Izone/ Het Friese landschap/ les 5/ Elf steden, elf landschappen?

Waar komt het Friese landschap vandaan?
les 5
Elf steden, elf landschappen? 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
IzoneMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waar komt het Friese landschap vandaan?
les 5
Elf steden, elf landschappen? 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen. Aan het eind van de les...
  1. Tekenen en uitleggen hoe een stuwwal ontstaat
  2. De aangroei van veen beschrijven
  3. Uitleggen hoe een zeekleilandschap kan ontstaan
  4. Beschrijven wat een terp is
  5. Uitleggen waarom terpen werden gebouwd
  6. Uitleggen waarom er nu geen terpen meer worden gebouwd
  7. de landschappen van Friesland beschrijven en verklaren
  8. Globaal op een kaart kunnen inkleuren waar de landschappen van Friesland liggen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even opfrissen. Welke landschappen komen er in Friesland voor?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Op deze kaartenreeks kan je goed zien dat Friesland eigenlijk uit laagjes is opgebouwd. In 2750 v Chr bestond het vooral uit veengebied en getijdengebied met hier en daar wat duinen en dekzandgebieden. Rond 1500 v Chr zijn de dekzandgebieden verdwenen. Rond 500 v Chr is het duingebied in Gaasterland zo goed als verdwenen. Langzamerhand krijgt het water meer plek, met name de Waddenzee. De grasgroen kleur verschijnt pas rond 1500. Hoe kan dat? 
Stedelijk gebied is ook pas zichtbaar in Noord Nederland vanaf 1500 na Chr.

Waarom verschijnt de grasgroene kleur pas na 1500?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Op deze kaarten kan je duidelijker verschillen zien. We zoomen hier in van nationaal naar regionaal. De vorige kaartenreeks ging over Nederland. Deze kaartenreeks gaat over Friesland. Je ziet hier ook dat de keileem laag ( bruin) wordt aangegeven. Keileem laat slecht water door. In les 1 is de keileem ook aan bod gekomen. Het is ontstaan in de tijd dat er landijs was in Nederland. Wanneer was dat? Dat bespreken we op de volgende dia.

Wanneer was de laatste ijstijd in Nederland?
A

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Hoe ontstaat een stuwwal. A: Landijs vloeit uit door het eigen gewicht. B: Smeltwater spoelt onder ijskap afzettingen weg, de ijsmassa zakt weg in de grond. C: Door de grote druk worden delen van de ondergrond verplaatst. D: De kleilagen laten geen water door, de druk wordt steeds hoger, de hele stuwwal wordt verplaatst. De dikte van het landijs was hier ongeveer 100-200 meter, redelijk dun omdat we aan de rand van het landijs zijn. In Scandinavië zijn de landijs massa's tot wel duizenden meters dik.

Slide 9 - Tekstslide

De stuwwallen in Nederland zijn te vinden ten noorden van de HUN-lijn. De stuwwalen van Noord Nederland liggen op Texel, Wieringen en in het Gaasterland. Ze zijn lager dan de andere stuwwallen in Nederland. De stuwwal in oostelijk Veluwe is ongeveer 107 meter hoog. Behalve het opstuwen van land tot stuwwalen heeft ijs ook land uitgesleten, dat zijn nu meren. Zoals het Hegermeer en de Fluessen. Het landijs heeft zijn sporen dus flink achtergelaten.

Slide 10 - Tekstslide

Veen bestaat uit dode plantenresten. Als ze in aanraking met zuurstof komen verteren ze . Dat is 6000 jaar geleden nog niet het geval, het is dan nog nat genoeg in Nederland. Deze eerste laag veen noemen we basisveen, dat is dus zo’n 6000 jaar geleden ontstaan. Het veen kreeg echt de kans toen de duinenrij zich sloot. Het water achter de duinen werd steeds zoeter, er kwamen waterplanten. Op een gegeven moment zoveel dat ook de water plassen dicht groeide.  het volledig dichtgroeien van die waterplassen noem he verlanding.

Slide 11 - Tekstslide

Veel veen in Nederland is verdwenen omdat men het ging ontginnen voor landbouw en brandstof. De grond werd daarmee geschikt gemaakt voor bouw – of akkerland. De waterrijke veengronden hadden een heel netwerk van sloten en kanlen. Om de turf af te voeren op plakken waar dat gestoken werd, maar ook om het gebied zelf af te wateren.

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide


Dit zien we nog steeds terug op kaarten van vandaag, er zijn lange kavels in deze gebieden. Een soort stroken.

Slide 14 - Tekstslide

Met zeespiegel bedoelen we dus niet boven of onder water ;-) In Nederland hebben we tot verbazing van veel buitenlanders in principe allemaal droge voeten. In veengebieden wordt het grondwater laag gehouden. Zo houdt de boer droge voeten en zijn koeien ook. Maar het heeft ook nadelen. In Hfst 3 H2 hebben we gesproken over die nadelen. Dat als veen droog komt te liggen, de plantenresten in aanraking komen met zuurstof en zo vergaan. Daardoor zakt de bodem en komt er CO2 vrij. Ook in het leerling boekje staat informatie over veen. Veen en grondwater zijn blauw, daar zit een filmpje achter.

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Einde les
Ruim je spullen op
Tot volgende week

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies