3.1 Machthebbers in Europa

Absolutisme 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Absolutisme 

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Machthebbers in Europa



Welke machthebbers kennen jullie?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Hoe koning Lodewijk XIV het Franse gebied uitbreidde en zijn macht in Frankrijk vergrootte
  2. Hoe de Engelse koning minder machtig werd 
  3. Hoe Nederland werd bestuurd

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Lodewijk XIV
  • Langst zittende vorst ooit (72 jaar)
  • La Fronde maakte een diepe indruk
  • Droit divin: de macht van God gekregen
  • Zonnekoning (middelpunt van het rijk)
  • HET voorbeeld van een absolute vorst


Slide 5 - Tekstslide

Burgeroorlogen
Door vele oorlogen binnen Frankrijk
Godsdienstoorlogen in de 16de eeuw (Hugenoten)
La fronde in zijn jeugd
streefde Lodewijk XIV naar centralisatie

Slide 6 - Tekstslide

Versailles
Gebouwd door Lodewijk XIII als jachtslot
Lodewijk XIV bouwt Versailles uit tot een groot paleis
Versailles wordt het middelpunt van centralisatiepolitiek
Centralisatiepolitiek: land geregeerd vanaf één plek

Slide 7 - Tekstslide

Engeland
  • Vorsten wilde ook absolute macht
  • Alleen wonnen de edelen
  • binnen 40 jaar:
  • koning onthoofd,dictatuur (cromwell), koning afgezet

Slide 8 - Tekstslide

Parlement
  • Uiteindelijk NL prins Willem III op de troon.
  • Aangesteld door het parlement
  • Willem III beloofde zich te gehoorzamen aan het parlement

Slide 9 - Tekstslide

De Republiek
  • der Zeven Verenigde Nederlanden
  • gewest Holland was het machtigst
  • Wat klopt er niet?

Slide 10 - Tekstslide

Bestuur
  • Anders dan Engeland en Frankrijk
  • Bestuurders heette regenten
  • Oligarchie: macht in handen van kleine groep mensen
  • Staten-Generaal: afgevaardigden van de gewesten
  • Besluiten maken over buitelandse politiek, leger en de vloot

Slide 11 - Tekstslide

Tijd van regenten en vorsten
  • Geen koning
  • Wel een stadhouder
  • Stadhouder had de macht over één of meerdere gewesten

Slide 12 - Tekstslide