ARGO Les 26 Ergon 12

Les 26 Ergon 12
Met behulp van deze LessonUp ga je Ergon 12 (HB2 blz. 117) maken. Neem als hulpmiddel je hulpboek erbij. Gebruik daaruit ook de alfabetische woordenlijst achterin. Beantwoord steeds eerst de vragen over de zin en noteer ze in je schrift. Dit helpt je om de zin vervolgens goed te vertalen.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 26 Ergon 12
Met behulp van deze LessonUp ga je Ergon 12 (HB2 blz. 117) maken. Neem als hulpmiddel je hulpboek erbij. Gebruik daaruit ook de alfabetische woordenlijst achterin. Beantwoord steeds eerst de vragen over de zin en noteer ze in je schrift. Dit helpt je om de zin vervolgens goed te vertalen.

Slide 1 - Tekstslide

zin 1: Νίκην ταχεῖαν ἐλπίζοντες οἱ Ἕλληνες τὰ ὅπλα λαμβάνουσιν ἐν τῷ πολέμῳ.
Sleep de juiste zinsdelen naar de begrippen OW-PV-PTC.
onderwerp
persoonsvorm
participium
Νίκην ταχεῖαν
ἐλπίζοντες
οἱ Ἕλληνες
τὰ ὅπλα
λαμβάνουσιν
ἐν τῷ πολέμῳ

Slide 2 - Sleepvraag


zin 1: Νίκην ταχεῖαν ἐλπίζοντες οἱ Ἕλληνες τὰ ὅπλα λαμβάνουσιν ἐν τῷ πολέμῳ.
Waarmee congrueert het participium?
A
Νίκην ταχεῖαν
B
οἱ Ἕλληνες
C
τὰ ὅπλα
D
ἐν τῷ πολέμῳ

Slide 3 - Quizvraag


zin 1: Νίκην ταχεῖαν ἐλπίζοντες οἱ Ἕλληνες τὰ ὅπλα λαμβάνουσιν ἐν τῷ πολέμῳ. We kijken eerst naar de hoofdzin: Wat is het lijdend voorwerp bij de persoonsvorm?
A
Νίκην ταχεῖαν
B
οἱ Ἕλληνες
C
τὰ ὅπλα
D
ἐν τῷ πολέμῳ

Slide 4 - Quizvraag


zin 1: Νίκην ταχεῖαν ἐλπίζοντες οἱ Ἕλληνες τὰ ὅπλα λαμβάνουσιν ἐν τῷ πολέμῳ. Vertaal eerst de hoofdzin: onderwerp, persoonsvorm, lijdend voorwerp en bepaling.

Slide 5 - Open vraag


zin 1: Νίκην ταχεῖαν ἐλπίζοντες οἱ Ἕλληνες τὰ ὅπλα λαμβάνουσιν ἐν τῷ πολέμῳ. We kijken nu naar de participiumwoordgroep: Wat is het LV bij het participium?
A
Νίκην ταχεῖαν
B
οἱ Ἕλληνες
C
τὰ ὅπλα
D
ἐν τῷ πολέμῳ

Slide 6 - Quizvraag


zin 1: Νίκην ταχεῖαν ἐλπίζοντες οἱ Ἕλληνες τὰ ὅπλα λαμβάνουσιν ἐν τῷ πολέμῳ. Vertaal nu de participium-
woordgroep in het Nederlands. Begin je bijzin met "terwijl".

Slide 7 - Open vraag

zin 2: Ἀγγέλλων τὴν τῆς στρατιᾶς νίκην ὁ ἄγγελος (de bode) τὸν τοῦ δήμου φόβον ἔπαυσεν.
Sleep de juiste zinsdelen naar de begrippen OW-PV-PTC.
onderwerp
persoonsvorm
participium
Ἀγγέλλων
τὴν τῆς στρατιᾶς νίκην
ὁ ἄγγελος
τὸν τοῦ δήμου φόβον
ἔπαυσεν

Slide 8 - Sleepvraag


zin 2: Ἀγγέλλων τὴν τῆς στρατιᾶς νίκην ὁ ἄγγελος (de bode) τὸν τοῦ δήμου φόβον ἔπαυσεν.
Waarmee congrueert het participium?
A
τὴν τῆς στρατιᾶς νίκην
B
ὁ ἄγγελος
C
τὸν τοῦ δήμου φόβον
D
ἔπαυσεν

Slide 9 - Quizvraag


zin 2: Ἀγγέλλων τὴν τῆς στρατιᾶς νίκην ὁ ἄγγελος τὸν τοῦ δήμου φόβον ἔπαυσεν. We kijken eerst naar de hoofdzin:
Wat is het lijdend voorwerp bij de persoonsvorm?
A
Ἀγγέλλων
B
τὴν τῆς στρατιᾶς νίκην
C
ὁ ἄγγελος
D
τὸν τοῦ δήμου φόβον

Slide 10 - Quizvraag


zin 2: Ἀγγέλλων τὴν τῆς στρατιᾶς νίκην ὁ ἄγγελος (de bode) τὸν τοῦ δήμου φόβον ἔπαυσεν. Vertaal eerst de hoofdzin: persoonsvorm, onderwerp en lijdend voorwerp.

