Blok 3, week 2 langermaakwoord toepassing

Blok 4, week 2 herhaling
Doel:

Ik ken de regel van het langermaakwoord en pas deze toe.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Blok 4, week 2 herhaling
Doel:

Ik ken de regel van het langermaakwoord en pas deze toe.

Slide 1 - Tekstslide

We hebben dit ook met het rad 
geoefend.
We gaan kijken of we het nu snappen!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke langermaakwoorden ken je?

Slide 4 - Woordweb

Wat is de regel bij een langermaakwoord?

Slide 5 - Open vraag

Welk woord is een langermaakwoord?
A
draai
B
brood
C
verwondering
D
kegel

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord hoort bij deze categorie?

langermaakwoord
A
peer
B
land
C
etui
D
beker

Slide 7 - Quizvraag

-d
-t
Sleep het plaatje naar het goede vak. 
Maak het woord eerst langer. 

Slide 8 - Sleepvraag

Welk woord is een langermaakwoord?
A
bloeien
B
verzamelaar
C
vuist
D
vegen

Slide 9 - Quizvraag

d
t

Slide 10 - Sleepvraag

Welk woord is een langermaakwoord?
A
vriend
B
vlaai
C
gezeur
D
tekenaar

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord is een langermaakwoord?
A
draai
B
stad
C
verwondering
D
kegel

Slide 12 - Quizvraag

Ik ken de regel van het langermaakwoord.
Heb je het doel van deze les behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Dictee
1.

Slide 14 - Open vraag

2.

Slide 15 - Open vraag

3.

Slide 16 - Open vraag

4.

Slide 17 - Open vraag

5.

Slide 18 - Open vraag

de zin
Let op de hoofdletters! (shift)

Slide 19 - Open vraag