NU Ned 1F 2F Deel B Spreken en Gesprekken H5 5.1 Zakelijk telefoongesprek

Ben je er klaar voor?
A
ja
B
nee
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ben je er klaar voor?
A
ja
B
nee

Slide 1 - Quizvraag

Zakelijk telefoongesprek

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerp
Een zakelijk telefoongesprek voorbereiden en voeren

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je bereidt een zakelijk telefoongesprek voor
- Je voert een zakelijk telefoongesprek

Slide 4 - Tekstslide

zakelijk telefoneren

Slide 5 - Tekstslide

Zakelijke telefoongesprek
In een werksituatie heb je vaak telefonisch contact met klanten, collega’s of leidinggevenden. Dat zijn zakelijke telefoongesprekken.
In een zakelijke telefoongesprek spreek je duidelijk en gebruik je formele taal als u en meneer of mevrouw. Luister tijdens zo’n telefoongesprek extra goed. Omdat je elkaar niet ziet, moet je het zonder de non-verbale informatie doen.

Slide 6 - Tekstslide

Een zakelijk telefoongesprek open je met zinnen als:
- Goedemorgen / Goedemiddag
- U spreekt met…
- Komt het gelegen dat ik u even bel?

Slide 7 - Tekstslide

Bij de afsluiting van het gesprek gebruik je de volgende zinnen:
- Hartelijk dank voor het gesprek
- Nog een prettige dag verder

Slide 8 - Tekstslide

Andere standaardzinnen:
- Hebt u een ogenblik?
- Ik zal het even navragen
- Hebt u nog meer vragen?
- Kan ik verder nog iets voor u doen?

Slide 9 - Tekstslide

voorbereiden
Een zakelijk telefoongesprek moet je voorbereiden. Bedenk bijv. van tevoren welke vragen je wilt stellen. Leg zo nodig alle informatie klaar die gevraagd kan worden, zoals een e-mail, een ordernummer of bestelgegevens. 

Slide 10 - Tekstslide

voorbereiden
Maak tijdens het gesprek aantekeningen of schrijf direct na het bellen de belangrijkste informatie op. Noteer in elk geval:
- Naam van diegene met wie je gesproken hebt
- Functie van diegene met wie je gesproken hebt
- De zaken die besproken zijn

Slide 11 - Tekstslide

Een zakelijk telefoongesprek voer je met iemand die je ...
A
persoonlijk kent.
B
niet persoonlijk kent.

Slide 12 - Quizvraag

De volgorde bij een zakelijk telefoongesprek
A
begroeting - naam van het bedrijf - dan eigen naam
B
eigen naam - begroeting - naam bedrijf
C
begroeting - eigen naam - naam van het bedrijf
D
dat maakt niet uit

Slide 13 - Quizvraag

Je begint een zakelijk telefoongesprek met:
A
Hoi met ...
B
Goedemorgen/goedemiddag u spreekt met ...
C
Hallo met ...
D
Hallootjes, u spreekt met ...

Slide 14 - Quizvraag

Als je jezelf in een zakelijk telefoongesprek voorstelt, dan doe je dat:
A
alleen met je voornaam
B
met een schuilnaam
C
met je voornaam en je achternaam
D
met je voornaam, achternaam en organisatie

Slide 15 - Quizvraag

Wat leg je altijd vast als je een zakelijk telefoongesprek voert?
A
Wie er heeft gebeld.
B
Het hele gesprek.
C
De plaats waaruit de beller belt.

Slide 16 - Quizvraag

Dit past in een zakelijk telefoongesprek:
A
Komt het gelegen dat ik u bel?
B
Hebt u een ogenblik?
C
Ik zal het even navragen.
D
Dat weet ik niet.

Slide 17 - Quizvraag


Wat hoort niet bij een zakelijk telefoongesprek?
A
Een vaste opbouw
B
Non-verbale communicatie
C
Afstand tussen jou en degene die je spreekt
D
Formele taal

Slide 18 - Quizvraag

Een zakelijk telefoongesprek is een voorbeeld van:
A
Informeel gesprek
B
Formeel gesprek

Slide 19 - Quizvraag

Voordat ik ophang bij een professioneel zakelijk telefoongesprek is het belangrijk dat...
A
Ik de boodschap herhaal/samenvat
B
Vraag wat ik kan betekenen
C
De naam noteer
D
De klant begroet

Slide 20 - Quizvraag

Oefenen

Slide 21 - Tekstslide