Slide 11 - Open vraag


zin 2: Ἀγγέλλων τὴν τῆς στρατιᾶς νίκην ὁ ἄγγελος (de bode)  τὸν τοῦ δήμου φόβον ἔπαυσεν. We kijken nu naar de participiumwoordgroep: Wat is het LV bij het participium?
A
ἔπαυσεν
B
τὴν τῆς στρατιᾶς νίκην
C
ὁ ἄγγελος
D
τὸν τοῦ δήμου φόβον

Slide 12 - Quizvraag


zin 2: Ἀγγέλλων τὴν τῆς στρατιᾶς νίκην ὁ ἄγγελος (de bode) τὸν τοῦ δήμου φόβον ἔπαυσεν. Vertaal nu de ptc-woordgroep in het Nederlands. Gebruik je TT of VT?

Slide 13 - Open vraag

zin 3: Ἀκούετε τοῦ γέροντος συμβουλεύοντος ὑμῖν περὶ τῶν τοῦ στόλου κινδύνων.
Sleep de juiste zinsdelen naar de begrippen OW-PV-PTC.
onderwerp
persoonsvorm
participium
Ἀκούετε
τοῦ γέροντος
συμβουλεύοντος
ὑμῖν
περὶ τῶν κινδύνων
τοῦ στόλου

Slide 14 - Sleepvraag


zin 3: Ἀκούετε τοῦ γέροντος συμβουλεύοντος ὑμῖν περὶ τῶν τοῦ στόλου κινδύνων.
Noteer het onderwerp van de zin in het Nederlands.

Slide 15 - Open vraag


zin 3: Ἀκούετε τοῦ γέροντος συμβουλεύοντος ὑμῖν περὶ τῶν τοῦ στόλου κινδύνων.
Welke vorm is Ἀκούετε?
A
2de mv ind prs
B
2de mv imp prs
C
2de mv ind ipf
D
3de ev ind aor

Slide 16 - Quizvraag


zin 3: Ἀκούετε τοῦ γέροντος συμβουλεύοντος ὑμῖν περὶ τῶν τοῦ στόλου κινδύνων.
Waarom staat τοῦ γέροντος in de genitivus?
A
bijvoeglijke bepaling
B
na een voorzetsel
C
bij een werkwoord

Slide 17 - Quizvraag


zin 3: Ἀκούετε τοῦ γέροντος συμβουλεύοντος ὑμῖν περὶ τῶν τοῦ στόλου κινδύνων.
Waarom staat τῶν κινδύνων in de genitivus?
A
bijvoeglijke bepaling
B
na een voorzetsel
C
bij een werkwoord

Slide 18 - Quizvraag


zin 3: Ἀκούετε τοῦ γέροντος συμβουλεύοντος ὑμῖν περὶ τῶν τοῦ στόλου κινδύνων.
Waarom staat τοῦ στόλου in de genitivus?
A
bijvoeglijke bepaling
B
na een voorzetsel
C
bij een werkwoord

Slide 19 - Quizvraag


zin 3: Ἀκούετε τοῦ γέροντος συμβουλεύοντος ὑμῖν περὶ τῶν τοῦ στόλου κινδύνων.
Waarmee congrueert het participium συμβουλεύοντος?
A
τοῦ γέροντος
B
ὑμῖν
C
τοῦ στόλου
D
τῶν κινδύνων

Slide 20 - Quizvraag


zin 3: Ἀκούετε τοῦ γέροντος συμβουλεύοντος ὑμῖν περὶ τῶν τοῦ στόλου κινδύνων.
Welke naamval is ὑμῖν?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus

Slide 21 - Quizvraag


zin 3: Ἀκούετε τοῦ γέροντος συμβουλεύοντος ὑμῖν περὶ τῶν τοῦ στόλου κινδύνων. Wat is de functie in de zin van ὑμῖν? Waarom staat het in de dativus?
A
meewerkend voorwerp
B
na een voorzetsel/ww
C
middel waarmee
D
reden waardoor

Slide 22 - Quizvraag


zin 3: Ἀκούετε τοῦ γέροντος συμβουλεύοντος ὑμῖν περὶ τῶν τοῦ στόλου κινδύνων. 
Vertaal nu deze zin.

Slide 23 - Open vraag

zin 4: Οἱ ἄνθρωποι πολλάκις ἔθυον τῇ θεᾷ Δήμητρι φυούσῃ (laten groeien) τὸν καρπὸν (het gewas) ἐν τοῖς ἀγροῖς (akker).
Sleep de juiste zinsdelen naar de begrippen OW-PV-PTC.
onderwerp
persoonsvorm
participium
Οἱ ἄνθρωποι
πολλάκις
ἔθυον
τῇ θεᾷ Δήμητρι
φυούσῃ
τὸν καρπὸν
ἐν τοῖς ἀγροῖς

Slide 24 - Sleepvraag


zin 4: Οἱ ἄνθρωποι πολλάκις ἔθυον τῇ θεᾷ Δήμητρι φυούσῃ (laten groeien) τὸν καρπὸν (het gewas) ἐν τοῖς ἀγροῖς (akker).
Waarmee congrueert het participium?
A
Οἱ ἄνθρωποι
B
τῇ θεᾷ Δήμητρι
C
τὸν καρπὸν
D
ἐν τοῖς ἀγροῖς

Slide 25 - Quizvraag


zin 4: Οἱ ἄνθρωποι πολλάκις ἔθυον τῇ θεᾷ Δήμητρι
Vertaal deze hoofdzin. Let op getal (ev/mv) en tijd (tt/vt)!

