiligheid dat mensen hebben.
Waar kunnen we dan naar kijken?

Slide 12 - Tekstslide

De beleving van de openbare ruimte, dus ook van de
sociale veiligheid van de woonomgeving, is ten dele
subjectief.

Slide 13 - Tekstslide

De openbare ruimte
Toegankelijkheid
  • Is de ruimte voor iedereen toegankelijk?
  • Is de ruimte tussen bepaalde tijden verboden?
  • Bestemmingsverkeer?

Slide 14 - Tekstslide

Onderhoud

Slide 15 - Tekstslide

Overzichtelijkheid
Bij welke inrichting van de ruimte voel jij je veilig?

Slide 16 - Tekstslide

Toezicht
Aanwezigheid van aanspreekpunt, 'ogen op de straat'. 

SOCIALE COHESIE!
Bereidheid van burgers om een actieve rol te spelen in de buurt. Te vergroten door speelplekken, winkels, buurthuizen etc. Ontmoeting staat centraal!
Ogen op de straat
Anonimiteit kan worden opgelost als er grote openbare plekken zijn (dus op straat). Zorgen voor een soort ruraal buurtgevoel. Sociaal kapitaal - ontmoeten op straat. Denk aan grote voetpaden, pleinen. Straten: onmoetingsplek, waarbij veiligheid een belangrijke rol speelt.  

Meer plekken voor voetgangers - soms uitbannen van de auto. Autoloze zondag op Times Square, jaarlijks terugkerend fenomeen.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Aan de slag met het PO - zoek er elkaar 'online' op!

Leerlingen op school krijgen feedback van mij. 

10 minuten voor het einde van de les check leerdoelen


Slide 18 - Tekstslide

Je hebt in een wijk twee delen: een deel met flats en een deel met rijtjeshuizen.
In welk deel zal de subjectieve veiligheid groter zijn? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Open vraag

'Vorig jaar zijn in de wijk Velve 44 aangiften gedaan van autodiefstal. Het gaat hier om...
A
Subjectieve veiligheid
B
Objectieve veiligheid
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn de 4 aspecten van de openbare ruimte?

Slide 21 - Open vraag

In wijken worden verschillende maatregelen genomen waarmee men de leefbaarheid hoopt te verbeteren.
Geef bij onderstaande maatregel een redenering hoe men met deze maatregel de leefbaarheid in de wijk kan verbeteren: de aanleg van een Cruyff-Court.

Slide 22 - Open vraag

Wanneer neemt de sociale cohesie toe?
A
Bij veel verhuizingen
B
Bij buurtfeesten
C
Bij de bouw van een buurthuis
D
De afwezigheid van een park

Slide 23 - Quizvraag