2e les havo 3 - herhaling

• Chinees
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,3

中文课

课程内容

• Dictee woordjes les 1 t/m 10
• Huiswerk nakijken
• Herhaling les 11 t/m 18

Dictee   听写

Herhaling jaar 1

Vertaal deze zinnen naar karakters:

1. Hij is 14 jaar.

2. Ik kan Chinees spreken, ik kan ook Frans spreken.

3. Heb jij een vriend?

4. Ik heet Jan. En jij?

5. Zij vindt haar docent helemaal niet leuk.

6. Wanneer is jouw verjaardag?

7. Morgen is het 12 december.

8. Jij bent mooi.

9. Ik ben geen Amerikaan.

10. Mijn gezin bestaat uit 4 personen: vader, moeder, zusje en ik.

11. Ik heb 2 zussen.

12. Ik heb 22 boeken.

HUISWERK: Vertaal naar karakters 翻译成中文

1. Hij is 14 jaar.

2. Ik kan Chinees spreken, ik kan ook Frans spreken.

3. Heb jij een vriend?

4. Ik heet Jan. En jij?

5. Zij vindt haar docent helemaal niet leuk.

6. Wanneer is jouw verjaardag?

7. Morgen is het 12 december.

8. Jij bent mooi.

9. Ik ben geen Amerikaan.

10. Mijn gezin bestaat uit 4 personen: vader, moeder, zusje en ik.

11. Ik heb 2 zussen.

12. Ik heb 22 boeken.

Herhaling jaar 1

Vertaal deze zinnen naar karakters:

1. Hij is 14 jaar.

2. Ik kan Chinees spreken, ik kan ook Frans spreken.

3. Heb jij een vriend?

4. Ik heet Jan. En jij?

5. Zij vindt haar docent helemaal niet leuk.

6. Wanneer is jouw verjaardag?

7. Morgen is het 12 december.

8. Jij bent mooi.

9. Ik ben geen Amerikaan.

10. Mijn gezin bestaat uit 4 personen: vader, moeder, zusje en ik.

11. Ik heb 2 zussen.

12. Ik heb 22 boeken.

Antwoorden:     答案：

1. Hij is 14 jaar.

他十四岁。

2. Ik kan Chinees spreken, ik kan ook Frans spreken.

我会说中文，我也会说法文。

3. Heb jij een vriend?

你有一个朋友妈？

4. Ik heet Jan. En jij?

我叫Jan。你呢？

Herhaling jaar 1

Vertaal deze zinnen naar karakters:

1. Hij is 14 jaar.

2. Ik kan Chinees spreken, ik kan ook Frans spreken.

3. Heb jij een vriend?

4. Ik heet Jan. En jij?

5. Zij vindt haar docent helemaal niet leuk.

6. Wanneer is jouw verjaardag?

7. Morgen is het 12 december.

8. Jij bent mooi.

9. Ik ben geen Amerikaan.

10. Mijn gezin bestaat uit 4 personen: vader, moeder, zusje en ik.

11. Ik heb 2 zussen.

12. Ik heb 22 boeken.

Antwoorden:     答案：

5. Zij vindt haar docent helemaal niet leuk.

她很不喜欢她的老师。

6. Wanneer is jouw verjaardag？

你的生日是几月几号？

7. Morgen is het 2 december.

明天是十二月二号。

8. Jij bent mooi.

你很美。

Herhaling jaar 1

Vertaal deze zinnen naar karakters:

1. Hij is 14 jaar.

2. Ik kan Chinees spreken, ik kan ook Frans spreken.

3. Heb jij een vriend?

4. Ik heet Jan. En jij?

5. Zij vindt haar docent helemaal niet leuk.

6. Wanneer is jouw verjaardag?

7. Morgen is het 12 december.

8. Jij bent mooi.

9. Ik ben geen Amerikaan.

10. Mijn gezin bestaat uit 4 personen: vader, moeder, zusje en ik.

11. Ik heb 2 zussen.

12. Ik heb 22 boeken.

Antwoorden:     答案：

9. Ik ben geen Amerikaan.

我不是美国人。

10. Mijn gezin bestaat uit 4 personen: vader, moeder, zusje en ik.

我家有四个人：爸爸、妈妈、妹妹和我。

11. Ik heb 2 zussen.

我有两个姐姐。

12. Ik heb 22 boeken.

我有二十二本书。

Zelf aan de slag   做练习

• Herhalingsoefeningen les 11 t/m 18
• Classroom
• Klaar? → Karakters oefenen (via Quizlet of karakterblaadje)

作业

• 4 oktober: HERHALINGSSO
• LEREN: woordjes + grammatica les 1 t/m 18
• KARAKTERS: NL-CH & CH-NL
• Gebruik Quizlet + Classroom