6.1 Bloemen 6.2 bestuiving

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Basisstof 6.1 bloemen 6.2 betuiving

1a

Welkom

telefoon  in de bak
 zoek je eigen plek op

pak je spullen 

ga recht zitten

Wordt stil.

1b

Welkom

 zoek je plek op

telefoon in de bak 

pak je spullen 

Wordt stil.

maak de vragen op het blad

1c

Welkom

telefoon in bak
 zoek je eigen plek op

pak je spullen 

Wordt stil.

maak de vragen op het blad

1e

Welkom

telefoon  in bak
 zoek je eigen plek op

pak je spullen 

kijk voor je

Wordt stil.

maak de vragen op het blad

Wat gaan we vandaag doen?

1.	Lezen basisstof 6.1	5 minuten
2.	Uitleg over bloemen	10 minuten
3.	Opdrachten maken	15 minuten
4.	Tekening verder invullen	10 minuten

Lezen basisstof 6.1 Bloemen

Begin met lezen van basisstof 6.1 bloemen op:

vanaf bladzijde 120

Leerdoelen van deze les:

1. Je weet hoe de onderdelen van een bloem heten, en kan deze aanwijzen op een plaatje.

2. Je kunt de functies noemen van de delen van een bloem.

3. Je kan uitleggen wat bestuiving is

42. Je weet wat de verschillen zijn tussen insectenbloemen en windbloemen

pak nu je plenda 

Zoek De volgende les nask op:

1a: vr 5 juli

1c:  vr 5 juli

HUISWERK VOOR VOLGENDE les

MAKEN PARAGRAAF 3.3

lees de blauwe blokken tussen de vragen

VRAAG 1 TOT EN MET VRAAG 11

BLZ. 116 TOT EN MET BLZ. 119

MAKEN 

lees

 

toets thema 6

pak nu je plenda 

Zoek De volgende les nask op:

1a: 

1b

1c:  vr 10 juni

1e

pak nu je agenda

Zoek De volgende les bio op:

1a: di 10 juni

1b: do 12 juni

1c: ma 16 juni

1e: do 12 juni

HUISWERK VOOR VOLGENDE les

MAKEN PARAGRAAF 3.3

lees de blauwe blokken tussen de vragen

VRAAG 1 TOT EN MET VRAAG 11

BLZ. 116 TOT EN MET BLZ. 119

MAKEN Paragraaf 6.1 en 6.2

6.1

Maak: opdracht 1 t/m 7 (2 overslaan)

Waar: blz. 121 t/m 128

Lees: blz. 120 t/m 127

6.2

Maak: opdracht 1 t/m 6 (5 overslaan)

Waar: blz. 133 t/m 136

Lees: blz. 131 t/m 134

MAKEN Paragraaf 6.1 en 6.2

6.1

Maak: opdracht 1 t/m 7 

Waar: blz. 149 t/m 152 

Lees: blz. 146 t/m 148 

6.2

Maak: opdracht 1 t/m 9

Waar: blz. 154 t/m 159

Lees: blz. 154 t/m 156

huiswerk volgende les

Bloemen

Er zijn heel veel soorten bloemen!

Planten maken bloemen om zich

voort te planten.

Bloemen bestaan uit 

verschillende onderdelen.

De bouw

van een 

bloem

Bloemblaadjes

Bloemkroon: kroonbladeren

Vaak opvallend gekleurd.

Soms (gedeeltelijk) vergroeid).

Functie: insecten lokken (niet bij alle bloemen!)

Mannelijke voortplantingsorgaan

Meeldraden = mannelijk

voortplantingsorgaan.

Helmdraad = 'steeltje'

Helmknop= bevat stuifmeel

Stuifmeelkorrels zijn dus 

mannelijke geslachtscellen

Vrouwlijke voortplantingsorgaan

Stamper = vrouwelijke 

voortplantingsorgaan

Stempel= plakkerige bovenkant

Stijl= 'steeltje'

Vruchtbeginsel= bevat zaadbeginsels

In elk zaadbeginsel zit 1 eicel.

De eicellen zijn de vrouwelijke geslachtscellen

Maak opdracht 3 en 4 blz 124.

Maak opdracht 1 blz 149.

Bestuiving

Insecten lokken

Veel bloemen hebben grote mooie kroonbladeren die de insecten lokken, maar ook veel bloemen bevatten nectar.

Nectar is een zoet sap in de bloem dat insecten aantrekt en bijen maken er honing van !

Maak opdracht 1 blz 132.

Bestuiving

Als stuifmeelkorrels terechtkomen op de stempel van een andere bloem van dezelfde soort is er bestuiving.

Bestuiving

Maak opdracht 3 blz 133.

Insectenbloemen

Bloemen waarbij insecten voor de bestuiving zorgen, heten insectenbloemen.

Nectar en honing

Bijen willen graag naar de bloemen voor nectar.

Nectar is een zoete en plakkerige sap.

Bijen maken hier honing van.

Windbloemen

Bij windbloemen blaast de wind stuifmeel weg.

Het stuifmeel kan dan per toeval op de stempel van een bloem van dezelfde soort komen.

• Insectenbloem (insecten lokken)
  - gekleurde kroonbladeren
  - veel nectar 
  - veel geur
   
• Windbloem 
  - licht en heel veel stuifmeelkorrels
  - geen gekleurde bloemen 

HUISWERK VOOR VOLGENDE les

MAKEN PARAGRAAF 3.3

lees de blauwe blokken tussen de vragen

VRAAG 1 TOT EN MET VRAAG 11

BLZ. 116 TOT EN MET BLZ. 119

MAKEN Paragraaf 6.1 en 6.2

6.1

Maak: opdracht 1 t/m 7 (2 overslaan)

Waar: blz. 121 t/m 128

Lees: blz. 120 t/m 127

6.2

Maak: opdracht 1 t/m 6 (5 overslaan)

Waar: blz. 133 t/m 136

Lees: blz. 131 t/m 134

MAKEN Paragraaf 6.1 en 6.2

6.1

Maak: opdracht 1 t/m 7 

Waar: blz. 149 t/m 152

Lees: blz. 146 t/m 149

6.2

Maak: opdracht 1 t/m 9

Waar: blz. 154 t/m 159

Lees: blz. 154 t/m 156

huiswerk volgende les