3.3 Demografische kenmerken

Startklaar
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernbegrippen vorige les

Dimensie?
Sociaal-cultureel?
Cultuur?
Normen en waarden?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie culturele kenmerken

Slide 5 - Open vraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Waaraan kan je een cultuur herkennen.

Slide 6 - Open vraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Wat hoort NIET bij de sociaal-culturele dimensie?

A
Taal
B
Klimaat
C
Religie
D
Tradities

Slide 7 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Normen en waarden horen bij cultuur.
Wat is het verschil tussen normen en waarden?
A
Normen zijn algemene ideeën, waarden zijn gedragsregels
B
Normen zijn gedragsregels, waarden zijn achterliggende ideeën
C
Normen zijn gewoonten, waarden zijn tradities
D
Normen en waarden betekenen hetzelfde

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tradities zijn belangrijk binnen culturen.
Wat is een voorbeeld van een traditie die past bij de sociaal-culturele dimensie?
A
De hoogte van huizen in een dorp
B
Het vieren van het Suikerfeest
C
De ligging van een stad
D
De prijs van voedsel op de markt

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een cultuurgebied?

Slide 10 - Open vraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.

Binnen een cultuurgebied delen mensen vaak dezelfde religie.
Welke religie hoort bij het Aziatisch cultuurgebied?

A
Hindoeïsme
B
Christendom
C
Islam
D
Atheisme

Slide 11 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
    Checklist | Vorige les
🔲 Ik kan vertellen wat een dimensie is in aardrijkskunde.
🔲 Ik kan uitleggen wat sociaal-cultureel betekent.
🔲 Ik kan cultuurgebieden noemen op de wereld.
🔲 Ik kan uitleggen wat normen en waarden zijn.
🔲 Ik kan voorbeelden geven van tradities.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       Periode 3
Les 1
De Wereld:
Sociaal-culturele verschillen
Les 2
De Wereld:
Demografische verschillen
Les 3
De Wereld:
Economische 
verschillen
Les 4
De Wereld: 
Politieke 
verschillen
Les 5
De Wereld:
Het Human 
Development Index
Les 6
Het Wereldsysteem:
Centrum-Periferie
Les 7
Globalisering 
én  
tijd-ruimtecompressie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Aardrijkskundige dimensies

          Sociaal-culturele 
                        dimensie



Demografische
dimensie

                 Economische
                         dimensie


Politieke 
dimensie

Slide 14 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
      Lesdoel
Vandaag leren we de demografische dimensie: dat gaat over de bevolking van een land. Je leert hoe je het geboortecijfer en sterftecijfer kunt aflezen in bevolkingsdiagrammen. Ook leer je het demografisch transitiemodel kennen. 

Slide 15 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Vaardigheden: bevolkingsgrafiek
Bevolkingsgrafiek: grafiek met lagen voor de leeftijdsgroepen en het aandeel mannen en vrouwen per leeftijdsgroep
Niger heeft een bevolking met veel:
jongeren
en weinig:
ouderen
Het is een land dat:
arm is.

Mexico heeft in vergelijking met Niger:
minder jongeren en meer ouderen.
Het is een land dat:
niet rijk is, maar ook niet arm.

Wat voor land is Japan?
Een rijk land.

Hoe zie je dat in de grafiek?
Het heeft veel ouderen en er worden weinig kinderen geboren

Slide 16 - Tekstslide

https://www.populationpyramid.net/
Soorten diagramen
De leeftijdsopbouw kun je laten zien in een bevolkingsdiagram.
-elke staaf is een leeftijdsgroep              - links mannen, rechts vrouwen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rare diagramen
Cambodia

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsgrafiek
antwoord

Slide 20 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen.
Voorkennis
1. De leerlingen weten wat geboortecijfer is.

2. De leerlingen weten wat sterftecijfer is.

3. De leerlingen weten (natuurlijke) bevolkingsgroei is.
     

Slide 21 - Tekstslide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
              Vaardigheden: bevolkingsdiagram

Slide 22 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
       Demografische dimensie
Wat zien we op de kaart?
Wat is demografisch?
Nederland en Nigeria?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       Welk verband is zichtbaar?

Slide 24 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
       De hoe vragen
1. Hoe rijker een land, hoe hoger/lager het geboortecijfer.

2. Hoe rijker een land, hoe hoger/lager het sterftecijfer.

3. Hoe rijker een land, hoe hoger/lager de natuurlijke 
     bevolkingsgroei.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       Bevolkingsdiagrammen

Slide 26 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
       Bevolkingsdiagrammen
Een land kan vergrijzen.....
Een land kan vergroenen....

Slide 27 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
       Demografische transitie

Slide 28 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
     Kleine afsluiting
10. Demografisch
11. Geboortecijfer
12. Sterftecijfer
13. Natuurlijke bevolkingsgroei
14. Vergrijzing
15. Vergroening
16. Demografisch transitiemodel
17. Bevolkingsdiagram

Slide 29 - Tekstslide

Kleine lesafsluiting (5 min) 

Docent controleert begrip door opdrachten of vragen die de begrippen en vaardigheden van het lesdoel toetsen.

Leerlingen werken zelfstandig of in een groepje aan opdrachten, kunnen vragen stellen aan de docent maar werken grotendeels zelfstandig.

Controle van begrip vragen
Zelf aan de slag

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Grote afsluiting
Vandaag leren we de demografische dimensie: dat gaat over de bevolking van een land. Je leert hoe je het geboortecijfer en sterftecijfer kunt aflezen in bevolkingsdiagrammen. Ook leer je het demografisch transitiemodel kennen. 

Slide 32 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
    Checklist | Deze les
🔲 Ik kan uitleggen wat de demografische dimensie is.
🔲 Ik kan het demografisch transitiemodel uitleggen.
🔲 Ik kan bevolkingsdiagrammen aflezen.
🔲 Ik weet wat het geboortecijfer en sterftecijfer is.
🔲 Ik kan uitleggen wat vergrijzing en vergroening betekenen.
🔲 Ik kan de bevolkingsopbouw van Nederland en Nigeria.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

retrieval practice

Slide 34 - Tekstslide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies