Week 6 Het strafproces

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
StrafrechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Enkele maanden later betaalt Mohamed de geldboete die de rechter hem heeft opgelegd. Om welke fase van het strafproces gaat het?
A
Vooronderzoek
B
Terechtzitting
C
Tenuitvoerlegging

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De politie doet onderzoek naar het strafbaar feit wat heeft plaatsgevonden. Onder welke fase van het strafproces valt dit?
A
Terechtzitting
B
Tenuitvoerlegging
C
Vooronderzoek

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De terechtzitting
Na het opsporingsonderzoek naar het strafbaar feit en verdachte (de fase: vooronderzoek), volgt de vervolging van de verdachte op zitting, de fase van de terechtzitting. Deze start door het uitbrengen van de dagvaarding door de officier van justitie aan de verdachte. Hierin staat:
  • waar en wanneer hij moet verschijnen bij de rechter
  • waarvoor hij moet verschijnen
  • welke rechten hij als verdachte heeft

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de dagvaarding
De officier moet bepalen:
  1.  bij welke soort rechter de verdachte moet verschijnen (= absolute competentie)
  2. waar de verdachte in Nederland moet verschijnen (= relatieve competentie)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absolute competentie
  • er zijn 3 soorten rechterlijke instanties die een strafzaak in Nederland behandelen: 
  1. Rechtbank = in eerste aanleg
  2.  het Gerechtshof = in hoger beroep
  3.  de Hoge Raad = in cassatie
  • De rechtbank is ook weer in 3-en onder te verdelen:
  1.  de kantonrechter - alleen bij overtredingen
  2. de politierechter - alleen bij misdrijven waar niet meer dan 1 jaar wordt geëist
  3. de meervoudige kamer - de overige misdrijven (dus de zwaardere zaken)  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relatieve competentie
in welke plaats moet je nu naar de rechter?
De officier heeft 2 keuzes om te dagvaarden:
  1. of hij kiest voor de rechter van het arrondissement bij de woonplaats van de verdachte
  2. of hij kiest voor de rechter van het arrondissement waar het feit is gepleegd.
Nb. Vaak kom je via beide keuzes bij dezelfde rechtbank uit

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terechtzitting
  • op zitting gaat de rechter uiteindelijk bepalen of iemand schuldig is, kortgezegd op basis van het aanwezige bewijs en zijn overtuiging hiervan
  • legt hij de verdachte een straf op (en is deze onherroepelijk) dan zal deze moeten worden tenuitvoergelegd. In dat geval ben je dus in de laatste fase van het strafproces erop. Deze laatste fase ligt weer in handen van de officier 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek in je wetboek naar het artikel dat gaat over hoe lang gevangenisstraffen kunnen zijn, noteer dit artikel en geef aan of je nu levenslang gevangenisstraf kunt krijgen én geef aan wat de langste tijdelijke gevangenisstraf is.

Slide 14 - Open vraag

art 10 Sr
levenslang: ja
maximale tijdelijke gevangenisstraf is 30 jaar
Gevangenisstraf
Tijdelijk of levenslang: 
- max 30 jaar
- levenslang is echt levenslang (na 25 jaar advies door een adviescollege en daarna eventueel gratie door de Koning)
Voorwaardelijke invrijheidstelling
 - max 1 jaar  gekregen --> je moet de hele straf uitzitten
- tussen 1 en 2 jaar gekregen -->  1 jaar uitzitten + 1/3 van het restant 
                                                                      (bijv. 15 maanden --> 12  maanden + 1 maand zitten)
- 2 jaar of meer gekregen --> minimaal 2/3 van je straf uitzitten met max van 2 jaar vi
                                                             (bijv. 6 jaar --> 4 jaar zitten)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je eigenlijk ook een voorwaardelijke gevangenisstraf krijgen? Zo ja, in welke artikel staat dit en waarom wordt dit volgens jou opgelegd door een rechter?

Slide 16 - Open vraag

ja, artikel 14a Sr. Dit wordt vooral gedaan om een stok achter de deur te hebben. Weer een strafbaar feit plegen, DAN volgt het uitzitten van de voorwaardelijke straf. Dus ter voorkoming van nieuwe feiten. Vaak wordt hieraan reclasseringscontact gekoppeld als bijzondere voorwaarde.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar vind je de maximale straf per strafbaar feit?
A
in iedere strafbepaling in het Wetboek van strafrecht, zoals van diefstal in art 310
B
in art 10 Sr over gevangenisstraffen
C
dat staat nergens, want de rechter mag de hoogte van een straf helemaal zelf bepalen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbereiden oefenrechtbank
In de volgende lessen ga je zelf een strafzaak naspelen in een oefenrechtbank. De volgende les gebruik je om je voor te bereiden hierop.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies