Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Groene Vormgeving en Verkoop 1.1 tm 1.3
Groene vormgeving en verkoop
Bloem leerjaar
1.1 Winkelvormen
1.2 Een duurzaam assortiment
1.3 Genoeg voorraad
1 / 56
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Mens & Natuur
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
56 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Groene vormgeving en verkoop
Bloem leerjaar
1.1 Winkelvormen
1.2 Een duurzaam assortiment
1.3 Genoeg voorraad
Slide 1 - Tekstslide
Les 1(1.1): Soorten winkels
Aan het einde van deze les kun je
Verschillende winkelvormen in de groene sector opnoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Met een winkelvorm wordt bedoeld...
A
De vorm waarin de winkel is gebouwd.
B
De kleuren waarmee de winkel is vormgegeven.
C
De opzet voor de winkel in grote lijnen.
Slide 3 - Quizvraag
Noem een winkelvorm die je kent.
Slide 4 - Woordweb
Winkelvormen uit
de groene sector
zijn:
Boerderijwinkel
Markt
Speciaalzaak
Tuincentrum
Webshop
Op het plaatje hiernaast zie je een boerderijwinkel.
Slide 5 - Tekstslide
Boerderijwinkel
Markt
Speciaalzaak
Tuincentrum
Webshop
Verkoopt maar een paar soorten producten die bij elkaar passen.
Verkoopt van alles online, vaak in combinatie met een winkel.
Verkoopt vlees, zuivel, groenten, fruit enz van eigen boerderij.
Een grote winkel, vaak buiten het centrum. Verkoopt bomen, planten, tuingereedschap, tuinmeubelen enz.
Producten zoals stoffen, vis, groenten en fruit, bloemen, brood, noten enz worden verkocht op een openbare plek in dorp of stad.
Slide 6 - Sleepvraag
Met een winkelvorm wordt bedoeld...
A
De vorm waarin de winkel is gebouwd.
B
De kleuren waarmee de winkel is vormgegeven.
C
De opzet voor de winkel in grote lijnen.
Slide 7 - Quizvraag
Wat voor soort winkelvorm is de Intratuin?
Slide 8 - Open vraag
De winkel die je ziet is
A
Een zelfstandige winkel met een webshop
B
Een winkelketen met een webshop
Slide 9 - Quizvraag
Welke winkelvorm zie je op het plaatje?
Slide 10 - Open vraag
Op het plaatje zie je de winkelvorm...
A
Speciaalzaak
B
Boerderijwinkel
C
Marktkraam
Slide 11 - Quizvraag
Dit is het logo van de winkelvorm
A
Speciaalzaak
B
Webshop
C
Marktkraam
Slide 12 - Quizvraag
Maak je eigen winkel.
Werk in een tweetal.
Slide 13 - Tekstslide
Kies je winkelvorm. Kies uit:
Boerderij - of landwinkel
Marktkraam
Speciaalzaak (dit mag ook een andere sector zijn)
Tuincentrum
Slide 14 - Tekstslide
Winkelketen of eigen winkel.
Kiezen jullie een winkelformule uit een bestaande winkelketen of willen jullie je eigen winkelformule ontwerpen?
Bespreek jullie keuze met de docent voordat je verder gaat.
Slide 15 - Tekstslide
Les 2
Uitleggen wat een winkelformule is.
Uitleggen wat een assortiment is.
Kenmerken van winkelformules herkennen.
Je kunt je eigen winkelformule uitwerken.
Slide 16 - Tekstslide
Wat is een winkelformule?
Dit is alles wat een winkelier doet om zijn of haar winkel herkenbaar te maken.
Dit is de huisstijl van de winkel.
Denk hierbij aan de inrichting, presentatie en huisstijl van de winkel
Slide 17 - Tekstslide
Met een winkelformule wordt bedoeld
A
De inrichting, presentatie en huisstijl van de winkel.
B
De berekening van het aantal te verkopen producten.
C
De manier waarop de winkelier klanten naar binnen lokt.
Slide 18 - Quizvraag
Bij een huisstijl denk je aan..
kleuren
logo
kleding
assortiment (wat verkoop je)
Slide 19 - Tekstslide
Alle productgroepen die een winkelier bij elkaar verkoopt wordt het
assortiment
genoemd.
Slide 20 - Tekstslide
Deze winkel heeft veel verschillende productgroepen. Je kunt er van alles en nog wat kopen zoals bijvoorbeeld de HEMA.
Deze winkel heeft zich gespecialiseerd in maar een paar productgroepen, bijvoorbeeld een bloemenspeciaalzaak. Je kunt er specifieke producten kopen.
Breed assortiment
Smal assortiment
Slide 21 - Sleepvraag
Wat is het assortiment van het kruidvat?
A
Huishoudelijke artikelen
B
Speelgoed
C
Drogisterij artikelen
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het assortiment van de Ici Paris?
A
Huishoudelijke artikelen
B
Speelgoed
C
Drogisterij artikelen
Slide 23 - Quizvraag
Waarin verschilt de sfeer tussen het Kruidvat en de Ici Paris volgens jou?
Slide 24 - Open vraag
Een groot bedrijf met veel winkelvestigingen noemen we:
A
Een doelgroep
B
Een winkelketen
C
Een winkelformule
D
Een imago
Slide 25 - Quizvraag
ontwerp de voorgevel van jouw winkel.
kies duidelijk voor kleur
de huisstijl is goed herkenbaar
zorg voor een logo
het is duidelijk wat het assortiment van de winkel is
De winkelvorm is goed herkenbaar
Slide 26 - Tekstslide
Les 2 (1.2): Een duurzaam assortiment.
Aan het einde van deze les kun je
Uitleggen wat een assortiment is.
Uitleggen wat duurzame producten zijn.
Uitleggen wat duurzaam ondernemen is.
Slide 27 - Tekstslide
Een productgroep is...
A
een groep producten die op elkaar lijken of bij elkaar horen.
B
alle producten bij elkaar die in een winkel verkocht worden.
Slide 28 - Quizvraag
Een
productgroep
is
een groep producten die op elkaar lijken of bij elkaar horen.
Bijvoorbeeld Bloemen, Groenten, Brood.
Slide 29 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een productgroep.
Slide 30 - Open vraag
Met een assortiment wordt bedoeld...
A
De manier waarop de producten in een winkel gesorteerd zijn.
B
Alle productgroepen die een winkelier bij elkaar verkoopt.
Slide 31 - Quizvraag
Alle productgroepen die een winkelier bij elkaar verkoopt wordt het
assortiment
genoemd.
Slide 32 - Tekstslide
Deze winkel heeft veel verschillende productgroepen. Je kunt er van alles en nog wat kopen zoals bijvoorbeeld de HEMA.
Deze winkel heeft zich gespecialiseerd in maar een paar productgroepen, bijvoorbeeld een bloemenspeciaalzaak. Je kunt er specifieke producten kopen.
Breed assortiment
Smal assortiment
Slide 33 - Sleepvraag
Bij de productie van duurzame producten wordt er voorzichtig omgegaan met:
De mens
Het milieu
De economie
Slide 34 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een duurzaam product?
A
Een plastic waterflesje
B
Een hervulbare dopper
Slide 35 - Quizvraag
Welk voorbeeld is het meest duurzaam?
A
Al je plastic verzamelen in een plastic afvalzak.
B
Je groenten weggooien in een biologisch afbreekbaar afvalzakje.
Slide 36 - Quizvraag
Een biologisch afbreekbaar product is minder slecht voor het milieu.
Slide 37 - Tekstslide
Een keurmerk
is een bewijs dat een product aan bepaalde eisen voldoet.
Slide 38 - Tekstslide
Dit keurmerk staat voor
A
Duurzaam hout, geen schade aan het bos.
B
Biologische landbouw, het product voldoet aan de EU regels.
C
Kwaliteit potgrond en substraat, het product en schoon en van juiste kwaliteit.
Slide 39 - Quizvraag
Het FSC keurmerk staat voor
A
Duurzaam hout, geen schade aan het bos.
B
Biologische landbouw, het product voldoet aan de EU regels.
C
Kwaliteit potgrond en substraat, het product en schoon en van juiste kwaliteit.
Slide 40 - Quizvraag
Het RHP keurmerk staat voor
A
Duurzaam hout, geen schade aan het bos.
B
Biologische landbouw, het product voldoet aan de EU regels.
