Uitleg woordenboek

Uitleg woordenboek + woorden h3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Uitleg woordenboek + woorden h3

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
- Lezen
- Bespreken opdr. 6,9 (a,b,c,e)
- Uitleg woordenboek
- Quizlet live
- Maken 3.5: opdr. 2a, b, d, 3a, b, 4

Slide 2 - Tekstslide

DOEL

- je kunt woorden met meerdere betekenissen herkennen en begrijpen


- je kunt de juiste betekenis van een woord met meerdere betekenissen opzoeken in een woordenboek.

Woorden met meerdere betekenissen

Slide 3 - Tekstslide



Bekijk de fragment uit het

Van Dale-woordenboek

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent:
Hopelijk kun je het passen, want ik heb geen wisselgeld.

_______
A
zo voegen of schikken als je dat wenst
B
nauwkeurig acht slaan
C
op zijn plaats zijn = betamen, voegen
D
het geld precies afpassen; niet te veel en niet te weinig

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent:
'Moet ik alweer stofzuigen? Daar pas ik voor!', zei Silke boos.

____
A
op de juiste maat afmeten
B
zo voegen of schikken als je dat wenst: iets niet willen doen
C
zo voegen of schikken als je dat wenst: je beurt voorbij laten gaan
D
niet buiten het kader vallen

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent:
Het is jouw beurt, ik laat mijn beurt voorbij gaan, dus ik pas.

____
A
op de juiste maat afmeten
B
zo voegen of schikken als je dat wenst: iets niet willen doen
C
zo voegen of schikken als je dat wenst: je beurt voorbij laten gaan
D
niet buiten het kader vallen

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent:
'Johan, pass de bal naar Willen', riep de coach vanaf de zijlijn.
_____
A
op de juiste maat afmeten
B
de vereiste maat hebben
C
niet buiten het kader vallen
D
een bal spelen naar een teamgenoot

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent:
Dit dopje past niet op de fles.
_____
A
op de juiste maat afmeten
B
kijken of het de vereiste maat heeft
C
niet buiten het kader vallen
D
geschikt zijn: goed passen bij een goede combinatie vormen met

Slide 9 - Quizvraag

Woorden met meerdere betekenissen

Sommige woorden hebben meerdere betekenissen (homoniemen). Daardoor kun je in de war raken.


Lees de tekst goed, want vaak kun je aan de rest van de tekst opmaken welke betekenis wordt bedoelt.

Slide 10 - Tekstslide

Woordenboek gebruiken

Kijk goed welke betekenis in de zin past.

Ik kan me niet voorstellen dat ik een voldoende voor mijn verslag krijg.

Het woordenboek zegt:





In deze zin betekenis 4

zich voor de geest halen (In gedachten voor zich zien)

Slide 11 - Tekstslide

Welk homoniem past in de zin?

Het geld dat ik in de vakantie verdiend heb, heb ik vandaag op mijn bankrekening gestort.

______
A
gedumpt
B
gezet

Slide 12 - Quizvraag

OPDRACHT
In de volgende slides lees je steeds twee woorden . 
Ze horen bij een ander woord. Dit woord is een synoniem, ofwel een woord met meerdere betekenissen.

Bijvoorbeeld: Welk woord past hierbij?
lichaamsdeel - berooid

Antwoord: arm

Slide 13 - Tekstslide

Welk woord past hier bij?

zitmeubel - geldinstelling

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Link

GELEERD?

- je kunt woorden met meerdere betekenissen herkennen en begrijpen


- je kunt de juiste betekenis van een woord met meerdere betekenissen opzoeken in een woordenboek.

Woorden met meerdere betekenissen

Slide 16 - Tekstslide

Maken 3.5: opdr. 2a, b, d, 3a, b, 4

Slide 17 - Tekstslide