Les 1 Elektriciteit/stroomkring maken

Vandaag
15 min theorie 
15 min opgaven maken
15 nakijken 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
15 min theorie 
15 min opgaven maken
15 nakijken 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt. 
Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen. 
Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven. 
Je kunt een aantal geleider en isolatoren noemen. 
Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet. 
Je kunt beschrijven wat een elektrische stroom is. 

Slide 2 - Tekstslide

Stroomkring
De stroom kan door een gesloten stroomkring rondstromen. 

Kijk bijvoorbeeld eens naar figuur 1. 

Wat er door de draden beweegt, noem je lading

Slide 3 - Tekstslide

Geleiders
Stoffen waar een elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan lopen. 

Koolstof en alle metalen (koper, aluminium). 


Slide 4 - Tekstslide

Isolatoren 
Stoffen die een elektrische stroom niet of heel slecht doorlaten. 

Rubber, glas, hout, plastic. 

Slide 5 - Tekstslide

Schakelaar
Stroom aan- en uitschakelen. 
Stroomkring onderbreken. 

Slide 6 - Tekstslide

Stroommeter
Meten hoe sterk de stroom in de stroomkring is. 

Stroomsterkte; hoeveel lading er per seconde voorbijkomt. 

Slide 7 - Tekstslide

Alles op een rij
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
Stroomsterkte
I
Ampère 
A

Slide 8 - Tekstslide

0,250 A = 250 mA

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen 
Je kunt uitleggen hoe je een gesloten stroomkring maakt. 
Je kunt de verschillende onderdelen van een stroomkring benoemen. 
Je kunt het verschil tussen geleiders en isolatoren beschrijven. 
Je kunt een aantal geleider en isolatoren noemen. 
Je kunt uitleggen op welke manier je de stroomsterkte meet. 
Je kunt beschrijven wat een elektrische stroom is. 

Slide 10 - Tekstslide

Opgaven maken
Wat? 1 t/m 9 
Hoe? Zachtjes overleggen 
Hulp? Buurman/buurvrouw, anders docent
Tijd? 15 min
Klaar? Lees paragraaf 2 "spanningsbronnen"

Slide 11 - Tekstslide