C
Kwaliteit potgrond en substraat, het product en schoon en van juiste kwaliteit.
Slide 41 - Quizvraag
Een ondernemer doet aan
duurzaam ondernemen
als hij of zij extra rekening houdt met mens, milieu en economie.
Slide 42 - Tekstslide
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Producten uit het buitenland inkopen.
B
Streekproducten inkopen.
Slide 43 - Quizvraag
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Afval scheiden en recyclen.
B
Afval in één container verzamelen.
Slide 44 - Quizvraag
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Kunststof potten voor opkweek gebruiken.
B
Biologisch afbreekbare potten voor opkweek gebruiken.
Slide 45 - Quizvraag
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Biologisch geteelde producten gebruiken.
B
Zo goedkoop mogelijke producten gebruiken.
Slide 46 - Quizvraag
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Een zo goedkoop mogelijk pand gebruiken.
B
Een geïsoleerd pand gebruiken.
Slide 47 - Quizvraag
Wanneer is er sprake van duurzaam ondernemen?
A
Producten met een fairtrade keurmerk verkopen.
B
Producten zo goedkoop mogelijk verkopen.
Slide 48 - Quizvraag
Les 3 (1.3): Genoeg voorraad.
Aan het einde van deze les kun je
Goede
inkoopkanalen
kiezen.
Uitleggen wanneer je voor welk inkoopkanaal kiest.
Producten bestellen.
Slide 49 - Tekstslide
Hoe vaak maak jij mee dat je in de winkel erachter komt dat een product is uitverkocht?
Heel vaak
Regelmatig
Soms
Nooit
Slide 50 - Poll
Om genoeg producten in de winkel te hebben liggen, moet een winkelier de producten inkopen. Dat kan via verschillende
inkoopkanalen
.
Bij de producenten zelf.
Op de veiling
Bij een groothandel.
Op een beurs.
Slide 51 - Tekstslide
Slide 52 - Tekstslide
Inkopen bij de producent.
Inkopen op de veiling.
Inkopen bij de groothandel.
Inkopen op een beurs.
Dit doet de winkelier met een breed assortiment wanneer er kleine hoeveelheden nodig zijn.
Direct inkopen bij de kweker of fabrikant.
Dit doet de winkelier met een smal assortiment.
Hier koopt de winkelier alleen bloemen of planten. Er worden grote hoeveelheden tegelijk besteld.
De winkelier bezoekt hiervoor een evenement met stands van bedrijven en groothandels. Hier worden nieuwe producten aangeboden.
Slide 53 - Sleepvraag
Wat wordt bedoeld met een 'Voorraad' in een winkel?
A
Dit zijn alleen de producten die in het magazijn liggen en die beschikbaar zijn voor verkoop.
B
Dit zijn alle producten in het magazijn èn in de winkel die beschikbaar zijn voor verkoop.
Slide 54 - Quizvraag
Minimumvoorraad
Maximumvoorraad
Omzetsnelheid
Besteleenheid
Dit geeft aan in welke hoeveelheden het product besteld kan worden, bijvoorbeeld per kilo, per dozijn (12st) of per doos (van bijv. 100 st).
Dit is het aantal producten dat de winkelier altijd op voorraad wil hebben.
Dit is het aantal keren dat een product per dag, week of maand wordt verkocht.
Dit is het aantal producten dat de winkelier maximaal op voorraad wil hebben.
Slide 55 - Sleepvraag
Tussentijdse SO 1.1 - 1.3
Leer hiervoor
1.1 Soorten winkels
1.2 Duurzaam assortiment
1.3 Genoeg voorraad
Slide 56 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Commercieel H2 H3 | Herhaling
November 2024
-
24 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Commercieel H5 | Wat is distributie?
March 2025
-
17 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
1.2 De schoenenwinkel
May 2025
-
6 slides
Commercieel H3 | Hoe trekt de marktpositie de doelgroep aan?
March 2025
-
11 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Commercieel H2 | Wat is marketing?
September 2024
-
10 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Commercieel H6 | Wat moet ik weten over het assortiment?
March 2025
-
22 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Commercieel H2 | Wat is marketing quiz
November 2024
-
9 slides
Economie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Logistiek H1 | Welke weg legt een artikel af?
April 2025
-
12 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3