Betrekkelijk voornaamwoord

Betrekkelijk voornaamwoord
  • Die, dat, wie, wat meest gebruikt. 
  • Verwijst naar iets dat eerder is genoemd.
  • Het meisje dat Nederlands moeilijk vindt, de rondleiding die een uur duurde, het moeilijkste wat ik heb geleerd, de agent van wie ik een boete heb gekregen, het moment waarop de les afloopt. 
  • Let op aanwijzende voornaamwoorden die / dat: dat meisje / het meisje dat - die jongen / de jongen die. 
  • Wie / wat vervangen door diegene die / datgene wat = betrek. vnw. met ingesloten antecedent. (betr. vnw. m.i.a.) Wie deze sprong niet waagt. 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Betrekkelijk voornaamwoord
  • Die, dat, wie, wat meest gebruikt. 
  • Verwijst naar iets dat eerder is genoemd.
  • Het meisje dat Nederlands moeilijk vindt, de rondleiding die een uur duurde, het moeilijkste wat ik heb geleerd, de agent van wie ik een boete heb gekregen, het moment waarop de les afloopt. 
  • Let op aanwijzende voornaamwoorden die / dat: dat meisje / het meisje dat - die jongen / de jongen die. 
  • Wie / wat vervangen door diegene die / datgene wat = betrek. vnw. met ingesloten antecedent. (betr. vnw. m.i.a.) Wie deze sprong niet waagt. 

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica
Zinsdelen: bijvoeglijke bijzin

Woordsoorten: betrekkelijk voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Wie niet durft te vliegen, kan dat maar beter ook niet doen.
Betrek. vnw=
A
wie
B
dat

Slide 3 - Quizvraag

Die aanvoerder rekende op het team dat hem een prijs had bezorgd.
Betrek. vnw=
A
Die
B
Dat

Slide 4 - Quizvraag

Vertel eens iets, wat ik nog niet weet over dat onderwerp.
Betr. vnw =
A
wat
B
dat

Slide 5 - Quizvraag

Bijvoeglijke bijzin
  • Bevat een betrekkelijk voornaamwoord. 
  • Bijvoeglijke bepaling met een pv. 
  • Staat vaak tussen komma's. 
  • Hoort bij een zn. of vnw. (zoals de bijvoeglijke bepaling). 

De prachtig aangelegde tuin is compleet vernield. Prachtig aangelegde (bijv. bep. > tuin)
De tuin, die prachtig is aangelegd, is compleet vernield. Die prachtig is aangelegd = bijv. bijzin. 

Slide 6 - Tekstslide

Maak van de bijv. bepaling een bijv. bijzin.

Naar deze prachtige muziek kan iedereen wel luisteren.

Slide 7 - Open vraag

De aanvoerder rekende op hen die hem een eerder kampioenschap hadden bezorgd.

Bijv. bijzin =

A
op ....bezorgd
B
hen .... bezorgd
C
die ....bezorgd
D
kampioenschap ...bezorgd

Slide 8 - Quizvraag

Wie niet durft te vliegen, kan dat beter ook niet doen.

Bijv. bijzin =

A
wie .... vliegen
B
kan .... doen
C
dat ... doen
D
wie ..... doen

Slide 9 - Quizvraag

Landelijke kranten die dagelijks verschijnen, verliezen steeds meer abonnees.

Bijv. bijzin =

A
landelijke .... verschijnen
B
landelijke ....verliezen
C
die .....verschijnen
D
die .......abonnees

Slide 10 - Quizvraag