Rekenen D3 Paragraaf 3.5 en GO

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1-4

                                                          Welkom!

Vak: Rekenen mbo niveau 4

Blok 2 les 9

Hoofdstuk 3 Verhoudingen herkennen en gebruiken

Paragraaf 3.5 en Gemengde opgaven

Domein 1

Toets 1

Domein 2

Toets 2

Domein 3

Toets 3

Domein 4

Toets 4

Domein 5

Examen

Lezen H1

Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1	Les 2	Les 3	Les 4	Les 5	Les 6	Les 7	Les 8	Les 9	Les 10
P2.1 + 2.2	P2.3 + 2.4	P2.5 + 2.6	P2.7 + 2.8	P2.9 + GO	TOETS	P3.1 + 3.2	P3.3 + 3.4	P3.5 + GO	TOETS

	Wat gaan we doen?
Starten en introductie	Opstarten van de les en korte introductie
Kennis activeren	Uitleg par. 3.5 Verhoudingen, breuken en percentages
Kennis trainen	Maken (selectie van) opdrachten par. 3.5 en GO
Afronden	Beantwoorden van individuele vragen

https://lessonUp.app/invite/group/fiosk

Volgende week is het toetsweek!

We ronden domein 3 af met een verplichte toets. De toets duurt ongeveer 45 minuten. Voor die toets krijg je een cijfer. Dat cijfer geeft je een beeld van hoe goed je de lesstof van dit domein beheerst. De bevraging in de toets lijkt verder op die van het examen rekenen nieuwe stijl. Je slaat dus eigenlijk twee vliegen in één klap.

Als je de toets hebt gemaakt en die voor het eind van de les hebt ingeleverd, word je op aanwezig en actief gezet. Je vakdocent zal je resultaten beoordelen. Je krijgt je cijfer
binnen een week na het maken van de toets.

Registreren

Groep dinsdag
https://lessonUp.app/invite/group/fiosk

Groep donderdag

https://lessonUp.app/invite/group/nnmwt

Groep vrijdag

https://lessonUp.app/invite/group/mpwoo

Korte introductie les 9

Paragraaf 3.5 Verhoudingen, breuken en percentages

Leerdoelen

• Ik ken het verband tussen verhoudingen, breuken en percentages.

Hoe reken je in de praktijk?

Dana is geslaagd voor de versnelde opleiding tot persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen. De opleiding startte in november 2022 met 120 studenten. Een kwart van de studenten viel na het eerste blok af. Van de groep die overbleef, liep de helft een vertraging op in de blokken 2 en 3. Van de overige studenten is slechts 20% in één keer geslaagd. De rest van de studenten moet gebruikmaken van een of meerdere herkansingen.

a. Bereken hoeveel studenten er na blok 1 deelnemen aan de opleiding.

b. Bereken hoeveel studenten er in de blokken 2 en 3 een vertraging oplopen.

c. Leg in je eigen woorden of met een berekening uit hoeveel studenten er in 
    één keer zijn geslaagd. 

a. Bereken hoeveel studenten er na blok 1 deelnemen aan de
opleiding.

1. 80 studenten
2. 90 studenten
3. 100 studenten
4. 110 studenten

120 : 4 x 3 = 90 studenten

120 x 0,75 = 90 studenten

75% van 120 = 90 studenten

b. Bereken hoeveel studenten er in de blokken 2 en 3 een
vertraging oplopen.

1. 40 studenten
2. 45 studenten
3. 50 studenten
4. 55 studenten

90 : 2 = 45 studenten

90 x 0,5 = 45 studenten

50% van 90 is 45 studenten.

c. Leg in je eigen woorden of met een berekening uit
hoeveel studenten er in één keer zijn geslaagd.

In je eigen woorden

Na de blokken 2 en 3 zijn er nog 45 studenten over. Daarvan slaagt 20% in één keer. Dat zijn dus 9 studenten.

Met een berekening

45 : 100 x 20 = 9 studenten

45 x 0,2 = 9 studenten

20% van 24 = 9 studenten

  

Aan het werk via de korte route

• Blijf ingelogd in ZOOM.
• Zet het geluid van de les uit.
• Maak de opdrachten van de korte route van par. 3.5 en de GO.
• Lever de opdrachten voor het eind van de les in.

Voortgang

Ik volg tijdens de les de voortgang van je opdrachten.

Pauze

Paragraaf 3.5 Verhoudingen, breuken en percentages

Leerdoelen

• Ik ken het verband tussen verhoudingen, breuken en percentages.

                                                                                                   Check Basisvaardigheden 20

naar de online leeromgeving

Waar of niet waar?

25% van de stippen zijn blauw. 

De stelling is niet waar.

Van de 12 ballen zijn er 4 blauw, dus dat is 1 op de 3, 33,3% of een derde.

Waar of niet waar?

De blauwe en gele ballen zijn in de meerderheid.

De stelling is niet waar.

Er zijn 4 blauwe en 2 gele ballen, dus dat is 50% of de helft van de ballen.

Waar of niet waar?

Drie twaalfde is hetzelfde als 25%.

De stelling is waar.

Drie twaalfde is hetzelfde als één vierde en dat is hetzelfde als 25%.

Aan het werk via de basisroute

• Blijf ingelogd in ZOOM.
  
• Zet het geluid van de les uit.
  
• Maak de opdrachten van de basisroute van par. 3.5 en de GO.
  
• Lever de opdrachten voor het eind van de les in.

 

Voortgang

Ik volg tijdens de les de voortgang van je opdrachten.

Heb je je leerdoelen gehaald?

Leerdoelen paragraaf 3.5

• Ik ken het verband tussen verhoudingen, breuken en percentages.

Volgende week

Toets domein 3