Slide 26 - Open vraag


zin 4: ... φυούσῃ (laten groeien) τὸν καρπὸν (het gewas) ἐν τοῖς ἀγροῖς (akker). Vertaal de participiumwoordgroep. Wat is het beste voegwoord? Let ook op de tijd die je moet gebruiken.

Slide 27 - Open vraag

zin 5: Ὁμολογῶ ἑκάστῳ ἀνδρὶ νομίζοντι ὅτι οἱ ἑταῖροι βοηθεῖν ἀλλήλοις ὀφείλουσιν.
Sleep de juiste zinsdelen naar de begrippen OW-PV-PTC.
onderwerp
persoonsvorm
participium
Ὁμολογῶ
ἑκάστῳ ἀνδρὶ
νομίζοντι
ὅτι
οἱ ἑταῖροι
βοηθεῖν
ἀλλήλοις
ὀφείλουσιν

Slide 28 - Sleepvraag


zin 5: Ὁμολογῶ ἑκάστῳ ἀνδρὶ νομίζοντι ὅτι οἱ ἑταῖροι βοηθεῖν ἀλλήλοις ὀφείλουσιν.
Waarmee congrueert het participium?
A
ἑκάστῳ ἀνδρὶ
B
οἱ ἑταῖροι
C
ἀλλήλοις
D
ὀφείλουσιν

Slide 29 - Quizvraag


zin 5: Ὁμολογῶ ἑκάστῳ ἀνδρὶ νομίζοντι ὅτι οἱ ἑταῖροι βοηθεῖν ἀλλήλοις ὀφείλουσιν. Deze zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin. Met welk woord begint de bijzin?
A
νομίζοντι
B
ὅτι
C
οἱ ἑταῖροι
D
βοηθεῖν

Slide 30 - Quizvraag


zin 5: Ὁμολογῶ ἑκάστῳ ἀνδρὶ νομίζοντι ὅτι οἱ ἑταῖροι βοηθεῖν ἀλλήλοις ὀφείλουσιν.
Waarom staat ἑκάστῳ ἀνδρὶ in de dativus?
A
meewerkend voorwerp
B
na een voorzetsel
C
bij een werkwoord
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 31 - Quizvraag


zin 5: Ὁμολογῶ ἑκάστῳ ἀνδρὶ νομίζοντι 
Vertaal nu dit gedeelte van de zin, de hoofdzin.

Slide 32 - Open vraag


zin 5: Ὁμολογῶ ἑκάστῳ ἀνδρὶ νομίζοντι 
Wat is het beste voegwoord om het participium mee te vertalen?
A
terwijl
B
omdat
C
hoewel
D
die

Slide 33 - Quizvraag


zin 5: ... ὅτι οἱ ἑταῖροι βοηθεῖν ἀλλήλοις ὀφείλουσιν.
Vertaal nu de bijzin.

Slide 34 - Open vraag

zin 6: Καὶ ἐνίοτε ἁμαρτάνων σὺ μάλιστα σοφὸς ἡγεμὼν τοῦ σοῦ δήμου εἶ.
Sleep de juiste zinsdelen naar de begrippen OW-PV-PTC.
onderwerp
persoonsvorm
participium
Καὶ
ἐνίοτε
ἁμαρτάνων
σὺ
μάλιστα
σοφὸς
ἡγεμὼν
τοῦ σοῦ δήμου
εἶ

Slide 35 - Sleepvraag


zin 6: Καὶ ἐνίοτε ἁμαρτάνων σὺ μάλιστα σοφὸς ἡγεμὼν τοῦ σοῦ δήμου εἶ.
Waarmee congrueert het participium?
A
Καὶ ἐνίοτε
B
σὺ
C
σοφὸς ἡγεμὼν
D
τοῦ σοῦ δήμου

Slide 36 - Quizvraag


zin 6: ... σὺ μάλιστα σοφὸς ἡγεμὼν τοῦ σοῦ δήμου εἶ.
Vertaal eerst deze hoofdzin.

Slide 37 - Open vraag


zin 6: Καὶ ἐνίοτε ἁμαρτάνων σὺ μάλιστα σοφὸς ἡγεμὼν τοῦ σοῦ δήμου εἶ. Vertaal nu (ook) het eerste gedeelte van de zin met participium.

Slide 38 - Open vraag


zin 6: Καὶ ἐνίοτε ἁμαρτάνων σὺ μάλιστα σοφὸς ἡγεμὼν τοῦ σοῦ δήμου εἶ.
Wat is het beste voegwoord om het participium hier te vertalen?
A
terwijl
B
omdat
C
hoewel
D
die

Slide 39 - Quizvraag